Besluiten

In Zuid-Holland stelt de provincie subsidie beschikbaar voor de sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland in de Alblasserwaard, Krimpenerwaard, Zuid-Hollandse Eilanden en Hollandse Plassen via het zogenaamde LEADER programma. LEADER is de afkorting voor ‘Liaison Entre Actions de Développement de l’Économie Rurale’ en betekent de door de gemeenschap geleide sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland. De subsidie kan doorlopend worden aangevraagd in de periode van 2024 tot en met 2027 via het portaal van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO). In de Zuid-Hollandse Eilanden kan dit in 2024 via het portaal van de provincie en vanaf 2025 via RvO. De LEADER groepen beoordelen de aanvragen op basis van de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde Lokale Ontwikkelingsstrategieën.  De Lokale Ontwikkelingsstrategieën zijn in september 2023 goedgekeurd. Inmiddels hebben er wijzigingen in de strategieën plaatsgevonden om de uitvoering mogelijk te maken. De aangepaste strategieën zijn opnieuw goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.  Ook zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd in de overkoepelende Regeling Europese Landbouwsubsidies Zuid-Holland, onder andere zodat provincies subsidie voor samenwerking voor integrale gebiedsontwikkeling beschikbaar kunnen stellen. Ook is het mogelijk gemaakt voor LEADER gebieden om voorbereidingskosten subsidiabel te stellen.   Deze besluiten zijn vastgesteld in kader van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ter uitvoering van het Nationaal Strategisch Plan in Zuid-Holland.

Door de Partij van de Dieren is op 25 januari 2024 schriftelijke vragen gesteld over Leenheerenpolder. De vragen gaan over de begrenzing van Natura 2000 gebied en de voortgang en invloed van de plannen in de Leenherenpolder.  De Leenheerenpolder maakt onderdeel uit van het Natura 2000-gebied Haringvliet en daarmee ook van het Natuur Netwerk Nederland. Het gebied wordt ingericht als zoetwatergetijdennatuurgebied. De provincie is als eigenaar van de gronden verantwoordelijk voor de juiste inrichting op basis van de natuurdoelen van het Natura 2000-gebied Haringvliet. Provinciale Staten van de Provincie Zuid-Holland worden via de begrotingscyclus op de hoogte gehouden van de voortgang van de realisatie van het NNN waar de Leenheerenpolder deel vanuit maakt.

Het College van Gedeputeerde Staten informeert Provinciale Staten middels een brief over het gesprek dat zij op 12 maart jl. hebben gehad met demissionair minister De Jonge over de samenwerkingsafspraken Wonen.

Het ontwerp-Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft ter inzage gelegen. In deze periode had eenieder de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Door de terinzagelegging konden ideeën en opvattingen over het NPLG uit de samenleving worden opgehaald. Gezien het belang van het ontwerp-NPLG voor de provinciale gebiedsprogramma’s landelijk gebied, hebben provincies besloten om via het IPO een gezamenlijke zienswijze in te dienen. De zienswijze kent drie onderdelen; positie van provincies ten opzichte van het NPLG, risico’s die voortvloeien uit de complexiteit van het NPLG en de haalbaarheid, uitvoerbaarheid en uitlegbaarheid van het NPLG. In de zienswijze zijn ook provincie specifieke punten opgenomen. Gedeputeerde Staten biedt de interprovinciale zienswijze op het ontwerp-NPLG met een brief aan Provinciale Staten aan. In deze brief accentueert Gedeputeerde Staten een aantal punten die zij nadrukkelijk over het voetlicht willen brengen.

Tot nu toe was de Provincie Zuid-Holland verplicht een Provinciale Adviescommissie Leefomgeving (PAL) te hebben. Met de invoering van de Omgevingswet vervalt die verplichting als omschreven in de Wet Milieubeheer. Daarom heeft Gedeputeerde Staten de meerwaarde van de PAL heroverwogen. Daaruit blijkt dat de Provincie al tal van kritische adviezen en scherpe onderzoeken krijgt. Dit gebeurt onder andere door Kennis Zuid-Holland en het eigen onderzoeksbudget van de fracties in Provinciale Staten. Ook zullen een aantal taken, zoals de lunchlezingen en de Waterman-Lezing, voortaan door de ambtelijke organisatie worden voortgezet.

Volt, CU, SP en D66 hebben vragen gesteld naar aanleiding van berichtgeving in de media over drinkwatertekorten in de provincie Zuid-Holland. Ze vragen of GS voldoende doet om een drinkwatercrisis te voorkomen. GS antwoordt dat de provincie nauw samenwerkt met de drie Zuid-Hollandse drinkwaterbedrijven. Dat gebeurt op het gebied van vergunningverlening, zodat de productie van drinkwater groter kan worden, en bij het zoeken naar nieuwe drinkwaterbronnen voor de toekomst. Ook antwoordt GS dat de provincie samenwerkt met verschillende partners aan een actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen in 2030 en aan een nationaal plan van aanpak voor drinkwaterbesparing.

GS hebben op 12 maart 2024 de beantwoording van Motie 1319 (‘Eerlijk zijn over aandeel particuliere huurwoningen’) vastgesteld. In de beantwoording is aangegeven dat alleen sociale huurwoningen die aan de voorwaarden voldoen uit het provinciale omgevingsbeleid worden meegeteld als sociale huurwoning. De voorwaarden zijn van toepassing op zowel sociale huurwoningen van woningcorporaties als sociale huurwoningen van particuliere verhuurders.

Gedeputeerde Staten hebben de bezwaren van Kees in ’t Veen Beheer B.V. tegen het opleggen van twee lasten onder dwangsom ongegrond verklaard. Aan Kees in ’t Veen Beheer B.V. is op 2 mei 2023 een tweetal lasten onder dwangsom opgelegd, omdat voorschrift 2.3.2 van de omgevingsvergunning van 11 oktober 2010 in samenhang met voorschrift 5.6.7 van de PGS15:2005, en voorschrift 2.3.2 van de omgevingsvergunning in samenhang met voorschrift 5.6.8 van de PGS15:2005 zijn overtreden. Het betrof het niet plaatsen van alle tankcontainers met gevaarlijke stoffen in de buitenste rij van de stapeling (stack) en het naast elkaar plaatsen van onverenigbare stoffen.

De fracties Volt, D66, SP en PvdD hebben op 15 februari 2024 Statenvragen 4053 gesteld aan Gedeputeerde Staten over mesttransporten. Gedeputeerde Staten hebben op 12 maart 2024 ingestemd met de beantwoording van deze Statenvragen 4053. Gedeputeerde Staten geven onder andere aan dat het controleren van mesttransporten niet haar verantwoordelijk is. En dat de mesttransporten in de provincie Zuid-Holland in vergelijking met andere regio’s beperkt(er) zijn en dus minder speelt.

LTO Noord heeft een brief verstuurd naar de provincie Zuid-Holland om zorgen te uiten rondom de aankoop door Schiphol van twee boerderijen in Kaag en Braassem, Zuid-Holland. Daarnaast vraagt LTO Noord hoe de provincie ervoor zorgt dat PAS-melders, interimmers en anderen onvergunden gelegaliseerd kunnen worden. GS reageren via een brief. In die brief wordt benoemd dat extern salderen mogelijk is zolang dit binnen de bestaande wet- en regelgeving valt. Ook geven GS aan dat we ons in de gebieden inzetten om mogelijkheden tot legalisatie te onderzoeken en te ondersteunen. Daarnaast blijven we het Rijk aanspreken op de verantwoordelijkheid daarin.