Besluiten

De statenfractie Groenlinks-PvdA heeft vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de eDNA regeling voor vleermuisonderzoek. Gedeputeerde Staten noemen in de beantwoording van de vragen dat eDNA een veelbelovende methode is voor monitoring. Echter met de huidige formulering is de regeling strijdig met de omgevingswet. Hierdoor verliest de methode potentie en gaat deze aanpak voorbij de belangen van bewoners en isolatiebedrijven.

PvdD heeft Statenvragen gesteld over de gebiedsgerichte ontheffing soortenbescherming welke is afgegeven aan het havenbedrijf Rotterdam. Gedeputeerde Staten geven in hun beantwoording aan dat de gebiedsgerichte ontheffing is gebaseerd op een soortenmanagementplan (SMP). SMP’s worden voor meerdere jaren opgesteld, omdat een SMP een langetermijnstrategie biedt voor de bescherming van kwetsbare diersoorten binnen het gebied waarvoor een SMP-ontheffing is afgegeven. De SMP ontheffing betreft een voortzetting van de gebiedsgerichte aanpak die ten grondslag ligt aan een eerder destijds vanuit het Rijk verleende gebiedsgerichte ontheffing.

Het subsidieplafond 2025 van de subsidieregeling Publiekbereik Archeologie Zuid-Holland 2020 is verhoogd naar €200.000 uit bestaande middelen van publieksbereik archeologie. Dit is voor projecten die zich richten op het actief aanbieden of beleefbaar maken van wat er archeologisch zoal in de bodem wordt gevonden bij een breed publiek. Deze projecten kunnen vanaf 1 juni hier weer aanspraak op maken door middel van een subsidieaanvraag.

De JA21-fractie heeft vragen gesteld met betrekking tot een voorgenomen verbouwing van het voormalige klooster van paters passionisten ten Haastrecht (geen Rijksmonument). De projectontwikkelaar heeft zijn plannen aangepast op basis van een alternatief plan opgesteld door omwonenden en deze met de gemeente gedeeld. De gemeente is het eerste bevoegd hebbend gezag voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente betrekt de provincie, in eerste instantie ambtelijk, bij de voorbereiding van de plannen, maar moet de aangepaste plannen nog beoordelen.

Gedeputeerde Staten hebben het subsidieplafond 2025 voor de Subsidieregeling molens 2013 verhoogd met €50.000 zodat subsidie verleend kan worden aan alle molens die in 2025 subsidie hebben aangevraagd voor onderhoud. Gedeputeerde Staten vinden het belangrijk dat de molens in Zuid-Holland worden onderhouden zodat deze iconen voor Zuid-Holland kunnen worden behouden voor de toekomst.

Gedeputeerde Staten hebben een brief aan Provinciale Staten vastgesteld waarin de Zuid-Hollandse Analyse Stikstof (ZHAS) wordt gedeeld. In deze analyse is in beeld gebracht wat de provincie Zuid-Holland al doet aan stikstofreductie en natuurherstel. De aanleiding hiervoor is de aankondiging van de Samenhangende Aanpak Natuurherstel en Economie (SANE), waarbij regelmatig de vraag wordt gesteld welke maatregelen door de provincie reeds genomen zijn. De ZHAS biedt een overzicht van bestaand beleid, lopende projecten en gerealiseerde resultaten op het gebied van stikstofaanpak en natuurverbetering binnen de provincie Zuid-Holland.

Gedeputeerde Staten hebben de Uitvoeringsnota onderhoud kapitaalgoederen - deel recreatiegebieden vastgesteld en Provinciale Staten hierover geïnformeerd. In de Uitvoeringsnota zijn uitgangspunten vastgesteld voor het beheer van de provinciale recreatiegebieden Bentwoud, Vlietland, Valkenburgse Meer en Bos van Rhoon. Het beheer is gericht om de gebieden schoon, heel en veilig, waarbij een variatie aan recreatievoorzieningen in het gebied beschikbaar zijn.

Gedeputeerde Staten hebben de brief aan Provinciale Staten vastgesteld waarmee dit rapport aan hen is aangeboden. In dit rapport worden groepen gemaakt van gemeenten die gelijkenissen vertonen op bepaalde indicatoren op het vlak van sociale verschillen. Dit geeft een beeld van groepen inwoners binnen Zuid-Holland die extra aandacht kunnen gebruiken en wat de overeenkomsten en verschillen zijn van en tussen de Zuid-Hollandse gemeenten. Het onderzoek kan de provincie helpen bij een gerichte coördinatie van de samenwerking met het Rijk en tussen de gemeenten.

Voor u ligt de Voorjaarsnota 2025. De voorjaarsnota en najaarsnota zijn bijstellingsproducten. Deze voorjaarsnota is een bijstelling op de Begroting 2025 op basis van (recente) ontwikkelingen en bevat bijstellingen die starten in het boekjaar 2025. Als de ontwikkeling een meerjarige uitwerking heeft zijn deze ook in de Voorjaarsnota 2025 verwerkt.  Een aantal autonome ontwikkelingen zoals volumestijging motorrijtuigenbelasting en mutaties kapitaallasten zijn meerjarig verwerkt.

Voor u ligt de Kadernota 2026-2029. In de Kadernota is een meerjarig perspectief opgenomen met de kaders voor het volgende begrotingsjaar (2026) en minimaal de drie daarop volgende jaren (2027-2029). Deze kaders geven inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen in de baten en lasten en reserves. Sinds enige jaren wordt in de Kadernota een meerjarig perspectief geschetst over een periode van 15 jaar. Dat is in deze Kadernota tot en met 2040.