Gebouwde omgeving

De gebouwde omgeving gebruikt in totaal ca. 143 PJ, 33% van de totale energievraag in Zuid-Holland. Ruwweg de helft hiervan houdt verband met warmtetoepassingen. Alles opgeteld zorgt de gebouwde omgeving voor de uitstoot van ca. 6,9 Mton CO2 (16% van de totale CO2-uitstoot in Zuid-Holland).
Bij de gebouwde omgeving gaat het hoofdzakelijk om de verwarming en verlichting van gebouwen. Enerzijds is het een kwestie van besparen, anderzijds een kwestie van aardgas en elektriciteit van fossiele oorsprong vervangen door alternatieven, zoals warmte van elders, duurzaam opgewekte elektriciteit en/of biogas. Regio’s en gemeenten maken hiervoor plannen op hun eigen schaalniveau. Energiekansenkaarten zijn mede bepalend bij het kiezen van alternatieve energiebronnen; deze kaarten geven aan welke bronnen in een gebied allemaal mogelijk zijn. Isolatie vormt een essentieel onderdeel van de aanpak. De provincie zorgt in dit proces voor de verbinding en de inbreng van kennis zodat we in Zuid-Holland maximaal gebruik maken van elkaars expertise en ervaring.
Het Bouwbesluit vereist dat nieuwe woningen en kantoren energiezuinig worden opgeleverd. De periode tot 2035 geeft gemeenten en vastgoedbeheerders de tijd om een substantieel deel van de bestaande bebouwing te verduurzamen. Daarvoor zijn verschillende oplossingen zoals bijvoorbeeld aansluiten op warmtenetten of een all electric energievoorziening. Particuliere eigenaren kunnen met bestaande regelingen vastgoed verduurzamen door de installatie van zonnepanelen, zonneboilers en WKO-installaties.
De provincie stimuleert gemeenten, netbeheerders en grote vastgoedbeheerders om aardgas te verruilen voor duurzame alternatieven. Ook agendeert zij kansen en belemmeringen op de juiste tafels, zodat de juiste prikkels voor verduurzaming ontstaan. Partners zijn woningcorporaties, bedrijventerreinen die aan parkmanagement doen, verenigingen van eigenaren (VvE’s) en de zogeheten Energy Service Companies (ESCo’s) waaraan vastgoedeigenaren hun energievoorziening en -management uitbesteden.
Het project Next generation woonwijken beoogt oudere wijken weer aantrekkelijk te maken door ze om te vormen tot duurzame, gezonde, levensloopbestendige en betaalbare woon-en leefgebieden. Via het programma ‘investeren in vernieuwen, thema stad en omgeving’ werken de provincie en de regio’s MRDH, Drechtsteden en Holland-Rijnland aan een regionaal fonds voor energiebesparing in de bebouwde omgeving, mede gericht op VvE’s. Hierbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden die het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) kan bieden. Via het Nederlands investeringsagentschap (NIA) werkt de provincie daaraan mee.
Ambities
In 2035 is de energievoorziening voor de gebouwde omgeving CO2-neutraal.
Aanbevelingen
Ruim 200 mensen hebben voorafgaand aan het opstellen van de Energieagenda meegedacht met de provincie. Hieronder enkele van hun aanbevelingen, kort samengevat.
De opgave in het stedelijk gebied is enorm, mede door de gefragmenteerde eigendomsverhoudingen. De transitie moet ook van onderop komen, de provincie moet de regie nemen. Creëer een netwerk van 1000 energiepioniers in de steden die laten zien wat er mogelijk is en die anderen enthousiasmeren. Laat vooral ‘vele bloemen bloeien’ maar zorg op de hoofdlijn wel voor focus. Er is niet één antwoord, de energietransitie vraagt maatwerk. Energiekansenkaarten geven richting, daarna is het tijd om samen tot een plan voor ieder gebied te komen. Laat de provincie zich daarnaast richten op de bedrijventerreinen door slimme arrangementen voor de verdeling van de baten te creëren. Leg bedrijfsdaken vol met collectieve zonnepanelen en -collectoren. Streef waar gas wordt vervangen voor warmte of elektriciteit naar realisatie tussen nu 2035. Dit kan alleen samen met alle bestuurslagen geregeld worden.