Regionale afstemming over woningbouwprogramma’s staat centraal in het woonbeleid. Gemeenten stellen in regionaal verband woonvisies vast. Hierin bepalen gemeenten de gewenste gezamenlijke ontwikkelrichting voor woningbouw en de woonkwaliteiten. Door op regionale schaal af te stemmen over het kwalitatieve en kwantitatieve regionale woningbouwprogramma wordt vraag en aanbod naar woningen meer in balans gebracht.
De provinciale woonvisie is in juli 2014 opgegaan in de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). In het nieuwe beleid zijn de vereisten, waaraan een regionale woonvisie moet voldoen, verder verduidelijkt en is ook aangegeven wat de terugvalopties zijn, wanneer er geen regionale woonvisie is. De woningbehoefteramingen- en prognoses zijn geactualiseerd met nieuwe berekeningen uit 2013.
In 2014 beschikt elke regio over een regionale woonvisie, waarvan het programma wonen jaarlijks wordt geactualiseerd. De regio’s krijgen tot juli 2015 de tijd om hun regionale visie te actualiseren op basis van het nieuwe beleid in de VRM.
De regio’s geven in hun regionale woonvisies onder andere inzicht in de wijze waarop zij omgaan met:
- de kwantitatieve en kwalitatieve woningbouw in relatie tot de marktopname.
- de wijze waarop vraag en aanbod van woonmilieus in balans wordt gebracht.
- de aanpak van het beheer van de sociale voorraad in relatie tot de doelgroep
- de prioritering van plannen rond halten van hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)