Besluiten

In de brief laten Gedeputeerde Staten aan het college van de gemeente Barendrecht weten dat zij mee willen werken om een provinciaal perceel in het Zuidelijk Randpark te Barendrecht (tijdelijk) beschikbaar te stellen voor asielopvang. Dit doen ze als reactie op een brief van Barendrecht van 4 april 2025, waarin hierom werd gevraagd zodat Barendrecht kan voldoen aan de nieuwe Spreidingswet. Gedeputeerde Staten benadrukken het belang dat Barendrecht haar buurgemeente Rotterdam betrekt en zorgt voor een goede afstemming.

Het gaat goed met de reeën populatie die van nature voorkomt in het cultuurlandschap van de Hoeksche Waard. De PvdD heeft naar aanleiding van de reeën populatie in de Hoeksche Waard vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de populatieomvang, schade en aanrijdingen met reeën. Gedeputeerde Staten hebben geantwoord op deze vragen en geven in de beantwoording aan dat de omvang van de reeënpopulatie wordt gereguleerd ter bescherming van diverse wettelijke belangen waaronder het voorkomen van aanrijdingen, het lijden van de reeën zelf en schade aan gewassen.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben op 24 november 2020 de subsidieregeling opruiming drugsafval Zuid-Holland 2021 vastgesteld; de overige provincies hebben dezelfde subsidieregeling voor hun grondgebied vastgesteld. BIJ12 te Utrecht voert landelijk de subsidieregelingen namens de provincies uit tot en met 31 december 2025. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid stelt jaarlijks aan de provincies geld ter beschikking voor de uitvoering van de regelingen. Voor Zuid-Holland bedraagt de Rijksbijdrage €173.801. Er zijn meerdere subsidieaanvragen voor Zuid-Holland ingediend waardoor dit bedrag overschreden wordt. BIJ12 heeft aangegeven dat er landelijk nog voldoende middelen over zijn van voorgaande jaren om deze subsidieaanvragen toch te honoreren. Daarnaast is het wenselijk om te voorkomen dat voor volgende subsidieaanvragen telkens opnieuw wijzigingsbesluiten van het subsidieplafond moeten worden genomen. Daarom is het subsidieplafond voor 2025 iets hoger vastgesteld dan voor de dekking van de huidige aanvragen nodig is. Hiermee kunnen gedurende 2025 nog steeds aanvragen worden ingediend voor het Zuid-Hollandse grondgebied. Het subsidieplafond voor 2025 voor de Subsidieregeling opruiming drugsafval Zuid-Holland 2021 bedraagt €438.849.

De CDA-fractie heeft het college van Gedeputeerde Staten gevraagd over de inspanningen om niet-agrarische bedrijven te herhuisvesten uit het Buijtenland van Rhoon. Gedeputeerde Staten hebben toegelicht dat ook de aankopen van niet-agrarische bedrijven geschiedt op basis van volledige schadeloosstelling. De provincie heeft geen inspanningsverplichting tot herhuisvesting, maar zal indien hiernaar wordt gevraagd zich inzetten om inzicht te krijgen op een herhuisvestingslocatie. Voor één bedrijf is nog geen overeenstemming gevonden over een passende locatie. De ondernemer is tot nu toe niet ingegaan op potentiele locaties op reguliere bedrijventerreinen. Door de ondernemer aangedragen locaties bleken niet te passen in het beleid van de gemeente en/of de provincie, omdat deze locaties bijvoorbeeld beschermd zijn in de provinciale verordening.

Er zijn door de Socialistische Partij statenvragen gesteld over een brand op 4 april bij een bedrijf in Dordrecht. Aangezien Gedeputeerde Staten niet het bevoegde gezag zijn voor dit bedrijf, zijn zij en de Omgevingsdiensten DCMR en Zuid-Holland Zuid niet namens hen betrokken bij de afhandeling van dit incident. In de beantwoording wordt toegelicht hoe de samenwerking bij een (ernstig) incident tussen de verschillende overheidsinstanties is afgesproken.

Partij voor de Dieren heeft vervolgvragen gesteld aan Gedeputeerde Staten (GS) over het aanbieden van wild ter consumptie op de kerstmarkt voor de medewerkers van de provincie. In de beantwoording geven GS onder andere aan dat: De wilde eend, houtduif en fazant zijn algemeen voorkomende soorten met een vrij grote populatieomvang die bestand is tegen benutting in het kader van de jacht. Om deze reden staan deze soorten op de wildlijst. Het is de bevoegdheid van de minister om hierop de jacht te openen of te sluiten. Dat de jacht de staat van instandhouding niet in gevaar brengt, blijkt ook uit het door de Stichting Faunabeheereenheid Zuid-Holland vastgestelde faunabeheerplan dat door ons is goedgekeurd.

De statenfractie Groenlinks-PvdA heeft vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de eDNA regeling voor vleermuisonderzoek. Gedeputeerde Staten noemen in de beantwoording van de vragen dat eDNA een veelbelovende methode is voor monitoring. Echter met de huidige formulering is de regeling strijdig met de omgevingswet. Hierdoor verliest de methode potentie en gaat deze aanpak voorbij de belangen van bewoners en isolatiebedrijven.

PvdD heeft Statenvragen gesteld over de gebiedsgerichte ontheffing soortenbescherming welke is afgegeven aan het havenbedrijf Rotterdam. Gedeputeerde Staten geven in hun beantwoording aan dat de gebiedsgerichte ontheffing is gebaseerd op een soortenmanagementplan (SMP). SMP’s worden voor meerdere jaren opgesteld, omdat een SMP een langetermijnstrategie biedt voor de bescherming van kwetsbare diersoorten binnen het gebied waarvoor een SMP-ontheffing is afgegeven. De SMP ontheffing betreft een voortzetting van de gebiedsgerichte aanpak die ten grondslag ligt aan een eerder destijds vanuit het Rijk verleende gebiedsgerichte ontheffing.

Het subsidieplafond 2025 van de subsidieregeling Publiekbereik Archeologie Zuid-Holland 2020 is verhoogd naar €200.000 uit bestaande middelen van publieksbereik archeologie. Dit is voor projecten die zich richten op het actief aanbieden of beleefbaar maken van wat er archeologisch zoal in de bodem wordt gevonden bij een breed publiek. Deze projecten kunnen vanaf 1 juni hier weer aanspraak op maken door middel van een subsidieaanvraag.

De JA21-fractie heeft vragen gesteld met betrekking tot een voorgenomen verbouwing van het voormalige klooster van paters passionisten ten Haastrecht (geen Rijksmonument). De projectontwikkelaar heeft zijn plannen aangepast op basis van een alternatief plan opgesteld door omwonenden en deze met de gemeente gedeeld. De gemeente is het eerste bevoegd hebbend gezag voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente betrekt de provincie, in eerste instantie ambtelijk, bij de voorbereiding van de plannen, maar moet de aangepaste plannen nog beoordelen.