Wat heeft Zuid-Holland te bieden?
Nederland zet zich in om in 2050 energieneutraal te zijn. We willen af van fossiele brandstoffen en bereiden ons voor op de gevolgen van de klimaatverandering. De energietransitie, een circulaire economie en klimaatadaptatie (omgaan met klimaatverandering), het zijn dé maatschappelijke opgaven van deze tijd. Ook wij als provincie nemen hierin onze verantwoordelijkheid.
Met het grootste industriële gebied van Nederland, de grootste haven van Europa en als meest dichtbevolkte provincie van Nederland, is de klimaatopgave in Zuid-Holland logischerwijs complex. We zien veel aanknopingspunten om gezamenlijk met u deze grote opgave te realiseren. De Regionale Energie Strategieën, de verduurzaming van de bebouwde omgeving, de innovatieve warmtenetten en de transitie van de Rotterdamse haven en het tuinbouwcluster dragen bij aan het verwezenlijken van de transitiedoelstellingen in Zuid-Holland. Door verschillende publiek-private initiatieven en samenwerking met medeoverheden werken we aan de oplossing van praktische en financieringsvraagstukken. Op die manier zorgen wij voor 40% van de nationale CO2-reductiedoelstellingen, maar daar zullen we hard voor moeten werken.
Regionale Energie Strategieën
In de 7 Zuid-Hollandse energieregio’s hebben wij dezelfde rol als bijvoorbeeld gemeenten en waterschappen: we zijn één van de partners die samen de energiestrategie opstellen. Iedere partij brengt daarbij de punten in die hij of zij belangrijk vindt. De provincie neemt deel aan alle 7 regio’s in Zuid-Holland en kijkt of plannen passen in de afspraken die zijn gemaakt over ruimtegebruik in Zuid-Holland. Dat betekent dat we over de grenzen van de regio’s heen kijken, verbinden en kansen en knelpunten aanpakken. En we zetten onze (ruimtelijke) instrumenten in.
Industrie
Een belangrijk deel van de opgave uit het Klimaatakkoord om de CO2 uitstoot te reduceren ligt bij de industrie zelf, met name bij de grote, energie intensieve bedrijven. In het klimaatakkoord is afgesproken dat overheden een ondersteunende rol hebben. In Nederland is de energie-intensieve industrie geclusterd in 5 regio’s. Het Klimaatakkoord ziet deze regio’s als proeftuin en versnellingskamer voor doorbraken in nieuwe technologie, CO2-reductie en exportkansen. Het Haven Industrieel Complex (HIC) in Rotterdam is samen met Moerdijk in Noord-Brabant één van deze 5 regio’s. Verduurzaming van dit gebied heeft dus een grote impact en urgentie. Daarom dragen wij als provincie bij aan de verduurzaming van het HIC en zetten wij ons in voor kruisbestuiving met andere regio’s en sectoren. Duurzaamheid is een belangrijke randvoorwaarde voor ons bij het aantrekken van - en investeren in nieuwe bedrijvigheid. Wij werken mee aan de realisatie van cruciale sleutelprojecten voor verduurzaming voor dit cluster, die in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat, zijn aangemerkt als van nationaal belang. Het betreft ontwikkeling van een waterstofleiding in het HIC, multimodale buisleidingencorridor voor versterking west-oost verbinding, aanlanding van 2 GW extra wind op zee en daarbij behorende verzwaring van het elektriciteitsnet, transport en opslag van CO2 en infrastructuur voor H-Vision.
Wat is hiervoor nodig vanuit het Rijk?
Het is van internationaal belang dat in Zuid-Holland grote stappen worden gezet in de energietransitie. De uitdagingen zijn hierin groot, de betaalbaarheid van energie staat onder druk en er komt meer aandacht voor de onafhankelijkheid in de energievoorziening, net als voor belangrijke grondstoffen. Wij nemen hierin als midden bestuur een verbindende en coördinerende rol. Daarom vragen we graag uw aandacht voor de onderstaande punten.
Rol van de provincie
Op regionaal niveau verbinden wij de betrokken partijen met elkaar. Daarnaast investeren we in bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe technieken voor het hergebruik van grondstoffen, zetten we in op innovatieve duurzame oplossingen in het openbaar vervoer, maken we ruimte voor zonnepanelen en windmolens in het landschap en bevorderen we de duurzame land- en glastuinbouw. Met onze kaderstellende rol in de ruimtelijke ordening zorgen we dat zorgvuldig om wordt gegaan met de ruimte die wij hebben en we houden daarbij ook goed oog voor de democratische legitimatie. Door onze specifieke kennis van de regio kunnen wij op deze manier zorgen dat de transitie succesvol verloopt, met draagvlak onder de bewoners van Zuid-Holland.
