De belangrijkste regels op het water:
- Houd altijd stuurboord (rechts) aan.
- Kleine schepen (korter dan 20 meter) moeten in het algemeen voorrang verlenen aan grote schepen, passagiersschepen, veerponten en sleepboten.
- Roeiboten en zeilboten hebben voorrang op gemotoriseerde recreatievaart.
- Vaar niet te snel. De maximum vaarsnelheid op de provinciale vaarwegen in Zuid-Holland is over het algemeen 12 of 9 km/u. Houd de borden in de gaten.
- Neem alleen een ligplaats in op locaties waar dit is toegestaan. Deze locaties staan met borden aangegeven.
- Gebruik wachtplaatsen voor bruggen alleen om te wachten op de eerstvolgende brugopening.
- Veroorzaak geen hinderlijke waterbewegingen voor andere vaarweggebruikers (let ook op woonarken).
- Wie vanuit een nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart, mag andere vaarweggebruikers niet hinderen. U moet dan voorrang verlenen aan alle schepen op het hoofdvaarwater.
- Zwemmen in de vaargeul, bij bruggen, sluizen en wachtplaatsen is niet toegestaan.
- Vaar alcoholvrij. De wettelijke grens ligt op 0,5 promille.
Kaart vaarregels
Dubbel rood

De brug wordt niet bediend, er is geen brugwachter aanwezig. Als het veilig is mag je doorvaren, maar let op tegenliggers.
Enkel rood

De brug wordt bediend. Als het veilig is mag je doorvaren, maar let op tegenliggers. De brug wordt geopend zodat scheepvaart kan passeren.
Gele middenlicht uit en groen licht

Je mag aan beide kanten (nog) niet doorvaren. Als je groen licht ziet mag je straks als eerste door de brug.
Gele middenlicht uit en rood licht

Je mag aan beide kanten (nog) niet doorvaren. Zie je alleen rood licht, dan mag de tegenligger eerst door de brug.
Brug open: groene lichten

Is de brug open en zie je groen licht? Dan mag je doorvaren.
Brug open: rode lichten

Is de brug open en zie je rode lichten? Dan moet je wachten.
Ligplaatsen
Afmeren van vaartuigen langs de provinciale vaarwegen: wat mag wel en wat mag niet? Bekijk deze belangrijke informatie over de regels rond
het innemen van ligplaatsen langs de vaarwegen die in beheer
zijn van de provincie Zuid-Holland.
Algemeen verbod op het innemen van ligplaatsen
De Zuid-Hollandse vaarwegen worden veel gebruikt. De provincie heeft als taak om de vaarwegen veilig en toegankelijk te houden voor alle vaarweggebruikers. Om te voorkomen dat mensen hun vaartuig/boot afmeren op plekken waar dit hinderlijk of gevaarlijk is, geldt voor alle provinciale vaarwegen een algemeen verbod op het innemen van
een ligplaats.
Uitzonderingen
Er zijn ook uitzonderingen op dit ligplaatsverbod:
- Wachtplaatsen bij bruggen en sluizen. Hier mag je afmeren
in afwachting van de eerstvolgende brug- of sluisbediening. - Ligplaatsvakken voor passanten. Deze vakken zijn aangelegd
voor vaartuigen van passanten die een plek zoeken om te
overnachten. Het afmeren is gratis, maar er zijn geen
voorzieningen, zoals walstroom, aanwezig.
Op het kaartje zie je waar deze ligplaatsvakken zich bevinden.
Op de borden bij de ligplaatsvakken staat aangegeven hoe lang je mag blijven liggen (meestal 3 x 24 uur).
Let op
Voor het afmeren in de ligplaatsvakken voor passanten geldt de volgende belangrijke regel: Nadat je een ligplaats hebt ingenomen, mag je minimaal één week lang geen ligplaats meer innemen in hetzelfde ligplaatsvak of een ander ligplaatsvak op hetzelfde vaarwegtraject. De vaarwegtrajecten staan op de kaart aangegeven.
Deze regel is ingesteld om te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van de ligplaatsvakken door een vaartuig telkens heen en weer te verplaatsen van het ene naar het andere vak in de buurt.
Algemene vaarregels, let op!:
- Verander niet plotseling van koers.
- Houd het midden van het vaarwater vrij.
- Houd altijd rekening met de dode hoek op beroepsschepen. Zorg dat u de schipper kan zien, dan kan hij u ook zien.
- Bezorg uw omgeving geen overlast.
Regels voor het varen met snelle motorboten (vaartuigen die sneller kunnen varen dan 20 km/u)
De bestuurder moet:
- Ouder zijn dan 18 jaar.
- In het bezit zijn van een (klein) vaarbewijs.
- Een registratiebewijs van het vaartuig hebben (het registratienummer moet ook op het vaartuig zichtbaar zijn).
- Tijdens het varen op de zitplaats zitten die voor de bestuurder bestemd is.
- Een dodemansknop hebben op zijn vaartuig, die ervoor zorgt dat de motor automatisch afslaat als de bestuurder plotseling onwel wordt of overboord valt.
- Een reddingsvest binnen handbereik hebben.
- Een reddingsvest dragen indien het vaartuig staande op een open plaats bestuurd wordt.
- Voorkomen dat hij andere watergebruikers hindert of in gevaar brengt.
- Voorkomen dat de motor van zijn vaartuig onnodig herrie maakt of onnodig draait als het vaartuig stilligt.
Vanaf welke leeftijd mogen kinderen en jongeren zelfstandig varen?
- Vanaf 18 jaar mag u een snelle motorboot besturen (vaarbewijs verplicht).
- Vanaf 16 jaar mag je een motorboot en zeilboot (langer dan 7 meter) besturen.
- Op 12-jarige leeftijd mag je met een open motorboot (niet langer dan 7 meter) varen die niet sneller kan dan 13 kilometer per uur.
