Besluiten

Gedeputeerde Staten hebben vragen gekregen over contact met de heer Vollenbroek, het hoofd van de organisatie Mobilisation for the Environment. Gedeputeerde Staten antwoorden dat er een kennismakend gesprek is geweest in 2019, en geven verder aan dat het eenieder vrij staat advies te vragen over stikstof en voor een Wnb-vergunning.

Iedere 2 jaar wordt een tussenevaluatie gehouden van de voortgang van het provinciaal fietsplan "Samen verder fietsen". In de afgelopen 2 jaar is voor 8 miljoen euro geïnvesteerd in veiliger en aantrekkelijker fietspaden en fietsenstallingen. Corona heeft voor een daling van het fietsgebruik gezorgd. Sindsdien neem het weer toe. Qua fietsveiligheid volgt Zuid-Holland de landelijke trend.

Op grond van art. 15.47 Wet milieubeheer (Wm) is voor de provincie een nazorgregeling opgesteld. Volgens deze regeling is het provinciaal bestuur na sluiting van een stortplaats verantwoordelijk voor het voorkomen van milieuschade. Om aan die verantwoordelijkheid te voldoen legt de provincie aanslagen nazorgheffing op aan de exploitanten van stortplaatsen. De provincie heeft het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland opgericht waarin de nazorgheffingen en behaalde rendementen over die heffingen voldoende (doel)vermogen moeten genereren om aan de eeuwigdurende nazorgverplichtingen te kunnen voldoen. In de begroting 2023 zijn de kosten opgenomen voor de nazorgactiviteiten in 2023, een meerjarenraming voor de periode 2023-2026 en de tarieventabel voor de op te leggen aanslagen nazorgheffing in 2023. Via een wijzigingsbesluit wordt de tarieventabel 2023 opgenomen in de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2022.

Naar aanleiding van de vaststelling van de begroting 2023 besluit Provinciale Staten om het tarief van de opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting te indexeren. De opcenten stijgen door deze indexatie van 91,8 naar 95,7 per 1 januari 2023.

Op 27 september hebben GS het presentatierapport beslisinformatie van de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam vastgesteld. In deze MIRT-verkenning is onderzocht wat er nodig is om de knelpunten in het verkeer en openbaar vervoer in de regio Rotterdam op te lossen en om groei van het aantal woningen mogelijk te maken zodat de stad en de regio bereikbaar, leefbaar en aantrekkelijk blijven. In het rapport worden diverse oplossingen beschreven die bijdragen aan deze doelstellingen. De MIRT-verkenning is verricht door de initiatiefnemers provincie Zuid-Holland, gemeente Rotterdam, Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op basis van alle informatie uit de MIRT-verkenning nemen de initiatiefnemers op 10 november 2022 een besluit over een voorkeursalternatief.

De begroting 2023 en de meerjarenraming 2024 t/m 2026 geven de beleidsmatige ambities met de beschikbare financiële middelen weer. In de beleidsbegroting is dit uitgewerkt per ambitie in beleidsdoelen en beleidsprestaties. In de financiële begroting wordt specifiek ingegaan op de financien.

In de Najaarsnota 2022 wordt de vastgestelde begroting van het jaar 2022 bijgesteld.

Recent heeft de Omgevingsdienst Haaglanden namens de provincie een nieuwe ontheffing verleend om de ganzen populatie duurzaam in stand te houden, waarbij een evenwicht wordt gevonden tussen de omvang van de van nature voorkomende populaties ganzen in relatie tot de wettelijke belangen (vlieg)veiligheid, volksgezondheid, schade aan landbouwgewassen en schade aan flora en fauna. De fracties van de PvdD en de GL hebben vragen gesteld over de nieuwe ontheffing en  Gedeputeerde Staten geven tekst en uitleg.

Op 10 juni heeft het ministerie van LNV de Startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied gepubliceerd. Zuid-Holland werkt aan een eigen aanpak om de opgaven die hier in staan integraal op te pakken. In deze voortgangsbrief delen we de huidige stand van zaken met de Provinciale Statenleden, over het proces, de gebiedsindeling en de komende ontwikkelingen.

Conform de Provinciewet komen inkomsten uit niet-ambtsgebonden nevenfuncties van leden van het College van Gedeputeerde Staten voor verrekening in aanmerking. Daarvoor geldt een vrijstelling van 14% van de bezoldiging. De leden hebben in de afgelopen periode de neveninkomsten uit het jaar 2020 aan het Ministerie van BZK gemeld. Op basis van het advies van het ministerie hebben GS besloten of er in het individuele geval al dan niet verrekend moet worden en of er al dan niet een terugvordering moet worden ingesteld. Per brief worden de leden op de hoogte gesteld.