Besluiten

Met Amendement 700 hebben Provinciale Staten extra middelen voor restauratie van rijksmonumenten ter beschikking gesteld voor de 17 aanvragers die op grond van het subsidieplafond in de afgelopen openstelling een gedeeltelijke weigeringsbeschikking hebben gehad. Deze weigeringen op grond van overschrijding van het subsidieplafond worden nu ingetrokken en de 17 aanvragers krijgen dat deel van de subsidie alsnog verleend.

Op 1 juli 2021 is de Bestuurlijke Overeenkomst Ontwikkeling Middengebied Zuidplaspolder ondertekend door de gemeente Zuidplas, de Grondbank RZG Zuidplas en de provincie Zuid-Holland. Hierin zijn afspraken gemaakt over de integrale ontwikkeling van het Middengebied van de Zuidplaspolder met een nieuw dorp met 8.000 woningen, nieuwe bedrijventerreinen, natuur, recreatie en de benodigde mobiliteitsmaatregelen. In deze Overeenkomst is vastgelegd welke voorstellen Gedeputeerde Staten zullen doen aan Provinciale Staten voor de benodigde herziening van het provinciaal omgevingsbeleid. Voor de herziening van het provinciaal omgevingsbeleid moet een milieueffectrapport (planMER) worden opgesteld. Gedeputeerde Staten hebben hiertoe het ontwerp van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de PlanMER voor de herziening van het provinciaal omgevingsbeleid voor het Middengebied van de Zuidplaspolder vastgesteld en deze zal ter inzage worden gelegd.

De provincie Zuid-Holland stimuleert en faciliteert groenbeleving en biodiversiteit op bedrijventerreinen. Onderzoek (uitgevoerd in opdracht van Stichting Steenbreek) heeft aangetoond dat deze terreinen over het algemeen erg versteend zijn en er behoefte was bij gemeenten en parkmanagers om hier wat aan te doen. Gedeputeerde Staten stellen daarom € 250.000 beschikbaar voor subsidies gericht op het realiseren van een gezonde leefomgeving door deze meer natuurlijk in te richten, het vergroten van kennis over de invloed van een natuurlijke omgeving op de gezondheid van de mens en het bevorderen van groenbeleving ten behoeve van de positieve gezondheid. Subsidie kan worden aangevraagd door ondernemingen op bedrijventerreinen in Zuid-Holland tot maximaal €5.000. De openstelling wordt in GS-mandaat uitgevoerd door het Zuid-Hollands landschap (ZHL). Subsidieaanvragen kunnen bij ZHL worden ingediend in de periode van 3 januari 2022 tot en met 1 februari 2024.

De provincie is voornemens om voor een bedrag van € 14.680.000 aandelen te nemen in het aandelenkapitaal van Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter, de regionale Ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland. In het najaar van 2020 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken de wens uit gesproken om, in het kader van het nationale investeringspakket ‘Noodpakket banen en economie’, gezamenlijk als aandeelhouders te investeren in de regionale ontwikkelingsmaatschappijen. In Zuid-Holland gaat het om de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter. Het Rijk zal een bijdrage van € 31,8 miljoen miljoen leveren. Daarnaast vragen zij ook een bijdrage van regionale aandeelhouders van InnovationQuarter van in totaal € 31,8 miljoen, waar de provincie een deel van uitmaakt. Als provincie zorgen we hiermee dat er in totaal in de komende jaren een investering van € 63,6 miljoen aan het Zuid-Hollandse bedrijfsleven ten goede komt. Het voornemen van Gedeputeerde Staten heeft betrekking op de wijze van storting en onderliggende afspraken die daaruit voortvloeien. Daarnaast wordt Provinciale Staten in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen te uiten ten aanzien van het besluit.

Gedeputeerde Staten zenden een brief aan Provinciale Staten met een samenvatting van het IPCC AR6 rapport over klimaatverandering. In de brief worden de belangrijkste nieuwe inzichten die impact hebben op Zuid-Holland toegelicht. Voor Zuid-Holland zijn met name de nieuwste wetenschappelijke inzichten rond zeespiegelstijging en hitte van belang. In het klimaatadaptatiebeleid van Provincie Zuid-Holland krijgen deze onderwerpen op verschillende terreinen al aandacht (energietransitie, nieuwbouw, waterveiligheid).

