
Het ambtsbezoek: een speciale gelegenheid
Na negen jaren in het ambt kan ik zeggen dat ik mijn baan nog steeds veelzijdig, afwisselend en interessant vind. Vaak ga ik fluitend naar mijn werk, altijd fluitend naar huis… Een commissaris is voorzitter van zowel Gedeputeerde Staten als van Provinciale Staten, ons Zuid-Hollandse parlement. Daardoor ben ik bij alle onderwerpen, waar de provincie over gaat, betrokken. Mijn rol is echter niet politiek, maar meer coördinerend, sturend, vragend en initiërend. Ook ben ik het zogenoemde boegbeeld van de provincie. Ik mag vaak ergens een toespraak houden, een onderscheiding uitreiken of een speciale handeling verrichten. Vanuit mijn werk als commissaris vervul ik een aantal nevenfuncties. Ook nevenfuncties die niet per se aan mijn baan zijn gelieerd doe ik graag, omdat die mij de gelegenheid geven breed maatschappelijk actief te zijn. Dat is goed voor mij en voor de provincie. De volledige en actuele lijst van nevenfuncties staat op mijn pagina op de website www.zuid-holland.nl.
In dit jaaroverzicht licht ik één van de vele aspecten van mijn werk eruit: het ambtsbezoek. Tijdens een ambtstermijn van zes jaar bezoek ik als commissaris alle Zuid-Hollandse gemeentes één keer officieel voor een ambtsbezoek. Als u dit leest, heeft Zuid-Holland 50 gemeentes, in 2022 nog 52. Toen ik aantrad in 2014 waren er nog 65. Uiteraard kom ik vaker in de provincie, maar het ambtsbezoek is een speciale gelegenheid
Interbestuurlijk toezicht
Het afleggen van een ambtsbezoek is voor mij een hele goede manier om de relatie met de gemeenten vanuit mijn functie te onderhouden. Ik ben dan een middag lang te gast, meestal tussen 14 uur en 18 uur. Buiten de ambtsbezoeken om heb ik het meest contact met de burgemeesters, maar tijdens zo’n bezoek zit ik met het hele college aan tafel. Die leggen mij hun zorgen en successen voor. Het is vaak een erg prettig gesprek van een uur of 5 kwartier, eigenlijk te kort. Gelukkig zijn de gesprekken wel van te voren goed voorbereid. Ook spreek ik met de gemeenteraad en met verschillende mensen die in de gemeentes actief zijn, in het bedrijfsleven, bij een organisatie of elders.
Voor de gemeentes - college en gemeenteraad - is het een goede gelegenheid dingen aan de orde te stellen die ze met mij of met de provincie willen bespreken. Ik temper altijd enigszins de verwachtingen, want het is niet zo dat ze met mij politieke deals kunnen sluiten. Wel zorg ik voor verslaglegging en leg ik zorgen, vragen of problemen bij het college van GS neer. Dat leidt vaak tot vervolggesprekken tussen wethouders en gedeputeerden.
Een ambtsbezoek is ook een inspectie. Interbestuurlijk toezicht heet dat. Het is dus niet alleen belangstellend en aardig, maar af en toe ook pittig. Ik heb soms ernstige gesprekken met college of gemeenteraad, bijvoorbeeld over hoe ze het politieke spel spelen en hun verantwoordelijkheden invullen.
Er zit altijd een gesprek met het , maatschappelijk middenveld in het programma. Dat vind ik één van hoogtepunten van zo’n bezoek. Ik spreek met mensen van scholen, de zorg, kerken en moskeeën, verenigingen, cultuur, sport, bedrijven. Zij geven mij een indruk hoe het nu echt gaat in die gemeente. Want je kunt besturen en politiek bedrijven wat je wil, maar uiteindelijk gaat het om de samenleving die door de mensen zelf wordt vormgegeven.
Inspiratie
Van alle gesprekken op zo’n middag krijg ik energie, omdat ik dan met mensen zit te praten die hun schouders eronder zetten. Die er nog in geloven met elkaar. Die als vrijwilliger, als professional, als politicus of als bestuurder zich inzetten voor de samenleving. Ik ontmoet dus veel mensen die weten dat het niet vanzelf goed komt, maar dat ze het goed moeten maken. Dat vind ik altijd hartstikke mooi en inspirerend.
Zo’n ambtsbezoek is dus ook een inspiratie voor mezelf. Dat zou ik niet willen missen en ik denk dat het ook voor de onderlinge samenhang echt een verlies zou zijn als die bezoeken er niet meer zouden zijn. Gelukkig is er geen sprake van dat het zou stoppen. Qua vorm zou het wel eens kunnen veranderen. Dat gebeurt vanzelf in de tijd.
De huidige ambtsbezoeken zijn niet meer te vergelijken met die van 50 jaar geleden. Toen ging in het kielzog van de commissaris een hele batterij ambtenaren mee die daadwerkelijk de boeken van de gemeente gingen napluizen en inspecteren. En de echtgenote van de commissaris ging op de thee bij de burgemeestersvrouw om te kijken of het daar allemaal wel in orde was.
Al dat controleren, is niet mijn stijl. Geen opgeheven vingertje, misschien soms wel een streng woord. In een ver verleden kwam ik als dominee op huisbezoek. Ik zie het ambtsbezoek als een ‘huisbezoek op bestuurlijk niveau’. Ik kom goed luisteren en ik stel vragen: hoe gaat het hier, hoe gaat het met u? En dan geef ik mensen de ruimte om de dingen te vertellen die ze anders misschien niet zouden vertellen. Het gaat om vertrouwelijkheid en om een sfeer waarin we onderhoudend en plezierig met elkaar aan de praat gaan. Dat lukt altijd goed.