Besluiten

De huidige mandaatbesluiten van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de vijf omgevingsdiensten zijn gewijzigd. Toegevoegd zijn twee nieuwe mandaten: een mandaat regelt dat de medewerkers van de pool Administratief toezicht in het gehele grondgebied van Zuid-Holland mogen handelen en een mandaat regelt dat er kan worden gehandhaafd conform het zorgplichtartikel 13 van de Wet bodembescherming. Verder is aan het mandaat bestuursrechtelijke handhaving voor het intrekken van een omgevingsvergunning en het opleggen van een bestuurlijke boete toegevoegd omdat deze taken niet in ondermandaat kunnen worden gegeven. Bij besluiten vanwege mer-(beoordelings)plichtige projecten wordt toegevoegd dat de besluiten die betrekking hebben op (grootschalige) op- en overslag van chemische stoffen die dienen als waterstof- of energiedrager, niet in ondermandaat kunnen worden gegeven.  De reden hiervan is de grote risico’s voor de omgevingsveiligheid en de onzekerheid omtrent de overige milieueffecten. Dat mandaten niet in ondermandaat kunnen worden gegeven, betekent dat de directeur Omgevingsdienst altijd vooroverleg pleegt met de ambtelijk opdrachtgever en de portefeuillehouder.

Partij voor de Dieren heeft vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over het definitieve besluit - wat in mandaat is genomen door omgevingsdienst Haaglanden - aangaande de populatie verwilderde damherten in de Hoeksche Waard. In de beantwoording geven Gedeputeerde Staten aan dat: In een provincie waar veel mensen en dieren samenleven, is het continu zoeken naar balans. Om deze balans te behouden, moet er soms worden ingegrepen. Als provincie hebben wij de verantwoordelijkheid om een lastige en zorgvuldige afweging te maken tussen de verschillende belangen in de samenleving. Wij realiseren ons dat sommigen wellicht graag een andere uitkomst hadden gezien, maar het is aan de provincie om deze lastige beslissing te nemen. Wij hebben de opties zorgvuldig onderzocht en kunnen niet anders dan concluderen dat het nu nemen van dit besluit met het oog op de natuur, de maatschappelijke belangen en het dierenwelzijn het enige juiste is. Ook geven Gedeputeerde Staten aan dat de antwoorden op de gestelde vragen zijn terug te vinden in het Besluit verwilderde damherten Hoeksche Waard Provincie Zuid-Holland (PZH)

JA21 heeft Statenvragen gesteld over de stand van zaken, het plan van aanpak voor de naleving van de Wet DBA en de maatregelen die worden getroffen om de bijbehorende risico's te mitigeren. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland geven daarop antwoord. Hierbij wordt gewezen op het plan van aanpak met betrekking tot het opheffen van het handhavingsmoratorium van de Wet DBA, de voortgang van implementaties en de mogelijke risico's voor de provincie bij niet correct naleven van de Wet DBA.

Gedeputeerde Staten sturen Provinciale Staten een behandelvoorstel voor motie 1470 ‘voldoende ruimte voor een straatje erbij en straatje ertussen’ en motie 1480 ‘vergroten biodiversiteit door een straatje erbij’, die op 11 oktober door Provinciale Staten zijn aangenomen. Hiermee wordt invulling gegeven aan beide moties. Daarnaast sturen Gedeputeerde Staten twee stukken opnieuw toe aan Provinciale Staten na een toezegging van gedeputeerde Koning in dezelfde vergadering op 11 oktober. Deze stukken betreffen het ‘Inspiratieboek voor compact en kwalitatief bouwen in kleine kernen’ en de brief aan Provinciale Staten met de titel ‘Procedure woningbouwlocaties 3 hectare kaart’. Beide documenten dateren uit december 2021.

Op 28 september 2024 ontvingen wij een Woo-verzoek waarin wordt gevraagd om alle informatie en communicatie die betrekking heeft op de bestuurlijke samenwerking tussen het ministerie/de minister van Asiel en migratie, en de commissaris van de Koning, de gedeputeerden en statenleden met betrekking tot het asielvraagstuk vanaf 2 juli 2024 tot heden. Het Woo-verzoek is zowel door Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten afgewezen omdat de gevraagde informatie niet is aangetroffen.

