Besluiten

Gedeputeerde staten (GS) hebben bepaald dat de landelijke werkwijze Natuurvriendelijk isoleren (NVI) wordt stopgezet. Op 26 maart 2024 hebben GS ingestemd met de landelijke werkwijze NVI. Met de werkwijze NVI konden particuliere woningeigenaren hun woning zonder natuurvergunning (voor beschermde soorten) laten isoleren door een isolatiebedrijf volgens de methodiek van het Natuurvriendelijk Isoleren. De provincies hebben destijds ingestemd met NVI, onder de voorwaarde dat er een landelijke gedragscode zou komen om de methode te legaliseren. Met dit zicht op legalisatie werd er door provincies niet gehandhaafd op Natuurvriendelijk isoleren. We zijn geïnformeerd door het rijk dat zij deze gedragscode niet gaan vaststellen. Door het ontbreken van de gedragscode, is er geen zicht op legalisatie en mist de juridische onderbouwing voor de landelijke werkwijze NVI en wordt deze vooralsnog stopgezet.

De provincie Zuid-Holland verleent, in afwijking van het geldende beleid, een omgevingsvergunning voor het maken, hebben en onderhouden van een uitweg langs de N454, Kanaaldijk te Waddinxveen (hmp. 2.0).

Gedeputeerde Staten stelt het Statenvoorstel vast waarin Provinciale Staten wordt gevraagd om de legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2026 en bijbehorende tarieventabel vast te stellen. Deze vaststelling vindt jaarlijks plaats. Leges zijn verschuldigd voor diensten die door de provincie worden verleend, vaak gaat het om de aanvraag van vergunningen. De provincie heft leges voor vergunningverlening infrastructuur, het betreft o.a. het aanleggen van kabels, buizen en leidingen, het plaatsen van borden of bijzonder gebruik van de provinciale (vaar)wegen, bijvoorbeeld bij evenementen. De voor 2026 geldende legestarieven zijn aangepast naar 95% kostendekkendheid. De legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2026 treedt in werking per 1 januari 2026.

Gedeputeerde Staten stelt het Statenvoorstel vast waarin Provinciale Staten wordt verzocht de legesverordening bouwactiviteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2026 vast te stellen. Deze vaststelling vindt jaarlijks plaats. Leges zijn verschuldigd voor diensten die door de provincie worden verleend, vaak gaat het om de aanvraag van vergunningen. De provincie behandelt vergunningaanvragen bouwactiviteiten Omgevingswet voor bedrijven waarvoor de provincie op grond van wet- en regelgeving het bevoegd gezag is. Vergunningverlening vindt plaats door de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten. De voor 2026 geldende legestarieven zijn aangepast naar 100% kostendekkendheid. De legesverordening bouwactiviteiten Zuid-Holland 2026 treedt in werking per 1 januari 2026.

Het betreft hier de beantwoording van statenvragen 4275 van de VVD over het vastgestelde bestemmingsplan Businesspark Vredenburch 2e fase. In de beantwoording wordt toegelicht dat in het bestemmingsplan meervoudig grondgebruik mogelijk is, waardoor er geen strijdigheid is met het provinciaal beleid.

Gedeputeerde Staten stelt het Statenvoorstel vast waarin Provinciale Staten wordt gevraagd om de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland 2026 vast te stellen. Met deze verordening wordt geregeld hoe de provincie een heffing oplegt voor het onttrekken van grondwater. De opbrengsten van deze heffing worden gebruikt voor specifieke uitgaven zoals, maatregelen voor het voorkomen en tegengaan van nadelige gevolgen van grondwateronttrekkingsactiviteiten, onderzoeken voor het grondwaterbeleid en de vaststelling van grondwatergerelateerde schade, het houden van een register met gegevens over concrete grondwateronttrekkingsactiviteiten en de vergoeding van schade die het gevolg is van een (vergunde of onder algemene regels vallende) grondwateronttrekkingsactiviteit. In de nieuwe verordening zijn geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht: het tarief van de heffing blijft ongewijzigd. De aanpassingen die zijn doorgevoerd betreffen uitsluitend redactionele en tekstuele verbeteringen om de leesbaarheid en consistentie van de verordening te vergroten.

