Besluiten

Op 24 juli 2020 heeft het Samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam (verder Samenwerkingsverband genoemd) aan het college van GS een brief gestuurd met als bijlage de monitor woonruimtebemiddeling 2019. In de brief heeft het Samenwerkingsverband haar voornaamste bevindingen met betrekking tot de monitor woonruimte bemiddeling 2019 verwoord. In een reactie op deze brief onderschrijft de provincie dat deze monitor bijdraagt aan de regionale samenhang in de bemiddeling naar woningen in de sociale sector, zoals ook de veertien identieke verordeningen woonruimtebemiddeling in de regio Rotterdam aan deze regionale samenhang bijdragen. Verder prijst de provincie de inzet van het Samenwerkingsverband om het proces om te komen tot veertien identieke verordeningen woonruimtebemiddeling tot een goed einde te brengen en om de toepassing van de bindingseisen te monitoren en bij te sturen. Het bijsturen van de toepassing van de bindingeisen was in de ogen van de provincie noodzakelijk omdat een aantal gemeenten in de regio Rotterdam de wettelijk voorgeschreven maximale percentage van 25 procent van de verhuringen aan woningzoekenden met een lokale binding overschreed. De provincie vraagt het Samenwerkingsverband om de toepassing van de bindingseisen te blijven monitoren en bij te sturen totdat alle gemeenten zich houden aan het wettelijke percentage voor lokale binding.

De Statenfractie van D66 heeft Gedeputeerde Staten vragen gesteld over een innovatieve pilot voor warmteopwekking van de A20 voor de nog te bouwen huizen in Westergouwe. Gedeputeerde Staten hebben hierop geantwoord dat het Rijk primair aan zet is om dergelijke pilots op rijkswegen te realiseren, maar de pilot te zien als een mooie kans om innovatie en het behalen van de klimaatdoelstellingen te bevorderen. Deze opvatting zullen Gedeputeerde Staten in overleggen aangaande de A20 met het ministerie en Rijkswaterstaat delen. Provinciale Staten zullen over relevante ontwikkelingen ten aanzien van een eventuele pilot geïnformeerd worden.

Gedeputeerden Staten hebben de antwoorden op de schriftelijke vragen van de SP over de woonplicht bij nieuwbouw in Zuid-Hollandse gemeenten vastgesteld. In de toelichting van de vragen geeft de SP aan dat bij een woonplicht eigenaren van een nieuwbouwwoning verplicht in deze woning moeten wonen, om speculatie en dure verhuur tegen te gaan. In de beantwoording geven Gedeputeerden Staten aan dat deze woonplicht primair een afweging is voor gemeenten en het is geen vereiste vanuit de provincie voor de bouw van nieuwbouwwoningen.

De VVD heeft Statenvragen gesteld over de uitvoering van POP3. De vragen hebben betrekking op de problemen die aanvragers ondervinden bij het aanvragen van de POP3 subsidies. In de beantwoording van de vragen gaan Gedeputeerde Staten onder meer in op de ondersteuning die aanvragers wordt geboden.

Provinciale Staten besluiten de geldigheidsduur van de Beleidsnota verbonden partijen en overige deelnemingen 2020-2021 vast te stellen met terugwerkende kracht vanaf 14 september 2020 tot en met 31 december 2021.

Door dit besluit wordt bij afwezigheid van de provinciesecretaris, de vervulling van de taken van de secretaris gewaarborgd. Met ingang van 1 oktober 2020 zijn tot loco-secretaris benoemd (in volgorde): a. de heer J. van Ginkel, concerndirecteur, b. de heer M. Visser, lid concernteam, c. de heer A. Veldhof, vrijgesteld ambtelijk opdrachtgever, d. mevrouw I. Kenter, lid concernteam en e. mevrouw P. den Dunnen, lid concernteam.

Gedeputeerde Staten hebben de antwoorden op de schriftelijke vragen van GroenLinks over de berekening van de stikstofbelasting als gevolg van nieuwe wegenprojecten in Zuid-Holland vastgesteld. Gedeputeerde Staten geven in de antwoorden aan dat de rekenwijze waarop vergunningverlening gebaseerd wordt een landelijk geldend systeem is, waaraan wij ons als provincie Zuid-Holland committeren.

De kust in het gebied tussen Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee is langzaam aan het verzanden. Op initiatief van de gemeente Westvoorne is daarom een coalitie gevormd om dit probleem te onderzoeken. De coalitie bestaat uit een 12-tal partijen, waaronder provincie Zuid-Holland. De komende tijd wordt een onderzoeksfase gestart om de problematiek van de kustverzanding te verkennen, en ook een beter beeld te krijgen van de gevolgen. Voor deze onderzoeksfase is een samenwerkingsovereenkomst (SOK) opgesteld met daarin o.a. afspraken over de doelstelling van het onderzoek, de organisatie van de coalitie en de financiële bijdragen van partijen. Via het ondertekenen van deze SOK stelt de provincie een procesmanager ter beschikking voor de begeleiding van de onderzoeksfase en daarnaast 74.000 euro voor het onderzoek.

De provincie Zuid-Holland zet in op een aantrekkelijk en toekomstbestendig vestigings- en werkklimaat voor werkgevers, werknemers en bedrijven. Aantrekkelijke en concurrerende bedrijventerreinen spelen hierin een belangrijke rol. Daarom is de provinciale bedrijventerreinenstrategie geactualiseerd met als doel voldoende geschikte bedrijventerreinen in Zuid-Holland.Een groot deel van de provinciale inzet op bedrijventerreinen zal gelijk blijven. De drie uitgangspunten van het provinciaal bedrijventerreinenbeleid blijven namelijk in stand:1.    Evenwicht in vraag en aanbod2.    Beter benutten en functioneren van bestaande bedrijventerreinen3.    Verduurzamen en voorbereiden op de toekomst.Maar de strategie bevat enkele ook voorstellen voor aanpassing van onderdelen van het provinciale Omgevingsbeleid. Deze strategie doet onder andere voorstellen voor nieuwe mogelijkheden op het gebied van compensatie van bedrijventerreinen, de status van de regionale bedrijventerreinenvisies, de introductie van woon-werk-akkoorden, de structurele inzet op leegstandsaanpak en een bredere inzet op duurzaamheid en energieverbruik.

Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording van de Statenvragen 3649 van de fractie PVV met betrekking tot Duidelijkheid inzake windparken Goeree-Overflakkee vastgesteld.