Besluiten

In de provinciale bedrijventerreinenstrategie is vastgelegd dat elke twee jaar een inventarisatie plaatsvindt naar grootschalige, leegstaande bedrijfspanden of -kavels. Eind 2023 is door onderzoeksbureau Stec in opdracht van de provincie Zuid-Holland een inventarisatie uitgevoerd. De belangrijkste resultaten uit deze inventarisatie zijn dat: De leegstand op de Zuid-Hollandse bedrijventerreinen zeer beperkt is.  Door deze krapte wordt (op termijn) leegstand door de markt opgelost.  Nog twee van de geïnventariseerde locaties leeg staan, niet markttechnisch courant zijn en/of er andere grote belemmerende factoren spelen op de locatie. Het betreft de locaties Wateringseweg 4 in Delft en IJsseldijk in Capelle aan den IJssel. Het nog-uit-te-geven aanbod van lege bedrijfskavels op nieuwe bedrijventerreinen (het zogenaamde harde planaanbod) valt buiten de scope van deze inventarisatie. Dit aanbod is bedoeld om de verwachte vraag naar ruimte op bedrijventerreinen te bedienen die uit de provinciale behoefteraming naar voren is gekomen. De provincie gaat in gesprek met de relevante partijen in Delft en Capelle aan den IJssel om samen te bepalen of de provincie eventuele obstakels weg kan nemen waardoor hergebruik mogelijk wordt.

Gedeputeerde Staten hebben het advies van de bezwarencommissie deels overgenomen. Gedeputeerde Staten zijn anders dan de bezwarencommissie van mening dat de lozing van TFA niet vergund was. Gedeputeerde Staten hebben de bezwaren van Chemours Netherlands B.V. (hierna: Chemours) tegen het opleggen van een last onder dwangsom ongegrond verklaard. Aan Chemours is op 30 augustus 2023 een last onder dwangsom opgelegd, omdat Chemours onvergund met TFA verontreinigd afvalwater loost op het gemeentelijk riool. Chemours heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om het besluit te schorsen. De rechtbank Den Haag heeft dat verzoek afgewezen. De bezwarencommissie heeft geadviseerd het besluit van 30 augustus 2023 te herroepen omdat volgens de bezwarencommissie geen sprake was van een onvergunde activiteit. Voor wat betreft het advies van de bezwarencommissie over de bezwaargronden: dat niet op grond van bijzondere omstandigheden van handhavend optreden had dienen te worden afgezien; dat de hoogte van de dwangsom niet te hoog is bepaald; en dat de begunstigingstermijn niet te kort is, volgen Gedeputeerde Staten het advies.

Volt, SP, D66, PvdD, JA21 en 50PLUS hebben vragen gesteld naar aanleiding van berichtgeving in de media over PFAS in drinkwater. Drinkwaterbedrijven maken zich hier zorgen over. Specifiek stellen de partijen vragen over PFAS door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ze vragen wat GS doen om PFAS in het drinkwater te voorkomen. GS antwoorden dat zij de zorgen van de drinkwaterbedrijven delen en leggen uit dat het beleid van de provincie ten aanzien van (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stoffen ((p)ZZS) al streng is, maar dat landelijk beleid momenteel ontbreekt. Ook antwoorden GS dat de provincie het Europese restrictievoorstel voor alle PFAS onderschrijft en dat de provincie bij het Rijk heeft aangegeven dat wet- en regelgeving rond (p)ZZS onvoldoende is. Daarnaast wordt de rolverdeling tussen provincies, drinkwaterbedrijven, Rijk, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) toegelicht.

In april 2024 worden twee subsidieregelingen opengesteld voor meer bos, bomen en leefgebied voor icoonsoorten. Via de subsidie 'meer bos' kunnen grondeigenaren financiële ondersteuning ontvangen als zij land omvormen tot bos. Uitgangspunten bij de openstelling zijn o.a. winst voor biodiversiteit, passend bij het ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de provincie en gebruik van minimaal 80% inheems plantmateriaal. Cofinanciering is een belangrijk onderdeel in de weging van inschrijvingen, om zo veel mogelijk bosareaal te kunnen realiseren. Voor deze regeling is een budget van € 1,1 miljoen beschikbaar. De subsidie 'realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen' richt zich op biodiversiteit buiten de bestaande natuurgebieden. Via deze subsidieregeling kunnen initiatiefnemers (zowel particulieren, organisaties als overheden) natuurmaatregelen treffen zoals het aanleggen van poelen, het ontwikkelen van bloemrijk grasland, of het planten van struiken en bomen. Voor deze regeling is een budget van € 400.000,- beschikbaar.

