Besluiten

Met deze samenwerkingsovereenkomst zeggen de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland toe dat zij voorzien in een financiële bijdrage aan het Nationale Veenweide Innovatie Programma. In het VIP-NL wordt praktisch en innovatief onderzoek gedaan naar werkbare en duurzame vormen van landgebruik in de veenweiden, in dit geval in de vorm van het programma “proefboerderij op hoog water’. Het programma onderzoekt hoe een melkveebedrijf integraal duurzaam en rendabel kan opereren bij een hoge grondwaterstand.

Met het besluit wordt een technische wijziging doorgevoerd in de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016.  In paragraaf 2.18 van de regeling is gebruik gemaakt van de Landbouwvrijstellingsverordening. Hierdoor is er bij het verstrekken van subsidie voor waterinfiltratiesystemen in combinatie met verduurzamingsmaatregelen in veenweidegebieden sprake van geoorloofde staatsteun.  Met ingang van 1 januari 2023 is een nieuwe Landbouwvrijstellingsverordening in werking getreden. Met dit besluit wordt de Subsidieregeling groen Zuid-Holland in overeenstemming gebracht met de nieuwe Landbouwvrijstellingsverordening. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht.

Gedeputeerden Staten geven antwoord op de schriftelijke vragen van de BBB, SGP, CU, PvdD, GL, PvdA, JA21, SP, 50PLUS en PVV Beter een goede buur dan een verre vriend! De Statenvragen gaan over de relatie die de provincie onderhoudt met de Chinese provincie Hebei. Aanleiding is het AIVD jaarverslag 2022 dat in april 2023 is gepubliceerd. In dit rapport wordt gewezen dat China, naast dat zij een hoogwaardige (handels)partner is, ook een bedreiging vormt voor de Nederlandse economische veiligheid. De relatie die de provincie Zuid-Holland onderhoudt met China is gericht op handelsbevordering. Sinds december 2022 is het ‘Kader voor de relatie met China’ vastgesteld door Provinciale Staten in aanvulling op de Internationale Strategie 2020-2023 waarin beheersmaatregelen worden getroffen om deze bedreigingen beter te mitigeren. Provinciale Staten worden met de jaarlijkse evaluatie geïnformeerd over de voortgang van de relatie binnen het kader. Gedeputeerde Staten zullen dit jaarlijkse evaluatie moment gebruiken om kritisch te blijven kijken naar de relatie en manier van samenwerking met Chinese partners.

Op 8 maart 2023 hebben Provinciale Staten ingestemd met de realisatie van een geluid- en zichtwerende voorziening langs het provinciaal recreatiegebied Vlietland en de Vogelplas Starrevaart ten behoeve van het weren van geluid van de naastgelegen snelweg A4. Met de historisch betrokken gebiedspartijen uit het gebied zijn na intensief overleg voor alle vier de tracédelen voorkeursvarianten gekozen, die tezamen uitvoerbaar en financierbaar worden geacht. Gedeputeerde Staten hebben een brief vastgesteld waarmee ze Provinciale Staten informeren over de gewijzigde planning. Start van de uitvoeringswerkzaamheden zal begin 2024 zijn. Vanwege de twee jaar die nodig zijn om de grond van de grondlichamen te laten zetten zal oplevering van de werkzaamheden in 2027 zijn.

De fracties van BBB, Volt en SP hebben Statenvragen gesteld over problemen bij de RET. In de beantwoording wordt ingegaan op de rol van de provincie ten aanzien van het vervoer van de RET. De provincie heeft belang bij een goed functionerende RET, maar is geen opdrachtgever, dat is de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

De fractie van de PVV heeft vragen gesteld over problemen met windturbines van Siemens. Aanleiding voor de vragen zijn berichten hierover in de media. Gedeputeerde Staten antwoorden dat er in Zuid-Holland geen windturbines op land van de fabrikant Siemens zijn. In de afgelopen vijf jaar zijn er geen technische incidenten geweest met windturbines in Zuid-Holland. Het college ziet dan ook geen reden om te stoppen met windenergie.

Het College van Gedeputeerde Staten antwoordt op de schriftelijke vragen van JA21 over de realisatie van windturbines in Lansingerland dat de verkenning en de participatie over de realisatie van 15 MW windenergie in die gemeente wordt gestart.

In de periode 1 januari 2018 tot 1 januari 2023 hebben Gedeputeerde Staten een groot aantal documenten gedeeld met Provinciale Staten over het afhandelen van het Warmtedossier. Op een deel daarvan is geheimhouding opgelegd. Bij besluit van 8 maart 2023, nr. 7540, hebben Provinciale Staten de geheimhouding op een aantal documenten opgeheven. Gedeputeerde Staten maken deze documenten openbaar. De in deze documenten genoemde partijen hebben laten weten hiertegen geen bezwaar te hebben.

Gedeputeerde Staten hebben op 29 augustus 2023 de beantwoording van de Statenvragen 3979 van VVD CDA BBB PvdA GL “Is Zuid-Holland klaar voor zero-emissie zones?” vastgesteld. De provincie is van mening dat Zuid-Holland in grote lijnen klaar is voor zero-emissie zones gezien het feit dat het in eerste instantie alleen geldt voor nieuwe voertuigen. Voor alle bestaande voertuigen geldt een overgangstermijn. We zijn het eens met de vragenstellers dat het zorgelijk is dat er veel onduidelijkheid bij ondernemers bestaat over de overgangsregeling en de uitzonderingen. Het is een slechte zaak als ondernemers niet weten waar ze aan toe zijn. De komende jaren moet er nog veel uitbreiding van laadmogelijkheden komen waar veel partijen zich al gezamenlijk voor inzetten. Met name voor zware vrachtwagens (en bussen) wordt er nog volop gewerkt aan benodigde laadinfrastructuur inclusief de benodigde energie-infrastructuur.

VERAS, de branchevereniging voor sloopaannemers en asbestverwijderingsbedrijven, heeft eerder dit jaar een brief gestuurd aan de staatssecretaris van I&W. De aanleiding hiervoor is het besluit van het ministerie om strengere regels in te voeren voor  het afvoeren van chroom-6 houdend staalafval. Om de gevolgen van dit besluit te onderzoeken voor het beheer en onderhoud dat de provincie uitvoert is een aantal vragen gesteld aan gedeputeerde staten. De provincie is zich sinds 2016 bewust van de risico's die spelen bij het werken met chroom-6 houdende objecten. We werken samen met andere grote beheerders en onderhoudspartijen om ervoor te zorgen dat onze onderhoudsprojecten op een veilige manier plaatsvinden en de kennis op dit gebied wordt uitgebreid. De huidige werkwijze zorgt tijdens onderhoudsprojecten voor extra inspanningen, die op de doorlooptijd en de kosten van het gehele project geen grote invloed hebben. Met het vervangen of slopen van grote stalen delen van bestaande infrastructuur, met name de beweegbare kunstwerken, ondervinden we relatief weinig consequenties van de aangescherpte regels hieromtrent. Dit komt enerzijds doordat vervanging van bestaande objecten weinig voorkomt, en anderzijds doordat de betreffende objecten, vergeleken met bijvoorbeeld het areaal van Rijkswaterstaat, minder groot zijn. Ook op dit vlak zijn de gevolgen voor het beheer en onderhoud op dit moment klein.