Besluiten

Op 13 november 2024 hebben Provinciale Staten (PS) motie 1525 aangenomen waarin zij onder andere aan Gedeputeerde Staten vragen om voor de behandeling van de voorjaarsnota met een uitgewerkt plan (inclusief voorliggende keuzes en financiële consequenties) te komen dat uitwerking geeft aan de juridische en organisatorische versterking van faunabeheer in Zuid-Holland en de uit te keren bedragen voor faunaschade terug te dringen. In het behandelvoorstel geven Gedeputeerde Staten aan dat er een uitgewerkt plan wordt opgesteld om de faunaschade gemaakt door in het wildlevende inheemse beschermde dieren terug te dringen.

De VVD-fractie in de Provinciale Staten van Zuid-Holland benadrukt het belang van Rotterdam The Hague Airport (RTHA) als cruciale schakel in de regionale economie, werkgelegenheid en internationale bereikbaarheid. Daarnaast heeft de luchthaven fors geïnvesteerd in innovatie en verduurzaming. Dit sluit aan bij de bredere ambities van de provincie op het gebied van duurzaamheid en slimme mobiliteitsoplossingen. De VVD-fractie vindt het belangrijk dat deze ontwikkelingen worden erkend en ondersteund in het provinciaal beleid. Er zijn een tiental vragen gesteld, In de beantwoording zal nader worden ingegaan op deze ontwikkelingen en de jaarrapportage meldingen RTHA.

Op 5 maart 2025 hebben Provinciale Staten motie 1596 aangenomen met als titel ‘Verbeter de natuurdoelanalyses’, waarin Gedeputeerde Staten worden gevraagd de adviezen uit het rapport van de Ecologische Autoriteit “Doen wat moet én kan” over te nemen en PS uiterlijk in het vierde kwartaal 2025 te informeren over de voortgang en opvolging van deze adviezen. In het behandelvoorstel wordt per advies van de Ecologische Autoriteit toegelicht hoe daarmee aan de slag is gegaan. Met dit besluit stellen GS het behandelvoorstel van de motie vast en verstuurt deze naar PS.

De planning & control (P&C) cyclus bestaat uit verschillende rapportages die op vaste momenten in het jaar aan Provinciale Staten (PS) worden aangeboden. Zij stellen die rapportages daarna vast. Een jaarcyclus bestaat uit de Kadernota, Begroting, Voorjaarsnota, Najaarsnota en Jaarstukken. In de Kadernota staan het strategische beeld en de kaders voorafgaand aan het jaar. De financiële effecten van de Kadernota worden verwerkt in de Begroting. Lopende het jaar kunnen de door PS vastgestelde kaders aangepast worden in de Voorjaarsnota en de Najaarsnota. De Jaarstukken vormen het afsluitende deel van de P&C-cyclus over 2024. Met het ter vaststelling aanbieden van de Jaarstukken aan PS legt het college van Gedeputeerde Staten (GS) verantwoording af over onder meer 2 zaken: in hoeverre de doelen zijn bereikt en de manier waarop de financiële middelen zijn ingezet. De Jaarstukken 2024 bestaan uit het Jaarverslag en de Jaarrekening. Ook wordt de reactie van GS op het accountantsrapport aangeboden aan PS. Het accountantsrapport zelf en de controleverklaring op de jaarrekening worden door de accountant verstrekt aan PS. De hoofdstukken Bestuurlijke Inleiding en Financieel Beeld geven een snelle inkijk in wat er het afgelopen jaar is bereikt en wat hiervan de financiële consequenties zijn.

Doel van het accountantsverslag is om Provinciale Staten te informeren over de bevindingen van de accountant in het kader van de jaarrekeningcontrole. Deze controle voert de accountant uit in opdracht van Provinciale Staten. Gedeputeerde Staten stellen ten behoeve van Provinciale Staten een brief op met daarin een reactie op de inhoud van het accountantsverslag. Deze reactie wordt, samen met het accountantsverslag, besproken in een vergadering van de Commissie voor Onderzoek van de Rekening. Met ingang van het boekjaar 2023 moet, als gevolg van gewijzigde wetgeving, de controle op de rechtmatigheid worden uitgevoerd door Gedeputeerde Staten in plaats van door de accountant. Door middel van de Rechtmatigheidsverantwoording leggen Gedeputeerde Staten verantwoording af over de uitkomsten van deze rechtmatigheidscontrole. De Rechtmatigheidsverantwoording is als bijlage opgenomen in de jaarrekening zelf en wordt hiermee door de accountant gecontroleerd op het aspect getrouwheid. De accountant heeft de controle over 2024 afgerond en heeft het voornemen om een goedkeurende controleverklaring af te geven voor de getrouwheid van de jaarrekening 2024.