Er staan de komende jaren veel renovatie- en bouwprojecten gepland voor wegen, spoorwegen, vaarwegen, bruggen en tunnels. Dit zal hinder opleveren. Om de bereikbaarheid op peil te houden gaan partijen nog intensiever samenwerken. Dit zijn gemeenten Den Haag en Rotterdam, Metropoolregio Den Haag Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam, Provincie Zuid-Holland, ProRail, Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De afspraken hiervoor worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. De bedoeling is een nog betere afstemming van projectplanningen en om de maatregelen om hinder te beperken niet meer per project, maar voor een heel gebied te nemen. Bovendien moeten maatregelen zoveel mogelijk definitief zijn in plaats van tijdelijk, zodat ze na de projecten ook van nut zijn om files te verminderen en OV te verbeteren. Voor de samenwerking wordt een Stichting Zuid-Holland Bereikbaar opgezet. Gedeputeerde Staten vragen Provinciale Staten om hun wensen en bedenkingen van deelname aan deze stichting kenbaar te maken.

Op 17 juni 2021 heeft het statenlid Van der Hoeven (PvdA) een initiatiefvoorstel ingediend met betrekking tot de geborgde zetels in de algemeen besturen van de waterschappen Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap van Delfland, Waterschap Hollandse Delta en Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. In artikel 2, eerste lid, van de Waterschapswet is bepaald dat onder andere de bevoegdheid tot regeling van de samenstelling van het waterschapsbestuur aan Provinciale Staten behoort en bij provinciale verordening geschiedt. Doel van het initiatiefvoorstel is om het aantal geborgde zetels op het wettelijke mimumaantal van zeven vast te stellen en de verdeling van de geborgde zetels tussen de categorieen belanghebbenden daarop aan te passen. Artikel 13, derde lid, van de Waterschapswet bepaalt hieromtrent dat het aantal geborgde zetels ten minste zeven bedraagt en ten hoogste negen. Momenteel is bij de betreffende waterschappen het aantal geborgde zetels op het maximum gesteld. Bij een initiatiefvoorstel wordt aan het college van Gedeputeerde Staten de mogelijkheid geboden om aan Provinciale Staten wensen en bedenkingen mee te geven. Via dit besluit wordt hier invulling aangegeven.

De provincie Zuid-Holland, provincie Utrecht en de provincie Noord-Holland werken samen met de inliggende waterschappen aan de waterveiligheid in West-Nederland. In totaal ligt in West-Nederland 4491 kilometer aan regionale keringen. Deze waterkeringen zijn belangrijk voor de waterveiligheid. Daarom zijn in diverse provinciale verordeningen voor deze keringen veiligheidsnormen vastgesteld. De keringen die niet aan de norm voldoen worden door de waterschappen verbeterd. Jaarlijks rapporteren de waterschappen aan Gedeputeerde Staten over de voortgang van de verbeteropgave. Deze rapportages laten een actueel beeld zien van de verbeteropgave aan de regionale waterkeringen. Inmiddels voldoet ruim 72 % (3238 km) van het totaal aan regionale keringen aan de normen. Er zijn in 2020 geen acute waterveiligheidsrisico’s geweest.

Samen met de Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard werkt de provincie Zuid-Holland aan de realisatie van 2.250 ha natuur in de Krimpenerwaard. Dit is onderdeel van het programma Natuurnetwerk Nederland (NNN) en gebeurt op basis van de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard. De gezamenlijke opgave is ervoor te zorgen dat eind 2026 de betreffende gronden zijn ingericht al natuurterrein. Eén van de mijlpalen in de gebiedsovereenkomst is dat alle grond in 2021 binnen de NNN-begrenzing beschikbaar komt voor de inrichting als natuurterrein. Dit zet druk op het tijdig maken van zakelijke afspraken met de grondeigenaren. Die afspraken gaan over zelfrealisatie van natuur of aankoop van gronden. Zelfrealisatoren krijgen te maken met waardevermindering van hun grond vanwege functieverandering; landbouwgrond wordt natuurterrein. Voor de compensatie kunnen ze aanspraak maken op subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL). De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de subsidieregeling uit in opdracht van de provincie Zuid-Holland en doet dat volgens een standaardprocedure. Daarin krijgen de aanvragers één jaar de tijd voor het vestigen van de nodige kwalitatieve verplichting (in het kadastrale register vastgelegde afspraken dat de betreffende grond alleen ten dienste van de gestelde natuurdoelen is te gebruiken). Voor deze termijn ontbreekt de tijd. Om eerder kwalitatieve verplichtingen aan te kunnen gaan, heeft Gedeputeerde Staten aan RVO verzocht geen gebruik te maken van haar mandaat om deze verplichtingen aan te gaan. De provincie Zuid-Holland kan hiervoor op kortere termijn dan zelf zorgen, met medewerking van het programmabureau Veenweiden Krimpenerwaard en in afstemming met de zelfrealisatoren.

GS-brief aan Provinciale Staten met behandelvoorstel betreffende de motie 1024 verkenning cultuur- en erfgoedbeleid is vastgesteld. In het behandelvoorstel wordt onder andere voorgesteld aan te sluiten bij de lopende opdracht voor een advies naar samenwerking cultuurbeleid gemeenten, provincie en rijk in Zuid-Holland.