Besluiten

Het college van Gedeputeerde Staten heeft besloten beroep in te stellen tegen een door de gemeente Molenlanden verleende vergunning voor het uitbreiden van een bestaande geitenstal en de bouw van een nieuwe geitenstal. Uit onderzoek blijkt ondermeer dat binnen een straal van 2 kilometer een verhoogd risico is op longontsteking. Om die reden heeft de provincie regels opgesteld om nieuwvestiging of uitbreiding van geitenstallen te voorkomen. De door de gemeente afgegeven vergunning is in strijd met provinciale regels.

Het college heeft de folder "Hoe verbind je de energietransitie met klimaatadaptatie?" vastgesteld en aan Provinciale Staten gezonden. In de folder wordt op luchtige wijze aandacht gevraagd om in de energieplannen die de regio's momenteel aan het opstellen zijn, rekening te houden met de effecten die klimaatverandering nu al heeft. Zo wordt gevraagd om na te denken over het duurzaam voorzien in de toenemende koeltevraag (het wordt steeds warmer) en het voorkomen van onnodige kosten door werkzaamheden gelijktijdig in te plannen in plaats van los van elkaar. Het op die manier benutten van 'meekoppelkansen' is één van de afspraken die de overheden hebben gemaakt in het nationale Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.

Motie 556 (Noordermeer, VVD, dd 28 januari 2015) werd ingediend naar aanleiding van de plannen om het Volkerak-Zoommeer te veranderen van een zoet in een zout meer. In de motie worden Gedeputeerde Staten verzocht om samen met al de betrokken partners een zoetwaterprotocol op te stellen om lekkage van zout water via de Volkeraksluizen te voorkomen. Deze brief beschrijft welke inspanningen GS en haar partners hebben gepleegd om invulling te geven aan de motie. Daarnaast wordt verwezen naar een brief waarin de minister van Infrastructuur en Waterstaat aangeeft dat er tot 2032 geen geld is voor de realisatie van een zout Volkerak-Zoommeer. Daarmee is het belangrijkste punt van de motie op de lange baan geschoven. GS verzoeken Provinciale Staten om motie 556 als afgehandeld te beschouwen.

De SP-fractie heeft vragen gesteld over de gevolgen van de verstoring van de dienstregeling Treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda (TAG) op 14 januari 2020 voor reizigers, vervoerder en baanstabiliteit op andere trajecten. Tijdens regulier inspectiewerk van de spoorbaan voor de TAG is een zijdelingse verschuiving van het spoor geconstateerd. Daarop is besloten het treinverkeer te beperken. Na het nemen van snelheidsbeperkende maatregelen, zodat de veiligheid niet in gevaar is, is de reguliere dienstregeling weer hervat, zonder noemenswaardige vertraging. ProRail is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de spoorinfrastructuur. ProRail onderzoekt landelijk de spoorstabiliteit. De uitkomsten van het eindbeeld moeten worden afgewacht.

Op 15 oktober 2019 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van Katwijk Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland verzocht om, gelet op een motie van de gemeenteraad van Katwijk, gezamenlijk een onderzoek uit te voeren naar mogelijke alternatieve varianten voor de tijdelijke verlegging van de N206 aan de zuidzijde van de ir. G. Tjalmaweg. Hierop is in november 2019 door de provincie Zuid-Holland een onderzoek gestart naar zuidelijke alternatieven voor de tijdelijke verlegging. Bij dit onderzoek zijn zowel de gemeente Katwijk als bewoners betrokken. De uitgangspunten die bij dit onderzoek zijn gehanteerd zijn besproken in de commissie Bereikbaarheid en Energie van 15 januari jl. Het onderzoeksrapport is afgerond en op basis van de resultaten zien Gedeputeerde Staten geen ruimte om anders te besluiten dan het handhaven van de noordvariant. Over die keuze zullen Provinciale Staten met een brief worden geïnformeerd.

