FAQ Routekaart RES

Om te kijken waar in de provincie nieuwe windmolens kunnen komen, is er een Omgevingseffectrapportage (OER)gemaakt. In een OER wordt onderzocht wat de gevolgen zijn van veranderingen in het provinciale beleid, zoals het plaatsen van windmolens.

Een OER lijkt op een Milieu Effect Rapportage (MER), maar kijkt niet alleen naar het milieu. Ook andere effecten op de omgeving worden meegenomen, zoals natuur, landschap en de leefomgeving van mensen.

Dit is wat er is onderzocht

Er is gekeken naar nieuwe plekken voor windmolens. Daarbij is gelet op drie dingen:

1. Door gemeenten aangedragen locaties
   Gemeenten en waterschappen (de RES-partners) hebben gebieden voorgesteld. Die gebieden zijn onderzocht op geschiktheid. Soms ging het om plekken die al door de gemeenteraad zijn gekozen. Soms om hele gebieden, om te kijken of participatie (meedenken van inwoners) zinvol is.

2. Landschap
   Er is gekeken of windmolens goed passen in het landschap:

   • Niet verspreid in kleine groepjes

   • Past de opstelling bij de vorm van het landschap?

   • Is het goed in te passen bij de grootte en het karakter van het gebied?

   • Geen windmolens bij belangrijke cultuurhistorische gebieden

   • Is het mogelijk om de windmolens mooi en zorgvuldig in te passen?

3. Natuur
   Er is gelet op het beschermen van natuur:

   • Geen windmolens in natuurgebieden (zoals N2000, NNN, ganzenrustgebieden)

   • Niet in of dichtbij belangrijke weidevogelgebieden

   • Worden er weinig vogels verstoord?

4. Leefomgeving
   Er is rekening gehouden met mensen die in de buurt wonen:

   • Windmolens minimaal 1.000 meter van woongebieden

   • Niet in drukke recreatiegebieden of op recreatief water

   • Alleen opstellingen in rechte lijnen, omdat die rustiger ogen

Op de kaarten staan vlekken met verschillende kleuren. Deze staan voor plekken waar windmolens zoudenkunnen komen als je bijvoorbeeld het effect op landschap of natuur minimaliseert.

De plekken op de kaarten zijn de concept onderzoeksresultaten. Er zullen locaties afvallen. Er staat dus nog niksvast. De komende maanden zijn de kaarten input voor gesprekken binnen de provincie, binnen gemeenten en met bewoners.

Er zijn nog geen voorkeurslocaties. Wel zijn er locaties waarvan uit analyse komt dat ze van alle gebieden die uit deOER naar voren kwamen, technisch het meest geschikt zijn om windmolens te plaatsen.

Er zijn ongeveer 40 locaties onderzocht.

Gemeenten hebben locaties aangedragen op basis van hun voorkeuren en bestuurlijk en maatschappelijkdraagvlak. Voor een goed onderbouwde en daarmee juridisch houdbare besluitvorming moet je eerst deinformatie verzamelen op basis van objectieve (milieu, technische en juridische) criteria en komt daarna pas depolitiek bestuurlijke afweging (en voorkeuren). Dus in lijn met dat advies van de onafhankelijke commissie mer hebben we alle locaties waar 3 of meer turbinesmogelijk zijn onderzocht.

Er staat nog niks vast. De komende maanden zijn de kaarten en de onderbouwing bij de kaarten input voorgesprekken binnen de provincie, binnen gemeenten en met bewoners.

Tussenoktoberendecemberligtdeontwerpherzieningterinzageenkaniedereeneen zienswijzeindienen.Deprovinciezalditviahaarkanalenbekendmakenenwevragenookde gemeenten om hiermee te helpen. Ukuntookgebruikmakenvanuwinspreekrecht.Zievoormeerinformatie deze pagina.

De RES-afspraken gaan over wind- en zonne-energie. De gemeente is bevoegd gezag voor zonne-energie en trekt daar de kar, de provincie voor windenergie. (en het Rijk voor kernenergie, maar die valt buiten de RES-afspraken).

De provincie heeft de bevoegdheid om windenergie mogelijk te maken door locaties vast te leggen in deprovinciale Omgevingsverordening.Ookisdeprovinciebevoegdgezagenmagze vergunningenverlenenvoorwindparkenvan15-100MW(opgrondvandeEnergiewet)(vanaf3 turbines).

DeRES-regio's(gemeenten,waterschappen,provincie)zijnverantwoordelijkvoorhethalen van hun RES doelen.

Deresultatenblijvenachterenomdedoelentehalenzijnongeveer80-90windturbinesextra nodig. Om te kijkenop welke locaties dit mogelijk kan en wat de effecten hiervan zijn, onderzoekt de provincie dit in een Omgevingseffectrapportage (OER).

