Besluiten

Om als twaalf provincies slagvaardig op te treden, heeft het IPO-bestuur het Bestuursprogramma 2023-2027 opgesteld. Met dit programma geeft het IPO-bestuur richting aan wat de provincies in gezamenlijkheid willen bereiken de komende vier jaar. Het IPO-Bestuursprogramma wordt aan PS voorgelegd met het verzoek om input aan het college van GS te leveren.

Elk jaar wordt voor de provincie Zuid-Holland een “Normenkader Rechtmatigheid” vastgesteld. In dit Normenkader wordt een overzicht gegeven van de financiële wet- en regelgeving waarmee de provincie in de uitoefening van haar taken te maken heeft. De rechtmatigheid van de uitgaven wordt door Gedeputeerde Staten getoetst aan de hand van het Normenkader. De accountant beoordeelt of het college daaruit de juiste conclusies heeft getrokken. Provinciale Staten kunnen vervolgens de uitkomsten van dit proces bij haar controlerende taak betrekken.

Naar aanleiding van een krantenartikel in het Algemeen Dagblad van 2 december j.l. heeft de BBB vragen gesteld m.b.t. de beperkte inzet van de hybride en volledig elektrische waterbussen. De vervoerder Aqualiner komt hiermee de gemaakte afspraken niet na op het vlak van duurzaamheid. De provincie streeft naar duurzaam OV en erkent dat deze transitie naar duurzaam OV over water met de nodige kinderziektes gepaard gaat. Het aanbieden van veilig en betrouwbaar OV heeft voor de provincie en de vervoerder de hoogste prioriteit waardoor de nieuwe hybride en elektrische schepen alleen worden ingezet als dit op veilige en betrouwbare wijze mogelijk is. Bij het optreden van kinderziektes worden reserveschepen ingezet om alsnog de volledige dienstregeling aan te bieden aan de reizigers. De provincie streeft ernaar en zet alles op in om de nieuwe vloot zo spoedig mogelijk mee te laten varen in de dienstregeling.

Gedeputeerde Staten hebben ingestemd om de 2de voortgangsrapportage 2023 aan Provinciale Staten van Zuid-Holland met betrekking tot de uitvoeringsfase RijnlandRoute aan te bieden. Deze rapportage gaat over de periode 1 februari 2023 tot en met 28 augustus 2023. Dit gebeurt in het kader van de “Regeling Projecten Zuid-Holland”, die stelt dat Provinciale Staten twee keer per jaar over de voortgang van het project worden geïnformeerd. De rapportage beschrijft de stand van zaken programmabreed en voor de drie projectonderdelen: A4-N434-A44, N206 ir. G. Tjalmaweg en N206 Europaweg.

De provincie realiseert het Buijtenland van Rhoon, een 600 ha groot groengebied ten zuiden van Rotterdam met natuur, recreatie en natuurinclusieve landbouw. Hiervoor zijn in 2005 afspraken gemaakt met onder meer het Rijk en de gemeente Rotterdam. Deze afspraken moesten worden geactualiseerd. Daarom is een aanvulling gemaakt in de vorm van een zogenaamd addendum. Volgens de nieuwe afspraak uit het addendum zijn alle maatregelen in 2028 afgerond en kunnen bezoekers genieten van een recreatief aantrekkelijk gebied met akkernatuur en de daarbij behorende vogels en planten.

De Verontruste Burgers van Voorne hebben door middel van een mail hun zorgen kenbaar gemaakt over de ontwikkelingen omtrent ammoniak in het Rotterdamse havengebied. In de reactie van GS wordt ingegaan op de geuite zorgen en wordt kenbaar gemaakt dat de provincie graag in gesprek treedt met de Verontruste Burgers.

Het College van Gedeputeerde Staten stuurt de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal een document met de inzet van Zuid-Holland voor de formatie, inclusief een brief waarin zij de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal nogmaals feliciteert met hun benoeming.

Gedeputeerde staten hebben de aanpassing van de bijlage Omgang met Zeer Zorgwekkende Stoffen, behorende bij de Nota VTH (Vergunningverlening Toezicht en Handhaving) 2024-2027, vastgesteld. De inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 is hiervoor de aanleiding. Inhoudelijk blijft het beleid op dit moment onveranderd. Deze aanpassing treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Voor het beheer van recreatiegebieden ontvangen Natuur- en recreatieschappen tot en met 2025 een begrotingssubsidie van de provincie. Deze subsidiering is afgesproken bij het uittreden van de provincie uit de Natuur- en recreatieschappen. Daarnaast is afgesproken om in januari 2024 aan te geven waarop zij kunnen rekenen na 2025. In de brief aan de Natuur-en recreatieschappen wordt aangegeven dat er meer tijd nodig is om helderheid hierover te geven.

Voor het ontwikkelen en beheren van natuur is het Subsidiestelsel Natuur en Landschap in uitvoering. Onderdeel van dit stelsel is het Natuurbeheerplan. De actuele leefgebieden waarbinnen agrarisch natuurbeheer kan worden gefinancierd, natuurbeheertypen waarmee natuurbeheer kan worden gefinancierd en ambitiedoelen waarmee natuuraanleg en kwaliteitsimpulsen van bestaande natuur kunnen worden gefinancierd, worden vastgesteld in het Natuurbeheerplan. Gedeputeerde Staten stellen dit Natuurbeheerplan jaarlijks vast. Gedeputeerde Staten hebben op 16 januari 2024 het ontwerp Natuurbeheerplan 2025 vastgesteld. Belanghebbenden kunnen op dit ontwerp gedurende zes weken een zienswijze indienen. Gedeputeerde Staten zullen vervolgens, na behandeling van de zienswijzen, een definitief Natuurbeheerplan 2025 vaststellen.