Een natuurinclusieve omgeving stimuleert bewoners en bezoekers om te spelen en bewegen. Het draagt bij aan een aangenaam leefklimaat. Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomer en het zuivert de lucht. Ook biedt het volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Dankzij al deze bewoners komen steden en dorpen écht tot leven.
De provincie Zuid-Holland heeft een Soorten kansenkaart laten ontwikkelen. De kaart helpt bouwers om in een vroeg stadium rekening te houden met de aanwezigheid van beschermde diersoorten.
Door een veranderende manier van bouwen hebben deze soorten het moeilijker gekregen. We isoleren meer en dichten de gaten en kieren beter af. Ook klimaatverandering en de verdichting van de gebouwde omgeving leggen een druk op de leefomgeving van de dieren.
Natuurinclusief bouwen biedt hiervoor een oplossing; gebouwen worden zo ontworpen dat (gebouwbewonende) diersoorten een plek krijgen. Dit gaat niet ten koste van veiligheid of comfort voor bewoners.
Nestplaatsen, groene daken en beplanting
We kunnen dieren en planten een plek bieden in de gebouwde omgeving met relatief simpele en goedkope ingrepen. Denk aan nestplaatsen voor vogels of vleermuizen, groene daken of meer en diversere beplanting in de omgeving.
Verbinding van groen- en waterstructuren is daarnaast belangrijk om voldoende grote leefgebieden te realiseren. Verschillende soorten inheemse beplanting zorgen daarin voor een robuust ecosysteem.
De beste waarborg is het natuurinclusief ontwerpen al aan het begin van een bouwproject in het ontwerp op te nemen.