De eerste resultaten hiervan zijn nu bekend en zijn komende maanden onderwerp van gesprek binnen deprovincie, gemeenten en met bewoners. Er staat nog niks vast.

Het onderzoek naar windenergie is opgesteld door bureau WING. Het is in opdracht van de provincie,onafhankelijk uitgevoerd en wordt nog getoetst door de onafhankelijke commissie MER en DCMR.

De provincie wil de RES-regio's faciliteren door deze locaties met bijpassend provinciaal instrument in hetOmgevingsbeleid op te nemen. Graag gaan wij met de regio's in gesprek hoe we verschillen in snelheid enbestuurlijk mandaat tussen gemeenten en provincie kunnen opvangen, en binnen het proces extra tijd en ruimtekunnen bieden. Uitgangspunt blijft voor GS dat gemeenten de vergunningverlening voor realisatie voorwindprojecten bij voorkeur zelf ter hand nemen, zoals nu ook al staand beleid is.

Het Omgevingsbeleid van provincie Zuid-Holland bestaat uit drie instrumenten:

• De Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie geeft een beschrijving van de huidige staat van de fysieke leefomgeving in Zuid-Holland envan de toekomst, zoals de provincie die voor zich ziet.

• Het Omgevingsprogramma

In het Omgevingsprogramma staat beschreven welke maatregelen de provincie neemt om haar visie waar te maken.

• De Omgevingsverordening

Tot slot staan in de Omgevingsverordening de regels over wat wel en niet is toegestaan binnen deprovinciegrenzen. De Omgevingsverordening bepaalt dus ook waar windenergie is toegestaan en welke locatiesdaarvoor geschikt zijn.

De provincie heeft gezegd met gemeenten in gesprek te willen over welke plek de windzoeklocaties uit het OERkrijgen in het provinciaal omgevingsbeleid. Uiterlijk 7 oktober moet dit duidelijk zijn.

Omgevingsbeleid - Provincie Zuid-Holland - Omgevingsbeleid Provincie Zuid-Holland

Bestuurders van gemeenten en waterschappen kunnen over de kaarten in gesprek gaan met hun raden en anderebelanghebbenden. Ze hebben tot en met september de tijd om hun voorkeuren aan te geven of om met anderevoorstellen te komen. Zo kunnen we samen met de gemeenten en waterschappen tot een voorstel komen waarmeerdere partijen het over eens zijn. Als zij ervoor kiezen dat niet te doen, kunnen ze hun zienswijze delentijdens de officiële ter inzagelegging van oktober tot december.

InRES1.0(RegionaleEnergiestrategie)zijnafsprakengemaaktovero.a.dehoogtevanhet RES-bod en over zoekgebieden voor wind- en zonne-energie. In 2022 is geconstateerd dat het RES-bod niethaalbaar is binnen de zoekgebieden die door gemeente en provincie zijn vastgesteld. IndeRESisbesprokendatermeerruimtenodigisvanuithetprovincialebeleid. Beginapril2024hebbenGS daaropderoutekaartRESvastgesteldalshandreikingaan gemeentenomdeRES-biedingenhaalbaartemaken doorteonderzoekenofenwaarerinhet provinciaal omgevingsbeleid meer ruimte voor windenergie te creëren zou kunnen zijn. Hiervoor hebben een aantal gemeenten voorkeurslocaties opgegeven die we mee hebben genomen in de Omgevingseffectrapportage (OER).

In de energietransitie is decentrale opwek van groot belang. Een regionale balans tussen productie en gebruikvan energie helpt netcongestie te voorkomen. Daarom is het belangrijk dat de energie-transitie van onderop wordt gedragen in energieregio’s (RES-regio’s). Binnen de zeven Zuid-Hollandse energieregio’s bepalen gemeenten,provincie en waterschappen samen waar zon en windenergie komt. Samen hebben de regio’s van Zuid-Holland afgesproken om 6,3-6,8 TWh duurzame elektriciteit op te wekken.

In oktober start de provincie een participatietraject op. De provincie doet dit zoveel mogelijk in afstemming met deRES-partners. Dit participatietraject zal parallel lopen aan de herziening van het Omgevingsbeleid en looptdaarmee ook na medio september 2025 door. De insteek van de provincie in dit participatietraject is informeren enraadplegen, waarbij de opbrengst gebruikt zal worden voor de uiteindelijke besluitvorming.

Je kunt als bewoner tijdens bijvoorbeeld participatiemomenten meegeven wat je belangrijk vindt bij windmolens.En tijdens de zienswijze termijn kun je je (onderbouwde) mening geven.

Jekuntalsbewonernietmeebeslissenoverdelocaties.UiteindelijkzalGedeputeerdeStaten een voorstel doenen is het aan Provinciale Staten om de locaties vast te stellen.

Bewonerskunnenookgebruikmakenvanhuninspreekrecht.Op deze pagina vind je hierover meerinformatie.