Zuid-Holland staat voor een van de grootste ruimtelijke transformaties in haar geschiedenis. De ruimtelijke druk hier is de grootste van Nederland, en ondanks decennialang beleid is het Zuid-Hollandse aandeel in de nationale economie gedaald. De brede welvaart behoort tot de laagste van het land. Om die trend te keren, kiest Zuid-Holland voor kwaliteit: gezondheid, veiligheid, herstel van natuur en water- en bodemsystemen. De provincie werkt met het Rijk in het Ruimtelijk Voorstel en het Ruimtelijk Arrangement, maar de omvang van de opgaven vraagt om meer nationale regie. Het betreft niet alleen woningbouw, maar ook fundamentele keuzes over energie-infrastructuur, waterveiligheid en de economische koers.
Achtergrond
In Zuid-Holland is de druk op de ruimte groter dan in welke andere provincie ook. Ondanks decennialang beleid gericht op het accommoderen van wonen en werken, is het aandeel in de nationale economie gedaald en behoort de brede welvaart tot de laagste van Nederland. De provincie legt daarom meer nadruk op gezondheid, veiligheid en kwaliteit, en ziet herstel van natuur-, water- en bodemsystemen als randvoorwaarde voor verdere ontwikkeling.
Door de stapeling van transities en opgaven staat Zuid-Holland voor een grote ruimtelijke transformatie, waarvoor intensieve samenwerking met het Rijk onmisbaar is. Het Ruimtelijk Voorstel en het Ruimtelijk Arrangement met het Rijk bevestigen dat scherpe integrale keuzes nodig zijn.
Belang
Een uitvoeringsgerichte aanpak die de leefomgevingskwaliteit verhoogt én de economische motor versterkt, is cruciaal. NOVEX-gebieden, zoals de Rotterdamse haven, hebben nationale en internationale betekenis. Investeren in deze regio’s draagt bij aan een toekomstbestendig vestigingsklimaat en het behalen van landelijke doelstellingen.
Wat vragen wij van een nieuw kabinet?
1. Water en bodem leidend
- Erkenning van water en bodem als randvoorwaarden in alle ruimtelijke keuzes.
- Nationale regie op zoetwaterverdeling, waterveiligheid, bodemdaling en KRW-doelen in gebieden zoals het Groene Hart en de Rotterdamse haven.
2. Kwaliteit boven kwantiteit
- Steun voor intensivering in steden en dorpen, inclusief investeringen in gezonde en klimaatadaptieve leefomgevingen met voldoende groen.
- Kaders en middelen voor herstructurering van bedrijventerreinen en transitie van de Rotterdamse haven, inclusief een verplaatsingsfonds.
- Bescherming van de open ruimte, met investeringen in een robuust groenblauw netwerk en behoud van cultureel erfgoed.
- Meer beleid (normering, verankering en monitoring) voor nutriëntenverontreiniging
3. Van plan naar praktijk
- Substantiële en structurele financiering, inclusief een transitiefonds en Rijkscommitment voor investeringsagenda’s (o.a. €2,1–€2,6 miljard voor de Zuidelijke Randstad).
- Heldere keuzes in de Nota Ruimte over fundamentele obstakels zoals stikstof en netcongestie.
- Interdepartementale samenwerking en ondersteuning bij versnelling van projecten, zoals de ontwikkeling van Cortelande en een MIRT-verkenning voor een nieuw station in de regio.
Achtergrond
De provincie Zuid-Holland heeft recent haar Ruimtelijk Voorstel gepresenteerd als integrale reactie op het Startpakket voor de Ruimtelijke Puzzel. Dit voorstel geeft richting aan de ruimtelijke transities in de provincie, maar sluit nadrukkelijk aan bij nationale en Europese vraagstukken die de schaal van Zuid-Holland overstijgen. Het Rijk speelt hierin een sleutelrol via de nieuwe Nota Ruimte, waarin keuzes moeten worden gemaakt die bepalend zijn voor de toekomst van heel Nederland én Zuid-Holland.
Belang
Zuid-Holland is een laaggelegen delta met grote economische, demografische en ecologische opgaven. De keuzes van het Rijk zijn essentieel om ruimte te creëren voor een gezonde en veilige leefomgeving, duurzame economische ontwikkeling en versterking van de brede welvaart. De provincie vraagt om gezamenlijke regie, met het Rijk in een ondersteunende en investerende rol.
Wat vragen wij van een nieuw kabinet?
- Deltabeslissingen: duidelijke keuzes over nationale waterveiligheid en zoetwaterverdeling, cruciaal voor de verdere ontwikkeling van Zuid-Holland en voor het perspectief van gebieden die kampen met bodemdaling en verzilting.
- Energie-infrastructuur: een nationale visie op verdeling van energie-infrastructuur, met erkenning dat Zuid-Holland onevenredig belast wordt door aanlanding van wind op zee en energie-intensieve industrie.
- Economische koers: keuzes en prioriteiten over strategische sectoren, internationale verbindingen en de positie van clusters in Zuid-Holland zoals het Haven Industrieel Complex, de tuinbouw, maakindustrie en kennisclusters.
- Land- en tuinbouw: perspectief op toekomstbestendige landbouw en een integrale voedselstrategie.
- Demografie: visie op toekomstige bevolkingsgroei en grenzen aan het accommoderen daarvan na 2030.
- Brede welvaart: wederkerige investeringen in gezondheid, leefomgeving en voorzieningen, inclusief instrumenten zoals een verplaatsingsfonds voor bedrijven en middelen voor groen, water, energie en mobiliteit.
- Gezamenlijke regie: het Rijk moet ondersteunend instrumentarium bieden, nationale regelgeving aanpassen, strategisch grondbeleid inzetten en structureel investeren.
