Besluiten

Provinciale Staten hebben op 6 maart 2024 het Ruimtelijk Voorstel - Koers naar een Toekomstbestendig Zuid-Holland vastgesteld. Met het Ruimtelijk Voorstel "Ruimtelijke koers voor Zuid-Holland" presenteert de provincie Zuid-Holland een nieuwe koers voor de toekomstige verdeling van de ruimte in onze provincie. Gedeputeerde Staten sturen een aanbiedingsbrief van het Ruimtelijk Voorstel aan alle Zuid-Hollandse gemeenten en waterschappen alsmede aan de bij het proces van het Ruimtelijk Voorstel betrokken stakeholders.

In de Huisvestingswet is opgenomen dat de colleges van Burgemeester & Wethouders verplicht zijn een advies te vragen aan Gedeputeerde Staten als men een huisvestingsverordening wil aanpassen of vervangen. De provincie geeft advies op de gevolgen voor de bouwopgave, regionale woningmarkt en de toepassing van bindingseisen. De gemeenteraad mag gemotiveerd van het advies afwijken. De gemeenten van het samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam maken gebruik van een gezamenlijke huisvestingsverordening omdat er sprake is van schaarste. De verordening loopt dit jaar af. Men wil deze verordening, onder de titel verordening Woonruimteverdeling 2024, voor 1 jaar verlengen, zodat er voldoende tijd is om te komen tot een verordening die aansluit bij de meest recente wetgeving (WVRV) en voldoende draagvlak kent in de regio. De verordening Woonruimteverdeling 2024 is nagenoeg hetzelfde als de huidige verordening, met het verschil dat men de mogelijkheid opneemt gebruik te maken van bindingseisen. De provincie Zuid Holland geeft het advies aandacht te houden voor de aandachtsgroepen zoals ze zijn genoemd in het Rijksprogramma "Een thuis voor iedereen" en dat we in ieder geval de schaarse woningbouwcategorieën graag terugzien in de woningbouwprogrammering. 

Woensdag 6 maart 2023 hebben Provinciale Staten het besluit ‘volledige schadeloosstelling 7 gebieden’ genomen. Bij de behandeling is de motie (1353) van het CDA, CU, SGP en BBB ‘Inzet instrumentarium zelfrealisatie/grondruil’ aangenomen. De motie vraagt om bij het verwerven van gronden allereerst en zo mogelijk uitsluitend in te zetten op de instrumenten zelfrealisatie en grondruil, met alle belanghebbenden het realisatieproces op een zorgvuldige en volledige wijze te doorlopen en gebruik te maken van de gebiedskennis die er bij belanghebbenden is. In deze brief geven Gedeputeerde Staten aan hoe ze invulling gaan geven aan deze motie.

Dit is de beantwoording van Statenvragen 4056 van SP over Uitbreidingsplannen van Defensie. Hierin wordt ingegaan op de zoekgebieden voor defensie in Zuid-Holland en het komende proces rond de milieueffecten van de activiteiten van Defensie. De zienswijze van provincie Zuid-Holland op het proces van de milieueffecten van Defensie is ter informatie bijgevoegd.

Met een brief informeren Gedeputeerde Staten Provinciale Staten over het gebiedsproces in het Haagse deel van de Vlietzone. De brief brengt de voortgang in beeld van de lopende onderzoeken in het gebied en het proces dat daarop volgt: het opstellen van een integrale gebiedsvisie voor de Vlietzoom. De aanleiding voor de brief zijn de moties 870 en 1169 over het Toekomstbeeld Vlietzone. De brief met daarin het behandelvoorstel is vastgesteld door Gedeputeerde Staten en dient ter dient ter afdoening van beide moties.

Op 23 januari 2024 is een Woo-verzoek ontvangen waarin informatie wordt opgevraagd over de damherten in de Hoeksche Waard. Het betreft de periode vanaf 26 april 2023 tot en met 23 januari 2024. Er zijn 15 documenten aangetroffen die onder de reikwijdte van het verzoek vallen. Er worden 12 documenten geanonimiseerd verstrekt en 3 documenten worden op basis van de uitzonderingsgronden van de Woo niet verstrekt.

De wijzigingen in de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2021 betreffen het opnemen van kaderstelling voor het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen, en het toevoegen van een extra lid aan het bestaande artikel over indexatie met betrekking tot de structurele vrijval van eventuele resterende middelen op de stelpost voor loon- en prijscompensatie. Het besluit tot wijziging van de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2021 treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit is geplaatst.

Het studieprogramma Beter Bereikbaar Gouwe is gestart om te onderzoeken hoe de bereikbaarheid, leefbaarheid en economische ontwikkeling in het gebied tussen Gouda en Alphen aan den Rijn kan worden versterkt. De studie is in gezamenlijkheid met kernpartners uitgevoerd. De kernpartners zijn de Provincie Zuid-Holland en de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen. De onderzoeksresultaten van de drie oeververbindingen ter hoogte van de Gouwe en het onderzoek naar een onderdoorgang in de N209 ter hoogte van het kruispunt bij Hazerswoude-Dorp worden aan de volksvertegenwoordigers gepresenteerd. Daarmee wordt de studie afgerond en geeft de de BAG (bestuurlijke afstemgroep) een advies aan raden en Staten. Dit advies bevat de watermaatregelen ter hoogte van de Gouwe, twee fietspaden Alphen een den rijn - Gouda en Gouda - Bodegraven - Reeuwijk en een vervolgstudie aan de aansluiting N11 / A12, ook wel de Bodegravenboog genoemd.

De reglementen van bestuur voor Hoogheemraadschap van Rijnland en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht moeten worden aangepast naar aanleiding van een wetswijziging van de Waterschapswet in verband met het afschaffen van de geborgde zetels voor de categorie bedrijven en de introductie van een vaste verdeling voor de resterende geborgde zetels. Daarnaast hebben de waterschappen verzoeken ingediend om het reglement van bestuur aan te passen in verband met grenswijzigingen van het beheergebied. Omdat het hierbij gaat om wijzigingen van beperkte strekking, zullen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de voorbereiding van de reglementswijziging voor Hoogheemraadschap van Rijnland op hun nemen. De voorbereiding van de reglementswijziging voor Waterschap Amstel, Gooi en Vecht wordt aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland opgedragen.

Als iemand het niet eens is met een beslissing van een ander bestuursorgaan, zoals de gemeente, kan er op grond van bepaalde wetten administratief beroep worden ingesteld bij Gedeputeerde Staten. Een Kamer uit Gedeputeerde Staten behandelt het administratieve beroep. Dit houdt in het horen van degene die het administratieve beroep heeft ingesteld en het bestuursorgaan, waarna de Kamer uit Gedeputeerde Staten een beslissing neemt over het ingestelde beroep. Daarna kan er beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter tegen deze beslissing. Met dit besluit wordt de samenstelling van de Kamers gewijzigd door een functionele aanwijzing van portefeuillehouders in plaats van op naam benoemde leden van Gedeputeerde Staten. De toegevoegde waarde van het besluit is dat van geval tot geval flexibiliteit bestaat in de bemensing van de kamers en dat het niet meer aangepast hoeft te worden na een veranderende samenstelling van het college.