Besluiten

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben statenvragen beantwoord van de SP over woningbouw in de Duivenvoordecorridor. Aanleiding daarvoor was een artikel van de NOS waarin wordt gesteld dat er teveel woningen worden teruggebouwd door de gemeente Leidschendam-Voorburg in verhouding tot het verwijderde glasareaal. Gedeputeerde Staten geven in hun antwoorden aan dat de gemeente Leidschendam-Voorburg correct heeft gehandeld bij de glas-saneringsopgave.

Gedeputeerde Staten vinden de niet-ambtsgebonden nevenfunctie van de commissaris van de Koning “Lid Commissie Politie voor Iedereen (politie-eenheid Rotterdam)” van dusdanig belang voor de provincie Zuid-Holland dat hij voor vervoer ten behoeve van die nevenfunctie de dienstauto mag gebruiken. Dit vanaf het moment waarop de commissaris is benoemd (1 september 2024).

In de woondeals van maart 2023 zijn afspraken gemaakt met gemeenten om toe te groeien naar voldoende sociale huur in de woningvoorraad. We sturen 31 gemeenten die nog onder de 27% van sociale huur in de woningvoorraad zitten een brief. In deze brief vragen we hoe hun realistisch groeipad naar minimaal 30% sociale huur in de woningvoorraad er uit ziet. Dit plan moet door gemeenten uiterlijk 1 mei 2025 naar de provincie toegestuurd worden.

De Provincie Zuid-Holland gaat in beroep tegen de beslissing van de gemeente Nissewaard om geen vergunning te verlenen voor het windpark bij de Brielse Maasdijk. Op 16 oktober 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard een weigeringsbesluit genomen over de aangevraagde omgevingsvergunning voor de realisatie van windpark Brielse Maasdijk, nadat de gemeenteraad op 9 oktober de verklaring van geen bedenkingen (hierna: vvgb) heeft geweigerd die nodig is voor de realisatie van het windpark.     Met dit weigeringsbesluit handelt de gemeente niet binnen de juridische kaders en bestuurlijke afspraken over de opwek van duurzame energie. Ook heeft het besluit van de gemeente negatieve gevolgen voor de opwek van duurzame elektriciteit in de regio, en daarmee voor de verplichtingen van de provincie op grond van het Klimaatakkoord. Daarom stellen Gedeputeerde Staten beroep tegen het weigeringsbesluit van de gemeente in bij de Raad van State.

Beantwoording Woo-verzoek realisatie woningen voor arbeidsmigranten, er zijn twee documenten gevonden over dit onderwerp die gedeeltelijk openbaar worden gemaakt.

Beantwoording Woo-verzoek windturbineproject Lansingerland, over dit onderwerp zijn 10 concepten aangetroffen die gedeeltelijk openbaar gemaakt worden.

Fractieleden van GroenLinks-PvdA, BBB, VVD, SP, D66, ChristenUnie en PVV hebben op 16 oktober 2024 vragen gesteld over de mededeling van ProRail dat er gedurende de vervanging van de spoorbrug bij Alphen aan den Rijn gedurende 9 maanden geen treinverkeer mogelijk zal zijn. De Gedeputeerde Staten betreuren de langdurige stremming van de belangrijke spoorverbinding, maar is van mening dat de maatregel van ProRail noodzakelijk en niet onredelijk is. GS zal de voorstellen voor vervangend treinvervoer beoordelen zodra deze beschikbaar zijn.

Op 6 november 2024 vonden het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving (BOL) en het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) plaats voor landsdeel Zuidwest Nederland (Zuid-Holland en Zeeland). Daarnaast vond diezelfde dag het landelijke BO MIRT Goederenvervoer Corridors (GVC) plaats. De provincie was bij deze drie bestuurlijke overleggen met het Rijk, die elk jaar plaatsvinden en waar belangrijke besluiten worden genomen over opgaven binnen het fysieke domein. De ministers voor VRO en IenW hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de belangrijkste uitkomsten van deze overleggen. Met een brief worden Provinciale Staten hierover geïnformeerd, waarbij ook de regionale inbreng en de gemaakte afspraken worden toegelicht.

Jaarlijks stellen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de pachtprijzen voor de agrarische gronden die in het bezit zijn van de provincie Zuid-Holland vast. De pachtprijzen voor de uit te geven gronden in het pachtjaar 2025 zijn vastgesteld op basis van een onafhankelijke taxatie. Met de uitgifte van gronden wordt rekening gehouden met provinciale doelen zoals bijvoorbeeld gronden aangekocht voor de aanleg van wegen, gronden binnen het Natuurnetwerk Nederland en de aangewezen gronden voor boerenlandvogels. De pachtprijzen voor 2025 zijn vastgesteld volgens een vaste systematiek, gebaseerd op een combinatie van onafhankelijke taxatie en het jaarlijkse pachtnormenbesluit van de RVO. De taxatie is laatstelijk in 2023 geactualiseerd. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de gronden die binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) liggen en de aangewezen weidevogelkerngebieden. De gronden, die worden uitgegeven met beperkingen zoals minder of geen mest, beperkte maaimogelijkheden, hebben een lagere pachtprijs omdat de beperkingen, zoals bijvoorbeeld een latere maaidatum, een prijsdrukkend effect hebben op de bedrijfsresultaten. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties wordt door de provincie het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen toegestaan na schriftelijke toestemming. Het gebruik van Glyfosaat op provinciale gronden is niet toegestaan.

De huidige mandaatbesluiten van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de vijf omgevingsdiensten zijn gewijzigd. Toegevoegd zijn twee nieuwe mandaten: een mandaat regelt dat de medewerkers van de pool Administratief toezicht in het gehele grondgebied van Zuid-Holland mogen handelen en een mandaat regelt dat er kan worden gehandhaafd conform het zorgplichtartikel 13 van de Wet bodembescherming. Verder is aan het mandaat bestuursrechtelijke handhaving voor het intrekken van een omgevingsvergunning en het opleggen van een bestuurlijke boete toegevoegd omdat deze taken niet in ondermandaat kunnen worden gegeven. Bij besluiten vanwege mer-(beoordelings)plichtige projecten wordt toegevoegd dat de besluiten die betrekking hebben op (grootschalige) op- en overslag van chemische stoffen die dienen als waterstof- of energiedrager, niet in ondermandaat kunnen worden gegeven.  De reden hiervan is de grote risico’s voor de omgevingsveiligheid en de onzekerheid omtrent de overige milieueffecten. Dat mandaten niet in ondermandaat kunnen worden gegeven, betekent dat de directeur Omgevingsdienst altijd vooroverleg pleegt met de ambtelijk opdrachtgever en de portefeuillehouder.