Op 9 oktober 2024 is verzocht om openbaarmaking van informatie met betrekking tot de aanleg van Golfpark Rotterdam over de periode van 1 mei 2023 tot en met 30 september 2024. De aangetroffen document(en) worden (gedeeltelijk) openbaargemaakt.

Vervolg Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied De context waarin we het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (hierna ZH-PLG) uitvoeren is in een jaar tijd drastisch veranderd. Zo heeft het kabinet Schoof I besloten om het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) stop te zetten en is het Transitiefonds ingetrokken. De wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de provincie zijn met het wegvallen van het NPLG en het transitiefonds niet veranderd. De koerswijziging van het Rijk vraagt wel om een heroriëntatie op onze aanpak. We willen met gebiedspartners in beweging komen op de doelen, met een aanpak van onderop. In 2025 gaan we in ieder geval met onze partners aan de slag met de uitvoering van het Maatregelenpakket. En voor elk deelgebied ontwikkelen we een gebiedsplan. Daarnaast geven we bestuurlijk richting op een aantal beleidsthema’s. We prioriteren en we benutten nieuwe kansen en inzichten die volgen uit het Rijksbeleid. Nu de plicht voor het maken van een provinciaal programma landelijk gebied is komen te vervallen komt er geen Ontwerp ZH-PLG.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland stellen subsidie beschikbaar voor bedrijven in de grondgebonden land- en tuinbouw. De subsidie is bedoeld voor productieve investeringen ter verduurzaming van de bedrijfsvoering. Voorbeelden zijn fertigatiesystemen, autonome- en semi-autonome vormen van niet-chemische onkruidbestrijding of apparatuur voor precisiebemesting. Voorbeelden zijn ook machines die akkerbouwers nodig hebben als zij willen omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering, zoals voor niet-chemische bestrijding van insecten.  De selectie investeringen in Zuid-Holland is gebaseerd op actuele knelpunten binnen de land- en tuinbouw, met nadruk op thema's zoals de Kader Richtlijn Water (KRW), waterbeheer, dierenwelzijn en agrobiodiversiteit. Hiermee wordt een directe bijdrage geleverd aan de verdere verduurzaming, met oog voor continuïteit op het bedrijf. In totaal is bij deze eerste openstelling € 2.394.467 beschikbaar, met een minimum subsidiebedrag van €10.000 en een maximum van € 50.000. Subsidie kan worden aangevraagd via het RVO loket in de periode van 15 januari tot en met 17 maart 2025. Dit besluit is genomen in het kader van het Nationaal Strategisch Plan, ter uitvoering van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in Zuid-Holland.

Jaarlijks wordt voor de subsidiëring van investeringen in en realisatie van natuur en landschap (omvorming, inrichting en kwaliteitsontwikkeling) een openstellingsbesluit voor de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Zuid-Holland 2013 (SKNL) vastgesteld. Op 12 november 2024 hebben GS het openstellingsbesluit van de SKNL voor het jaar 2025 vastgesteld, met een deelplafond van € 6.381.857,--, en enkele kleine wijzigingen in de SKNL 2013 doorgevoerd. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 1 januari tot en met 31 oktober 2025.

Op 30 september 2024 heeft de PVV vragen gesteld aan gedeputeerde Potjer over de gevolgen van het verschijnsel van negatieve stroomprijzen op de opbrengsten van energiecoöperaties en de risico's voor deelnemers. Vanwege vaste tariefafspraken en de mogelijkheid om windmolens uit te schakelen zijn de risico's voor energiecoöperaties beperkt. Daarnaast bieden energiecoöperaties juist mogelijkheden voor lokale energiegemeenschappen om eigen energie op te wekken en te delen, en zo voordeel uit negatieve stroomprijzen te halen en netcongestie te verlichten.