Wij hebben op 4 februari 2025 een Woo-verzoek ontvangen waarin samengevat is gevraagd om informatie over de aanwijzing van LG-gebieden in het natuurnetwerk als aanvulling op de officiële habitatgebieden. Wij hebben de gevraagde informatie (gedeeltelijk) openbaar gemaakt.

Gedeputeerde Staten (GS) hebben de beantwoording vastgesteld van de van de ondernemingsraad (OR) van Chemours ontvangen brief. In de ontvangen brief spreekt de OR, mede naar aanleiding van een door DCMR opgelegd dwangsombesluit, zijn zorgen uit over de werkgelegenheid bij Chemours. De OR heeft de indruk dat het Chemours bijna onmogelijk wordt gemaakt om fabrieken in bedrijf te houden, onder andere doordat ze geen haalbaar tijdspad krijgen om de emissies terug te brengen. In de antwoordbrief aan de OR bevestigen GS dat het de taak is van het bevoegd gezag Omgevingswet om toezicht te houden en zo nodig handhavend op te treden om vastgestelde overtredingen te doen beëindigen. GS zetten zich dagelijks in voor een goed vestigings- en investeringsklimaat in Zuid-Holland en werkgelegenheid. Dat betekent echter niet dat zij in hun rol als bevoegd gezag kunnen afzien van handhaving bij geconstateerde overtredingen. Tot slot merken GS op dat Chemours recent drie maanden de tijd heeft gekregen om de waterzuivering verder te optimaliseren. Het is de verwachting dat binnen die periode een aanzienlijke reductie van de lozing van TFPrA bereikt kan worden.

Groep Doe STOER (Samen Tegen Onrecht en Racisme) stelt dat ze vastberaden is om problemen die mensen ervaren wat betreft discriminatie en racisme aan te pakken en roept het college op om zich in te zetten om zo spoedig mogelijk de term ‘ras’ uit de Grondwet te schrappen en te vervangen door ‘etniciteit’. Groep Doe STOER geeft aan dat eerder allerlei belangengroeperingen hebben gepleit voor het schrappen van de term ‘ras’ uit de Grondwet. Groep Doe STOER is het hiermee eens. Groep Doe STOER stelt vragen over de betekenis en connotatie van het woord ras en het gebruik ervan in de Grondwet. Gedeputeerde Staten onderschrijven het belang om de term etniciteit gebruikelijk te maken, in plaats van de term ras. Voor zover de provinciale bevoegdheden en middelen toereikend zijn, zijn zij bereid hierop in te zetten.

BBB heeft Statenvragen gesteld over vandalisme bij werkzaamheden op een busbaan. Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording vastgesteld. Tussen Leiden en Katwijk wordt langs de N206/ir. Tjalmaweg een busbaan aangelegd in opdracht van de provincie Zuid-Holland. Met grote regelmaat worden de bouwhekken door onbekenden aan de kant gesleept of vernield. Ondanks aanpassingen in de bebording en de robuustheid van de afzetting blijft dit probleem helaas bestaan. In de afgelopen weken heeft de aannemer in overleg met de provincie extra aandacht gevraagd voor deze problematiek. Parallel hieraan heeft de provincie aan de aannemer verzocht om per incident aangifte te doen. Tevens is er, naast aandacht in de regionale pers, een huis-aan-huis brief verspreid en wordt onderzocht of middels meer cameratoezicht vandalisme kan worden voorkomen. De provincie zal aandacht blijven vragen voor deze problematiek zolang deze voortduurt.

Gedeputeerde Staten hebben besloten Provinciale Staten per brief te informeren over het voorstel om bij de Voorjaarsnota 2025 de reserve ‘Ontwikkelperspectief Grevelingen en Volkerak-Zoom’ (ter hoogte van € 15 miljoen) vrij te laten vallen en de reserve op te heffen. Deze middelen waren bestemd voor het programma Getij Grevelingen, gericht op ecologisch herstel van het Grevelingenmeer en de realisatie van duurzame energieoplossingen. Vanwege het uitblijven van financiële prioritering door het Rijk is de provinciale inzet de afgelopen jaren beperkt gebleven tot het onderhouden van bestuurlijke netwerken en de regionale positie. De bestaande bestuursovereenkomst uit 2019 blijft onverminderd van kracht. Indien het Rijk op een later moment alsnog middelen beschikbaar stelt, kunnen de betrokken partijen het programma voortzetten op basis van de eerder gemaakte afspraken.