Besluiten

De PVV heeft vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over onteigening van landbouwgrond voor natuur in de Krimpenerwaard naar aanleiding van de oorlog in de Oekraine. Hoewel deze oorlog diverse ingrijpende gevolgen heeft, geeft het in dit geval geen aanleiding tot het maken van andere keuzes. De natuur staat bovendien dermate onder druk dat inspanningen daarop van vitaal belang zijn. De overeengekomen realisatie van natuurgebied in de Krimpenerwaard met beperkte agrarische gebruiksmogelijkheden is de gedragen uitkomst van een tientallen jaren durend zorgvuldig gebiedsproces. Dit geeft de gewenste duidelijkheid voor het gebied. Onteigening blijft de laatste maatregel om de nodige grond beschikbaar te krijgen. Volop is ingezet op het maken van afspraken over zelfrealisatie of ander minnelijke verwerving. En met succes.

Januari 2021 heeft het college van GS het bodemenergieplan Laakhaven vastgesteld, en wel voor slechts een jaar, omdat zij nog enkele vragen had aan de gemeente Den Haag ten aanzien van de afspraken rond uitvoering van het bodemenergieplan, zoals over regeneratie- en back-up voorzieningen voor het gebiedssysteem. Deze vragen zijn door de gemeente Den Haag inmiddels beantwoord, zodat het college het bodemenergieplan definitief kon vaststellen.

Provinciale Staten heeft aan Gedeputeerde Staten gevraagd te verkennen hoe het VN verdrag handicap opgenomen kan worden in het omgevingsbeleid. In de brief doet Gedeputeerde Staten het voorstel om maatregelen te nemen om de toegankelijkheid in recreatiegebieden te vergroten.

Het provinciaal omgevingsbeleid is continu in beweging. Voor de energietransitie zijn er nieuwe plannen gemaakt, zoals in de Regionale Energiestrategieën RES1.0 en de Cluster Energie Strategie (CES) Rotterdam-Moerdijk. Om te zorgen dat deze plannen verder uitgewerkt en uitgevoerd kunnen worden, hebben we een ontwerp opgesteld voor de module Energietransitie in het omgevingsbeleid. In deze ontwerp module staat de visie van de provincie Zuid-Holland over de energietransitie en zijn er richtlijnen opgenomen om energie een plek te geven in de omgeving. De onderwerpen die aan bod komen in de module zijn industrie, energieinfrastructuur, zonne-energie, windenergie, warmte, ruimtelijke kwaliteit, lokaal eigendom en participatie. Nadat de Commissie Integraal van Provinciale Staten op 1 juni 2022 akkoord is voor het vrijgeven voor de inspraak ligt het ontwerp van 6 juni tot 1 augustus 2022 ter inzage.

Nederland wil in 2030 minstens 49 procent minder CO2 uitstoten. Dat tussendoel, op weg naar een volledig duurzame samenleving, hebben we met elkaar afgesproken in het Klimaatakkoord. Het nieuwe kabinet doet daar zelfs nog een schep bovenop, door te streven naar 60 procent. In deze Meterstand wordt uiteen gezet welke bijdrage de provincie Zuid-Holland levert.

Publiekssamenvatting bij de Jaarstukken 2021 van Provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen. Op grond van art. 15.47 Wet milieubeheer (Wm) is voor de provincie een nazorgregeling opgesteld. Volgens deze regeling is het provinciaal bestuur na sluiting van een stortplaats verantwoordelijk voor het voorkomen van milieuschade. Om aan die verantwoordelijkheid te voldoen legt de provincie aanslagen nazorgheffing op aan de exploitanten van stortplaatsen. De provincie heeft het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland opgericht waarin de nazorgheffingen en behaalde rendementen over die heffingen voldoende (doel)vermogen moeten genereren om aan de eeuwigdurende nazorgverplichtingen te kunnen voldoen. In de Jaarstukken 2021 leggen Gedeputeerde Staten verantwoording af aan Provinciale Staten over het gevoerde financieel beheer van het nazorgfonds onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag van het fonds.

Met de jaarstukken leggen Gedeputeerde Staten integraal verantwoording af over zowel het beleid (doelen en prestaties), als de financiën (rekeningresultaat en balans). De jaarstukken bestaan uit het Jaarverslag 2021 en de Jaarrekening 2021. In 2021 heeft de provincie € 747 mln aan lasten en € 760 mln aan baten gerealiseerd om de gestelde doelen voor 2021 te realiseren.

Ruim 30 deelnemers aan het participatietraject van Rotterdam The Hague Airport hebben een ‘voorlopig pakket participatietraject’ opgesteld. Het voorlopig pakket heeft de status van ‘tussenproduct’, en wordt aangeboden ter informatie en consultatie. De deelnemers bespreken het document in april en mei met hun achterbannen. Het voorlopig pakket bevat maatregelen die de hinder voor de omgeving beperken, vooral in de nachtelijke uren. Het pakket bevat ook beperkte ruimte voor groei (groei verdienen), maar niet eerder dan de inzet van stillere vliegtuigen, en ook niet zonder geluidsruimte terug te geven aan de omgeving. De beschikbare gebruiksruimte wordt daarmee kleiner. Daarmee bevat het voorlopig pakket herkenbare punten die eerder namens de provincie in het participatieproces zijn ingebracht. GS stellen voor om de punten van provinciale herkenning in een reactie te benoemen. Daarbij vragen GS bij de verdere uitwerking bijzondere aandacht voor regelgeving op het gebied van CO2 en stikstof, en voor het faciliteren van luchtvaartinnovaties.  Na consultering van de achterbannen volgt in de zomermaanden een verdere bewerking en uitwerking van het voorlopig pakket.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland informeren door middel van deze brief Provinciale Staten van Zuid-Holland over de achtergronden van en haar standpunten over eventuele grootschalige woningbouw op de locatie Gnephoek in de gemeente Alphen aan den Rijn. Hiermee wordt invulling gegeven aan een aantal toezeggingen aan Provinciale Staten. Tevens wordt door middel van deze brief invulling gegeven aan motie 1074 "Woningbehoefteraming subregio Holland Rijnland".

De provincie Zuid-Holland koopt voor de realisatie van met name infrastructuur- en groenprojecten grond. Vooral in het landelijk gebied is de provincie met het oog op de realisatie van natuurgebieden ook grondeigenaar en de provincie verkoopt grond, soms met en soms zonder daarmee een opgave/beleidsdoel te dienen. In de uitvoeringsnota grondbeleid definieert de provincie hoe ze op de grondmarkt werkt en worden de hiervoor geldende kernwaarden en spelregels geactualiseerd. Ten behoeve van complexe opgaven kan de provincie voor die opgaven en in samenwerking met gemeenten of andere maatschappelijke partners specifieke afspraken maken over de inzet van het grondbeleid.