De commissie Economie en Energie vergadert op 16 april over kostenstijging WarmtelinQ en het rapport van de Randstedelijke Rekenkamer over het participatieproces bij Windpark Spui in de Hoeksche Waard.
Kostenstijging WarmtelinQ
De kosten voor WarmtelinQ+, het tracé van Rijswijk naar Leiden, zijn gestegen door een opeenstapeling van factoren, krapte op de arbeidsmarkt, hogere materiaalkosten en langere vergunningsprocedures. Hierdoor komt de realisatie van het project onder druk te staan. De provincie Zuid-Holland heeft, na het besluit van 15 juni 2022, een samenwerkingsconvenant met het Rijk en Gasunie N.V. gesloten en een investeringssubsidie van 81 miljoen euro verstrekt.
Het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft op 21 februari een Kamerbrief gestuurd waarin het belang van WarmtelinQ+ wordt onderschreven. De minister geeft aan dat het kabinet bij Gasunie en andere betrokken partijen, waaronder de provincie Zuid-Holland, zal aandringen op nader inzicht in de kostenstijging en het mogelijke handelingsperspectief. Dit plaatst de provincie in een positie waarin verdere financiële betrokkenheid mogelijk wordt verwacht.
De commissie bespreekt de gevolgen van deze kostenstijging, waaronder financiële consequenties, mogelijke vertraging, extra CO2-uitstoot en wat alternatieve mogelijkheden zijn en het handelingsperspectief van GS.
Randstedelijke Rekenkamer Rapport participatieproces bij Windpark Spui in de Hoeksche Waard
In december 2024 publiceerde de Randstedelijke Rekenkamer het rapport "Hoog aan de wind," waarin de rol van de provincie Zuid-Holland in het participatieproces rond Windpark Spui werd geëvalueerd. Het rapport wees op een aantal tekortkomingen in het participatieproces bij de aanleg van Windpark Spui.
De rekenkamer heeft zeven aanbevelingen gedaan om toekomstige participatieprocessen te verbeteren, waaronder eerdere en betekenisvollere betrokkenheid van de gemeenschap, concrete en tijdige participatieafspraken, sterker toezicht tijdens de uitvoering van projecten en het gebruik van op maat gemaakte regelgeving voor lokale omstandigheden. Gedeputeerde Staten onderschreven de conclusies gedeeltelijk en erkenden de aanbevelingen.
De commissie bespreekt of het statenvoorstel behandelrijp is voor behandeling in de Provinciale Statenvergadering van 14 mei en of dit geagendeerd wordt als bespreekstuk of als hamerstuk.