Besluiten

Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2025 Datum besluit: 21 mei 2024 Voor het ontwikkelen en beheren van natuur is het Subsidiestelsel Natuur en Landschap in uitvoering. Onderdeel van dit stelsel is het Natuurbeheerplan. De actuele leefgebieden waarbinnen agrarisch natuurbeheer kan plaatsvinden, natuurbeheertypen en ambitiedoelen zijn vastgesteld in het Natuurbeheerplan. Jaarlijks wordt een Natuurbeheerplan door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Gedeputeerde Staten hebben op 16 januari 2024 het Ontwerp Natuurbeheerplan 2025 vastgesteld. Dit ontwerp heeft zes weken ter visie gelegen, er zijn negentien zienswijzen binnen gekomen en verwerkt.

Op 21 mei 2024 hebben Gedeputeerde Staten twee openstellingsbesluiten vastgesteld. Het doel van het openstellingsbesluit subsidie kwaliteitsimpuls recreatie Zuid-Holland 2024 is het uitbreiden en verbeteren van recreatiemogelijkheden; het beter bereikbaar maken van voor recreatie bestemde gebieden; en het stimuleren van aantrekkelijke, beleefbare, veilige en duurzame waterrecreatie. Het deelplafond van dit openstellingsbesluit is € 2.250.000.  Het doel van het openstellingsbesluit subsidie ontwikkeling ruiter- en menpaden 2024 is het uitbreiden en verbeteren  van ruiter- en menpaden en knooppuntensysteem over deze paden in Zuid-Holland. Het deel plafond van dit openstellingsbesluit is € 71.000.

Provinciale Staten hebben vragen gesteld over het handhaven van het aantal vluchten op Rotterdam The Hague Airport (RTHA) n.a.v. de 'Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport Gebruiksjaar 2022-2023'. Gedeputeerde Staten verwijzen in hun antwoord o.a. naar het coalitieakkoord 2023-2027 van de provincie Zuid-Holland waarin is opgenomen dat gestreefd wordt naar het terugdringen van de hinder voor omwonenden van RTHA en het aantal nachtvluchten.

Gedeputeerde Staten (GS) hebben 21 mei de beantwoording van de Statenvragen 4084 van de CDA, CU, BBB en SGP 'PAS-melders en interimmers' vastgesteld. In de beantwoording geven GS aan dat ze binnenkort met een voortgangsbrief komen omtrent de legalisering van PAS-melders, waarvan de verantwoordelijkheid primair bij het Rijk ligt. Ten aanzien van interimmers dringt GS er bij het Rijk op aan ook voor deze groep tot legalisatie te komen. Daarnaast gaat GS in op de werking van de Depositiebank algemeen Zuid-Holland in relatie tot de legalisatie van PAS-melders.

Met deze brief reageert het college van Gedeputeerde Staten van provincie Zuid-Holland op de Voorjaarsnota 2024 van het Rijk zoals gepubliceerd op 15 april 2024. Aanleiding voor deze brief zijn de zorgen die het college heeft over de ongewenste effecten van de Voorjaarsnota op de gemeentefinanciën en haar rol als financieel toezichthouder in dezen. Door middel van deze brief roept Gedeputeerde Staten het Rijk op om de reeds genomen eenzijdige besluiten terug te draaien en geen soortgelijke eenzijdige, overhaaste besluiten over de inkomsten van gemeenten en provincies meer te nemen. Gedeputeerde Staten hopen hiermee bij te dragen aan voldoende financiële middelen en zekerheid voor gemeenten om hun taken naar behoren uit te voeren.

Gedeputeerde Staten hebben op 21 mei 2024 de beantwoording van de Statenvragen 4078 van BBB met betrekking tot veiligheid op de weg in de nacht vastgesteld. Gedeputeerde Staten vinden de verkeersveiligheid van groot belang en zetten verschillende maatregelen in om het aantal verkeersslachtoffers te verminderen. Het inzetten van een nachtbus voor recreatieve reizigers zien de Gedeputeerde Staten niet als een zinvolle aanvulling, omdat de vraag naar nachtelijk openbaar vervoer per bus te klein is. Het staat gemeenten of andere partijen evenwel vrij om zelf een nachtbus te bekostigen. In Zuid-Holland gebeurt dat op de lijnen Zoetermeer- Leiden; Noordwijk- Katwijk- Leiden en Hoeksche Waard- Rotterdam. Hier heeft de provincie ontheffing op de OV-concessies voor verleend.

Partij voor de Dieren heeft vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de door Gedeputeerde Staten afgegeven ontheffing om vossen te beheren ter bescherming van kwetsbare soorten waaronder de weidevogels. In de beantwoording geeft Gedeputeerde Staten aan dat de ontheffing uitvoering geeft aan het door Provinciale Staten vastgestelde soortenbeleid, het actieplan boerenlandvogels en de aangenomen motie 1187 ''maatwerk bij weidevogelbescherming''

Gedeputeerde Staten (GS) hebben 21 mei de beantwoording van de Statenvragen 4083 van GroenLinks-PvdA - 'Vraagtekens bij opkopen stikstofrechten van veehouders door RTHA' vastgesteld. In de beantwoording geven GS antwoord op vragen van GroenLinks-PvdA over de aankoop van boerderijen door Schiphol Group voor Rotterdam The Hague Airport (RTHA). GS benadrukken dat zij niet het bevoegd gezag zijn voor de luchtvaartsector, dat is het Rijk.  Daarnaast gaan GS in op het gebruik van de stikstofdepositiebank algemeen Zuid-Hollland ten behoeve van provinciale projecten die stikstofruimte nodig hebben en het legaliseren van PAS-melders.

In het Programma Duurzame Wijkwarmte Zuid-Holland (DuWijZH) heeft de provincie Zuid Holland in samenwerking met 9 gemeenten 10 wijkwarmteprojecten gebundeld. Voor deze projecten is een Europese subsidie aangevraagd via het ELENA programma ten behoeve van de kosten voor voorbereidende activiteiten voor deze projecten. De ELENA subsidie is in 2020 gelijkmatig verdeeld over de 10 wijken. Het ELENA-programma biedt de mogelijkheid om de inzet van de middelen onderling tussen de projecten te herverdelen indien projecten gedurende de looptijd meer of minder financiering nodig hebben. Voorstel betreft een wijziging van de te besteden Elena-middelen voor de gemeente Den Haag, Gorinchem, Rotterdam, Schiedam, Zoeterwoude en Zwijndrecht.

Forum voor Democratie heeft vragen gesteld over een interview van een directielid van DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) in het televisieprogramma EenVandaag. Aanleiding voor het interview vormde het rapport “Industrie en Omwonenden” van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2023 en een recent gepubliceerde “Actie Agenda Industrie en Omwonenden” door de staatsecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het directielid van DCMR gaf in het interview onder meer aan dat dringend behoefte is aan aanvullende wetgeving om uit voorzorg uitstoot van toxische stoffen door de industrie verder terug te kunnen dringen. Gedeputeerde Staten geven in haar beantwoording aan dat het directielid in lijn met haar beleid en standpunten heeft gereageerd in het interview.