Gedeputeerde Staten heeft de beantwoording van de Statenvragen van Partij van de Dieren over "Energiehubs in gevaar in Zuid-Holland" vastgesteld. Er is in Zuid-Holland in steeds meer gebieden sprake van netcongestie. Dit is nu nog beperkt tot delen van Zuid-Holland, maar kan de komende jaren gaan toenemen en gevolgen hebben voor het realiseren van bijvoorbeeld verduurzaming van bedrijfsprocessen. Energiehubs kunnen een een oplossing bieden door het energienet beter te benutten.

Tijdens de behandeling van de begroting in de commissie Ruimte en Milieu op 28 oktober jl. is gesproken over de provinciale financiële ondersteuning van het beheer en onderhoud van recreatiegebieden. In deze vergadering is gevraagd of er een andere vorm dan subsidie, bijvoorbeeld opdrachtverlening, wellicht een beter instrument is. GS beschrijft in deze brief de alternatieven opdracht en inkoop en geeft aan waarom subsidie het correcte instrument is.

Gedeputeerde Staten hebben plaatsvervangend secretarissen benoemd zodat bij afwezigheid van de secretaris betreffende zaken door anderen (in genoemde volgorde) kunnen worden vervuld. Vervanging door de plaatsvervangers doet zich vooral voor in recesperioden.

Om de doelen voor elektrisch rijden uit het Klimaatakkoord te behalen is de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) in het leven geroepen. Hierin werken het Rijk, gemeenten, provincies en netbeheerders samen om laadinfrastructuur geen beperking te laten zijn voor de groei van elektrisch rijden. De zes NAL-regio’s voeren de agenda uit in samenwerking met de inliggende gemeenten. De provincies Zeeland en Zuid-Holland vormen één regio, namelijk Zuidwest. Op 30 oktober 2023 is door alle betrokken partijen een nieuwe Samenwerkingsovereenkomst ondertekend om de uitvoering van de NAL te continueren. Zeeland en Zuid-Holland werken samen aan de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur Zuidwest. Om die samenwerking voort te zetten is een uitvoeringsovereenkomst opgesteld.

Op 26 januari 2024 hebben PvdD, D66, VOLT en SP Statenvragen ingediend met als onderwerp ‘Voortgang Natuurrealisatie’, naar aanleiding van diverse uitlatingen over dat het natuurbeleid bij provincies achterblijft van wat daadwerkelijk nodig is om de afgesproken natuurdoelen te halen. Gedeputeerde Staten geven in de beantwoording aan dat de uitvoering van natuurbeleid de afgelopen jaren al is geïntensiveerd en dat extra benodigde maatregelen de komende jaren verder worden uitgewerkt in het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG).

Samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) stimuleren we het innovatief mkb in de regio. De subsidie is bedoeld om innovaties naar de markt of verder te brengen. Dat geeft niet alleen een impuls aan de bedrijven, maar ook aan de economische kracht van de regio om zo een toekomstbestendige economie te bevorderen. Met de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren (MIT) Zuid-Holland wordt sinds 2015 innovatie in het mkb gestimuleerd die nodig is voor de transitie naar een duurzame, digitale en inclusieve economie. Bedrijven leveren met hun projecten een grotere bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen zoals voedselveiligheid, duurzame energie, robotisering, logistieke ketens en gezondheidszorg. De Subsidieregeling MIT Zuid-Holland heeft 2 instrumenten, haalbaarheidsprojecten (max. € 20.000,- subsidie en een eigen bijdrage van 60%) en R&D samenwerkingsprojecten (max, € 350.000,- subsidie en een eigen bijdrage van 65%). Met dit besluit zijn de deelplafonds en de tijdvakken 2024 voor beide instrumenten vastgesteld.