Op 9 juli 2025 hebben Provinciale Staten de motie “Respect voor de ruggengraat van de logistiek in Zuid-Holland” aangenomen. Daarin worden Gedeputeerde Staten (GS) gevraagd knelpunten in veilige truckparkings en voorzieningen voor vrachtwagenchauffeurs in kaart te brengen, hierover in gesprek te gaan met gemeenten, Rijkswaterstaat, Transport en Logistiek Nederland, vakbonden en wegbeheerders, en binnen bestaande beleidskaders te werken aan verbeteringen. Uiterlijk in het vierde kwartaal van 2025 volgt een voortgangsrapportage met concrete voorstellen. GS erkennen het belang van veilige, goed uitgeruste truckparkings. Eerder onderzoek liet zien dat realisatie lastig is door hoge grondprijzen, stikstofregels, bestemmingsplannen en gebrek aan exploitanten. Om dit structureel te verbeteren ontwikkelt de provincie een Afwegingskader Truckparkings. Dit moet inzicht geven in kansrijke locaties en voorwaarden voor realisatie, met aandacht voor inpassing, financiering, duurzaamheid, veiligheid en laadinfrastructuur. Zuid-Holland werkt hierbij samen met gemeenten, TLN, vakbonden, wegbeheerders en neemt deel aan de landelijke Werkgroep Truckparkings.

Tijdens de vergadering van Provinciale Staten op 9 juli 2025 is motie 1750 over ‘Verbeter de Subsidieregeling wonen op basis van signalen uit de praktijk’ aangenomen. Daarmee is GS verzocht o.a. te onderzoeken hoe de Subsidieregeling wonen Zuid-Holland nog effectiever kan bijdragen aan de versnelling van de woningbouw door structureel praktijkervaringen en knelpunten te verzamelen en daarmee de subsidieregeling te verbeteren. Deze brief gaat daarop in.

De provincie Zuid-Holland ondertekent samen met het Rijk, kustgemeenten, waterschappen, ondernemers en maatschappelijke organisaties het vernieuwde Kustpact 2026–2030. Met dit pact wordt de succesvolle samenwerking voor de toekomst van de Nederlandse kust met vijf jaar verlengd. Het Kustpact werd in 2017 gestart om de unieke kwaliteiten van de kust; rust, natuur, openheid en veiligheid, te beschermen, terwijl er tegelijkertijd ruimte blijft voor recreatie en toerisme. Sindsdien zijn duidelijke afspraken gemaakt over zonering en ruimtelijke ontwikkeling, waardoor ongewenste bebouwing is voorkomen en de kust beter beschermd is. In het vernieuwde Kustpact wordt de samenwerking verbreed. Naast recreatieve bebouwing wordt ook aandacht besteed aan toenemend toerisme, recreatiedruk en de strandeconomie. Op die manier kunnen partners samen inspelen op actuele uitdagingen, zoals klimaatverandering en de groeiende vraag naar recreatie aan zee. De formele ondertekening vindt plaats in de zomer van 2025. Op 1 oktober 2025, tijdens de Nederlandse Kustdagen in Noordwijk, wordt het pact feestelijk en symbolisch bekrachtigd in aanwezigheid van minister Mona Keijzer (VRO), gedeputeerde Anne Koning en alle andere kustpartners. Met de verlenging van het Kustpact blijft Zuid-Holland zich inzetten voor een gezonde, veilige en aantrekkelijke kust, waar zowel bewoners als bezoekers ook in de toekomst van kunnen genieten.

Gedeputeerde Staten stelt het Statenvoorstel vast waarin Provinciale Staten wordt gevraagd om de Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2026 en bijbehorende tarieventabel vast te stellen. Deze vaststelling vindt jaarlijks plaats. Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie. De tarieven stijgen met ingang van 2026 met 2,6%. Tariefcode 80, brandstofverkooppunten, wordt met ingang van 2026 herijkt. De exploitanten worden per brief geïnformeerd over dit besluit. De Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2026 treedt in werking per 1 januari 2026.