Besluiten

De provincie Zuid-Holland werkt samen met provincie Zeeland, netbeheerders, het Rijk en de gemeenten aan de uitvoering van de Regionale Agendalaad Infrastructuur (RAL). Het doel hiervan is om voldoende laadpalen voor de verschillende type voertuigen te realiseren, zoals personenauto's, vrachtwagen en schepen. Om de afstemming met de gemeenten in de provincie eenvoudiger te organiseren maakt de provincie middelen vrij om bij enkele gemeenten regio vertegenwoordigers aan te stellen. Om dit juridisch te regelen wordt met dit besluit een samenwerkingsovereenkomst aangegaan.

De provincie Zuid-Holland heeft € 188,25 miljoen euro gekregen van het Rijk voor de uitvoering van het Maatregelenpakket ZH-PLG. Het Maatregelenpakket bevat projectvoorstellen met een totale omvang van € 696,4 miljoen euro. We hebben dus niet genoeg geld gekregen om alle projectvoorstellen uit te voeren. Hierdoor moeten wij keuzes maken over welke projectvoorstellen prioriteit krijgen. Deze keuze wordt gemaakt door Gedeputeerde Staten. Het afwegingskader is een hulpmiddel voor Gedeputeerde Staten om deze keuze te maken. Provinciale Staten en de samenwerkingspartners in de ZH-PLG gebieden zijn betrokken in het proces om tot het afwegingskader te komen. Gedeputeerde Staten hebben met dit besluit het afwegingskader vastgesteld. Eind 2024 wordt de keuze gemaakt over welke projectvoorstellen prioriteit krijgen.

Op 1 oktober jl. is de Ruimtelijk Economische Visie (REV) voor Zuid-Holland behandeld in Gedeputeerde Staten. Het college van de gemeente Goeree-Overflakkee en de regio Zuid-Holland Zuid hebben in dat kader een brief gestuurd aan Gedeputeerde Staten. De gemeente en regio vragen in hun brieven onder andere aandacht voor het ontbreken van de sectoren recreatie en toerisme (bezoekerseconomie) en de visserij- en landbouwsector in de REV, en vragen de REV hierop aan te passen. De regio Zuid-Holland Zuid vraagt daarnaast om ruimtelijk maatwerk voor het landelijk gebied. In reactie op de ontvangen brieven heeft Gedeputeerde Staten een brief opgesteld, waarin antwoord wordt gegeven op de verzoeken om aanpassing van de REV. GS past de REV niet aan naar aanleiding van de brieven, maar nodigt de gemeente en regio uit om betrokken te blijven bij de verwerking van de REV in het Omgevingsbeleid en in gesprek te gaan over de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de provincie, regio en gemeente.

Naar aanleiding van het aantreffen van het bestrijdingsmiddel dichloorvos in oppervlaktewater in het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn door de statenfractie SP vragen gesteld. De vragen gaan over de risico's die worden gezien voor de mens en milieu en de beheermaatregelen die zijn getroffen. Dit besluit betreft het vaststellen van de beantwoording van deze vragen.

Beantwoording Woo verzoek Natura 2000 gebieden, deel 3

In 2014 heeft de provincie met de gemeente Katwijk een overeenkomst gesloten waarmee de provincie de regie voor de ontwikkeling van windenergie bij het Valkenburgse Meer aan de gemeente geeft. In 2023 heeft de gemeente deze overeenkomst opgezegd nadat in een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd door bureau Witteveen en Bos uit 2022 de conclusie getrokken werd dat windmolens op deze locatie niet mogelijk zijn. In 2024 heeft de provincie een contra-expertise uit laten voeren door adviesbureau Pondera. Het onderzoek van Pondera onderschrijft de conclusie van het onderzoek uit 2022 op het grondgebied van Katwijk. Met een brief informeren Gedeputeerde Staten de gemeente Katwijk en Provinciale Staten over deze uitkomst. De stroom die niet hier opgewekt kan worden, zal nu elders moeten worden opgewekt. Het is nu aan de RES-regio Holland Rijnland om samen met de provincie hier vervangende locaties voor te vinden. Bovendien zal de stroom van verder moeten komen en dat vraagt ruimte voor energie-infrastructuur. De provincie adviseert de gemeente om hierover te overleggen met betrokken partijen. Ook de projecten vanuit het pMIEK moeten in de komende periode uitgevoerd worden.

Door de Socialistische Partij in Provinciale Staten zijn vragen gesteld over de handhaving van locaties van ProRail in het Rotterdamse havengebied. In dit besluit is de beantwoording van de statenvragen vastgesteld. Gedeputeerde Staten is niet het bevoegde gezag voor deze locaties en kan daarom geen antwoorden geven. De vragen zijn ter kennisname doorgestuurd naar gemeente Rotterdam.

Zuid-Holland scoort landelijk het laagst als het gaat om levensverwachting in goed ervaren gezondheid. Dit brengt naast persoonlijk leed ook hoge maatschappelijke kosten met zich mee. Omdat gezondheid de optelsom van verschillende factoren is, hebben veel partijen een rol bij het creëren van een gezonde samenleving. Ook de Provincie Zuid-Holland kan vanuit haar taken een bijdrage leveren aan een gezonde samenleving. Om die reden werkt de provincie aan het ‘Programma Gezondheid en Welzijn’. Het programma is opgebouwd uit drie programmalijnen: 1. Gezonde leefomgeving. In samenspraak met gemeenten en andere partijen dragen we bij aan het realiseren van een leefomgeving die ontmoeting en een gezonde leefstijl ondersteunt. 2. Voedsel. Met portefeuilles als landbouw, tuinbouw en circulair kan de provincie een positieve bijdrage leveren aan een gezonde voedselomgeving. 3. Kennisinfrastructuur. De provincie verbindt kennis vanuit verschillende partners, zodat deze benut kan worden voor de gezondheid van inwoners in Zuid-Holland.

JA21 heeft Statenvragen gesteld over de invulling en inrichting van een van de gebouwen van het provinciehuis. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland geven daarop antwoord. Hierbij wordt gewezen op de lopende onderhandelingen met huurders en andere ontwikkelingen zoals de huisvestingsplannen van de ambtelijke organisatie. De vragen en antwoorden zijn hoofdzakelijk van feitelijke aard.

Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording van schriftelijke vragen die de Zuid-Hollandse fractie Partij voor de Dieren (PvdD) heeft gesteld vastgesteld. De PvdD heeft nadere vragen gesteld over Milieu- en Natuurcompensatie RijnlandRoute Corbulotunnel, over onder meer geluidsoverlast, opleveringstoets, weidevogels en bomencompensatie. Gedeputeerde Staten geven in hun antwoord onder andere aan dat ze op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in het gebied en hoe de geluidsberekeningen destijds in het Provinciaal Inpassingsplan zijn uitgevoerd. In het kader van de RijnlandRoute volgt zowel een verplichting om effecten achteraf te evalueren uit het Milieueffectrapport (m.e.r.-evaluatie) als ook een opleveringstoets uit te voeren. Daarnaast geven Gedeputeerde Staten aan op welke manier er bij de RijnlandRoute is bijgedragen aan de ruimtelijke en ecologische kwaliteit voor bomencompensatie, weidevogels en ecologische verbindingszone.