Achtergrond
De NOVEX-Rotterdamse Haven is 1 van de 16 NOVEX-gebieden in Nederland en van nationaal en Europees belang. De provincie Zuid-Holland en het Rijk (IenW) trekken hier gezamenlijk op om het Haven Industrieel Complex (HIC) te transformeren naar het meest duurzame, circulaire en klimaatneutrale haven- en industriecomplex ter wereld in 2050. Tegelijkertijd staat de regio voor grote leefomgevingsopgaven, waaronder woningbouw en natuurontwikkeling, in een gebied met beperkte ruimte.
Belang
De omvang en complexiteit van deze opgave overstijgt het regionale belang: de Rotterdamse haven is gateway voor energie en grondstoffen naar heel Noordwest-Europa. Daarmee vraagt de transitie om langjarige Rijksbetrokkenheid en beleidscontinuïteit, gekoppeld aan een nationaal investeringsfonds en actieve Europese positionering.
Wat vragen wij van een nieuw kabinet?
- Strategisch perspectief: een integraal en realistisch toekomstbeeld met lange adem, geborgd in beleid en met druk op een Europese industriepolitiek.
- Proceszekerheid: structurele Rijksdeelname, ritmische besluitvorming en een jaarlijkse bijdrage van €5–10 miljoen voor de 3 Zuid-Hollandse NOVEX-gebieden.
- Instrumentarium: inzet van Rijksmiddelen, bevoegdheden en instrumenten waar nodig, en een meerjarig transitiefonds van €2–5 miljard per jaar tot 2050.
- Co-sturing: blijvende betrokkenheid van IenW, EZ, VRO, LNV en Defensie.
Achtergrond
In het NOVEX-gebied Zuidelijke Randstad werken Rijk, provincie, waterschappen en gemeenten samen aan een ontwikkelperspectief en uitvoeringsagenda met als hoofdopgave toekomstbestendige verstedelijking. Het gebied omvat grootschalige binnenstedelijke verdichting langs de Oude Lijn en HOV-knooppunten, gecombineerd met investeringen in bereikbaarheid en klimaatadaptatie. Tot 2040 worden hier 200.000 nieuwe woningen gerealiseerd. Naast wonen en bereikbaarheid liggen er urgente uitdagingen rond leefbaarheid en economisch verdienvermogen.
Binnen de NOVEX Zuidelijke Randstad zijn 3 programmalijnen gedefinieerd:
- Gezonde en klimaatadaptieve delta – versterking van groenblauwe netwerken, waterveiligheid en ecologische kwaliteit.
- Toekomstbestendige economie – transitie naar een duurzame, circulaire en concurrerende economie.
- Toekomstbestendige verstedelijking – inrichting van mobiliteits- en energienetwerken na 2040.
Wat vragen wij van een nieuw kabinet?
- Substantiële bijdrage aan de Regionale Investeringsagenda NOVEX Zuidelijke Randstad, met als prioriteit de opgave Gezonde en klimaatadaptieve delta (€2,1–€2,6 miljard).
- Investeringen in toekomstbestendige economie en verstedelijking, waaronder een verplaatsingsfonds voor bedrijven en kaders voor woningbouw na 2030.
- Commitment en duidelijkheid over de toekomst van de NOVEX-gebiedsprocessen, inclusief bestuurlijke betrokkenheid en structurele financiering.
Achtergrond
Het Groene Hart is een uniek en vitaal gebied met grote nationale en internationale opgaven. Klimaatverandering, bodemdaling en afnemende biodiversiteit leggen steeds meer druk op natuur, landbouw en leefomgeving. Het Bestuurlijk Platform Groene Hart (Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen) heeft in 2022 afgesproken om binnen de NOVEX-systematiek gezamenlijke afspraken te maken. Het Ontwikkelperspectief schetst de gezamenlijke ambities, gebaseerd op doelen als het Klimaatakkoord, de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) en de Kunming-Montreal biodiversiteitsdoelen. De Realisatieagenda vertaalt dit naar sleutelprojecten, terwijl de Regionale Investeringsagenda (RIA) voorziet in concretisering en financiering. Zonder nationale middelen dreigt stagnatie en verlies van vertrouwen in de gebiedsaanpak.
Belang
Het Groene Hart staat voor een noodzakelijke transformatie om water- en bodemsystemen te versterken, CO₂-uitstoot uit veenbodems te reduceren en biodiversiteit te herstellen. Tegelijkertijd biedt deze transformatie kansen om de leefbaarheid en vitaliteit van het gebied voor komende generaties te borgen. Het Groene Hart fungeert als proeftuin voor integrale gebiedsontwikkeling waar ruimtelijke keuzes, klimaatadaptatie, natuur, landbouw en economie samenkomen. Een robuust Groene Hart draagt bij aan nationale doelen en voorkomt dat Nederland door crises als stikstof, water of woningbouw “op slot” raakt.
Wat vragen wij van een nieuw kabinet?
- Financiële borging: structurele middelen voor uitvoering van de RIA en sleutelprojecten. Zonder zekerheid over financiering komt realisatie in gevaar.
- Continuïteit samenwerking: duidelijkheid over de rol en betrokkenheid van het Rijk bij het gebiedsproces, ook na het opstellen van Ontwikkelperspectief, Uitvoeringsagenda en RIA.
- Structurerende keuzes: nationale richtinggevende beslissingen over grondgebruik, natuur, water, energie en landbouw. Prioritering is nodig om conflicterende doelen (bijv. veenvernatting vs. KRW, of verdeling van schaars zoetwater) hanteerbaar te maken.
- Aanpak systeemopgaven: steun voor maatregelen tegen bodemdaling, reductie van CO₂-uitstoot en herstel van biodiversiteit, gekoppeld aan nationale verplichtingen en doelen.