Financiële middelen
Het klimaatfonds en de speerpunten die daar nu in worden benoemd passen bij de koers die wij en onze partners, waaronder de verschillende departementen bij het Rijk, samen al een tijdje varen. Er wordt ingezet op de transities in de grote clusters, aangezien hier grote slagen gemaakt kunnen worden. Het is van belang dat de inzet van de voorgestelde fondsen dan ook proportioneel landt in de gebieden waar we een grote bijdrage kunnen leveren aan de doelen van het Rijk. Daarnaast is er duidelijkheid gewenst hoe de inrichting van het Klimaatfonds eruit komt te zien, hoe uitvoering van de plannen rondom de energietransitie vorm krijgt en welke (co-) financieringseisen worden gesteld. De uitvoeringskosten voor het Klimaatakkoord zijn opgenomen in het Coalitieakkoord, maar deze gelden pas vanaf 2023. Daarmee valt er in 2022 een gat. Dit levert grote problemen op bij de organisatie. De afspraken die in het Klimaatakkoord zijn gemaakt, willen wij graag nakomen. Daarbij is het van belang dat er zicht is op de continuïteit in de ondersteuning van de RES-regio’s, door in 2022 meerjarige afspraken te maken over de ondersteuning van de decentrale overheden.
Beleidsinstrumenten
Zuid-Holland beschikt over veel eigen warmtebronnen waar we grote delen van de provincie mee kunnen verwarmen. Dat is belangrijk, want dan kunnen we meer zonne-en windenergie gebruiken voor elektriciteit. We werken aan verdere ontwikkeling van deze lokale Zuid-Hollandse warmtebronnen zoals aardwarmte, restwarmte, aquathermie en zonthermie. Om het maximale uit de warmtebronnen te halen en zo bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen is het van belang concrete afspraken te maken over regulering van de warmtemarkt in de Wet Collectieve Warmte. Ook moet de financiering van warmtenetten opgelost worden, hier is sprake van een kip-ei probleem. Door het ontbreken van een geschikt kader voor warmtenetten hebben ontwikkelaars van warmtebronnen geen zekerheid om hun bron te verbinden met afnemers. Toekomstige afnemers van warmte en gemeenten hebben zo geen zekerheid dat er een warmtebron komt. Een structurele (financiële) ondersteuning van de onrendabele top van warmtenetten lost dit kip-ei probleem op. Wij faciliteren daarbij graag als sprake is van bovenlokale oplossingen.
Maatschappelijk meest verantwoorde optie
De energietransitie wordt over het algemeen gefinancierd vanuit het idee dat het geld zo efficiënt mogelijk wordt besteed. Met andere woorden zo veel mogelijk CO2-besparing per bestede euro. Dit is een logische afweging, maar de ruimte in Zuid-Holland is schaars en dat vraagt daarom om maatschappelijk bredere afwegingen als het gaat om windmolens en zonneweides.
Het is van belang dat bij financiering, zoals bij de SDE++, rekening wordt gehouden met de maatschappelijk meest verantwoorde optie. Dit kan bijvoorbeeld door ‘zon op dak’ en geothermie verder te stimuleren en getijde-energie bij de Brouwersdam mogelijk te maken. Subsidieregelingen kunnen op deze manier naast kostenefficiency ook ruimte-efficiency als afweging meenemen.
Heldere normering voor gebouwen, daken en gebruik elektriciteitsnetwerk
Wij vragen om een heldere inzet op energiebesparing, inclusief normen voor toekomstbestendig bouwen in het bouwbesluit (BENG zonder B). Ook kan het Rijk het slimmer omgaan met dakoppervlakte beter mogelijk maken. Daarnaast vragen we het Rijk knelpunten op te lossen in het energienetwerk. Wij zijn voorstander van slimmere regels voor de energie infrastructuur, met bevoegdheden voor de provincie om daarin regie te pakken en ruimte voor netbeheerders om (innovatieve) oplossingen voor het stabiel houden van het energienetwerk, aansluitingen te prioriteren en energieopslag toe te voegen.
Oplossen stikstofproblematiek vraagt om urgentie
Een groot knelpunt om de energietransitie te versnellen is de stikstofproblematiek. In de Rotterdamse haven kan een groot aandeel van de landelijke CO2-reductie behaald worden. De reductie van CO2 zorgt, als we het goed en integraal aanpakken, ook voor de reductie van stikstof. Maar we hebben wel (stikstof)ruimte nodig om de maatregelen die dit mogelijk maken uit te voeren. Urgente actie van het Rijk om in deze ruimte te voorzien is hier dan ook hard nodig. De opmerkingen van minister Jetten, dat er voor de klimaatfondsen een weloverwogen en integrale afweging gemaakt wordt, waar ook gekeken wordt hoe ook direct andere problematiek kan worden ondervangen, worden gewaardeerd.
Graag vragen we hierbij speciale aandacht voor walstroom. Dit is niet expliciet benoemd in (deze) klimaatgelden. Voor NOx reductie is directe elektrificatie, en daarmee walstroom, een belangrijke maatregel. Walstroom is een voorbeeld van een maatregel die bijdraagt aan verschillende doelen. Zo zorgt walstroom voor de vermindering van luchtvervuiling en geluidsoverlast. Dit is beter voor de gezondheid van mensen, zorgt voor minder stikstof emissie en is daarmee goed voor de natuur. En de vermindering van CO2 emissies helpt klimaatverandering tegengaan.
Aandacht voor de kwetsbare positie van de tuinbouw
De glastuinbouw is een energie intensieve sector die graag koploper in circulaire en energiezuinige producten wil worden. De sector kan bij de verduurzaming van de woningbouw een rol vervullen, via koppeling van netwerken, buffering en warmte-cascadering. Het verdienvermogen van de sector staat echter zwaar onder druk door de sterk gestegen gasprijzen en de ODE-heffing op elektriciteit. In een brandbrief is al aandacht gevraagd voor deze problematiek.