Zowel in het Klimaatakkoord als in het coalitieakkoord van Zuid-Holland is een sleutelrol voorzien voor duurzaam geproduceerde waterstof in de energie- en grondstoffentransitie. Gedeputeerde Staten hebben de ‘Waterstofvisie en strategie: De rol van waterstof in de energie- en grondstoffentransitie in Zuid-Holland 2030 (-2050)’ vastgesteld. Hierin laat de provincie zien waar haar prioriteiten liggen voor Zuid-Holland als het gaat om de ontwikkeling en rol van waterstof. Daarnaast maakt zij keuzes ten aanzien van de inzet op dit onderwerp voor de huidige coalitieperiode. De provinciale waterstofvisie richt zich voornamelijk op de sectoren Industrie, Mobiliteit en Elektriciteit uit het Klimaatakkoord.

De provincie Zuid-Holland stelt de subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen wederom open met een bedrag van € 500.000. Ondernemersverenigingen, Stichting Bedrijven Investerings Zone (BIZ) of gemeenten kunnen aanvragen indienen voor onder andere haalbaarheidsonderzoeken om de kwaliteit van bedrijventerreinen te verbeteren, voor het opstellen van een meerjarenplan van een ondernemersvereniging of het oprichten van een Stichting BIZ.

Eén museum in Zuid-Holland maakt kans op een jaarlijkse rijksbijdrage van € 250.000,00 gedurende vier jaar. Het geld is voor het uitvoeren van publieksactiviteiten die te maken hebben met hun gemeentelijke of provinciale collectie van nationaal of internationaal belang. Gedeputeerde Staten van elke provincie kunnen hiervoor één museum voordragen. Zuid-Holland heeft veel mooie musea die het publiek in aanraking brengen met uiteenlopende thema’s zoals kunst, geschiedenis en techniek. Dit betekent dat meerdere musea in aanmerking zouden kunnen komen. De provincie heeft 19 aanvragen ontvangen voor deze voordracht. Een werkgroep met drie Statenleden en drie inhoudelijk deskundigen hebben Gedeputeerde Staten, op basis van de ingediende plannen, gevoerde gesprekken en criteria geadviseerd het Stedelijk Museum Schiedam voor te dragen. Gedeputeerde Staten nemen dit advies over en dragen dit museum daarom voor bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De provincie Zuid-Holland heeft namens een groot aantal partijen een aanvraag ingediend voor subsidie bij de Europese Unie. Het gaat om een LIFE IP aanvraag All4Biodiversity. Met de subsidie willen de partners – met de provincie Zuid-Holland als leadpartner - de natuurkwaliteit in de Natura 2000 gebieden verbeteren. Natura 2000 gebieden zijn door Europa aangewezen natuurgebieden. Het blijkt dat het met de kwaliteit van de natuurontwikkeling niet goed gaat. Invloeden van buiten de gebieden – zogenaamde drukfactoren – zijn hiervoor verantwoordelijk. Gedacht moet worden aan de uitstoot van stikstof, verdroging of vermesting. Het doel van All4Biodiversity is om in een samenwerking tussen de natuurbeheerders en grondeigenaren rondom de natuurgebieden afspraken te maken over de vermindering van de drukfactoren. De aanpak, ervaringen en uitkomsten krijgen vervolgens een plek in een portaal dat voor een veel bredere groep elders in Nederland gebruikt kan worden. Daarmee wordt de totale kwaliteit van de natuur in Nederland verbeterd.

Rijkswaterstaat trekt het project A4 Haaglanden - N14 waarin wordt bestudeerd hoe de wegcapaciteit op de A4 tussen de aansluiting met de N14 (Leidschendam) en de Ketheltunnel en op de N14 vergroot kan worden. Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft provincie Zuid-Holland samen met betreffende gemeenten gezocht naar zogenaamde ''meekoppelkansen''. Dit zijn extra kansen voor fietspaden, ecologische verbindingen en groenverbindingen die tegelijk met het project A4 Haaglanden - N14 aangelegd zouden kunnen worden met als doel dat de hoofdwegen minder een barrière vormen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een brief gestuurd waarin onder andere opgenomen is hoe deze meekoppelkansen meegenomen kunnen worden in het project A4 Haaglanden - N14. Gedeputeerde Staten sturen een antwoordbrief waarin het Rijk wordt gewezen op de verantwoordelijkheid voor de inpassing van rijkswegen en daarmee voor de meekoppelkansen.