Besluiten

Er zijn Statenvragen gesteld door JA21 met als onderwerp Windenergie Lansingerland. Er zijn vragen gesteld over de opgave voor windenergie in Lansingerland en hoe deze opgave tot stand is gekomen. Het is in het coalitieakkoord Krachtig Zuid-Holland opgenomen dat de opgave windenergie in Lansingerland verruimd is van 12 MW naar 15 MW.

Met dit besluit stellen Gedeputeerde Staten de Uitvoeringsnota Risicomanagement vast. In 2021 is de Financiële Verordening vastgesteld, waarin een aantal artikelen die betrekking hebben op risicomanagement zijn opgenomen. Hierdoor was de oude Beleidsnota Risicomanagement niet langer van toepassing. De uitwerking van de artikelen uit de Financiële Verordening zijn vastgelegd in de Uitvoeringsnota Risicomanagement. In de Uitvoeringsnota wordt het systeem van risicomanagement bij de Provincie Zuid-Holland beschreven, waarmee de organisatie ondersteund wordt bij het behalen van haar beleidsdoelstellingen.

Statenlid Verkoelen (JOU Zuid-Holland) heeft 25 maart 2025 schriftelijke vragen gesteld over veerdiensten die dreigen te verdwijnen. In de beantwoording wordt aangegeven dat de provincie geen informatie heeft over de veerdiensten die op het spel staan. De provincie is geen opdrachtgever van veerdiensten in de provincie Zuid-Holland, op het veer Maassluis-Rozenburg na. De provincie houdt niet van alle veren bij hoe zij er financieel voor staan. De  provincie kan waar mogelijk veerdiensten ondersteunen door een subsidie te verlenen op basis van de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland. Het Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde is reeds voor het Rhoons veer geïnformeerd over de provinciale subsidiemogelijkheden.

Op 22 april 2025 hebben Gedeputeerde Staten besloten om een beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gericht tegen het door de raad van Kaag en Braassem op 3 februari 2025 vastgestelde bestemmingsplan Straathof Rijpwetering. Het vastgestelde bestemmingsplan voorziet in 30 grondgebonden woningen aan de noordrand van Rijpwetering in een gebied dat door de provincie is aangewezen als te beschermen Groene buffer en Belangrijk weidevogelgebied. Het beroep is ingesteld, omdat de gemeente onvoldoende rekening houdt met onder andere de provinciale regels voor de bescherming van Groene buffers en Belangrijke weidevogelgebieden. In het beroep verzoeken Gedeputeerde Staten de Afdeling Bestuursrechtspraak om het bestemmingsplan op inhoudelijke gronden te vernietigen.

Gedeputeerde Staten (GS) hebben een brief aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk vastgesteld over de voortgang van locatie Molenweg. Molenweg is een onbenutte drie hectarekaartlocatie. In het kader van amendement 796 hebben GS de gemeente Noordwijk gevraagd om voor 31 december 2025 de ruimtelijke procedure te starten. De gemeente Noordwijk heeft GS via een brief geïnformeerd over de voortgang van locatie Molenweg, waarin staat dat het lastig is om deze deadline te halen. Echter heeft de gemeente na verzending van hun brief samen met de ontwikkelaar in februari meegedaan met de hackathon parallel plannen en lijkt de planning toch te kunnen worden gehaald. Dit tot genoegen van GS.

Goede kwaliteit van het water is een urgent onderwerp en de provincie blijft via het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) voor een integrale aanpak gaan. Omdat de waterprojecten, die bijdragen aan de verbetering van de waterkwaliteit, destijds buiten de Rijksfinanciering vielen, hebben Provinciale Staten 2,3 miljoen euro beschikbaar gesteld. Met dit besluit kunnen de 6 projecten waar deze middelen voor bedoeld waren aan de slag en wordt een volgende belangrijke stap gezet voor het doelbereik KRW in het landelijk gebied.

Gedeputeerde Staten stellen de brief aan minister Beljaarts over het Straits Comité vast. In deze brief wordt aandacht gevraagd voor de werkzaamheden van het Straits Comité en de restmiddelen die vrijkomen uit het Interreg 2 Zeeën programma. Het Straits Comité is een overkoepelend netwerk waarin verschillende opgaven relevant voor kustregio’s samenkomen. Leden van het netwerk zijn afkomstig uit het Engelse graafschap Kent, de Franse departementen Pas-de-Calais en du Nord, de Belgische provincies West- en Oost-Vlaanderen en de Nederlandse provincies Zeeland en Zuid-Holland. Samen zetten zij zich in om samenwerking tussen kustregio’s rondom de Straat van Dover ook na de Brexit te behouden en samenwerking tussen organisaties (overheden, bedrijven, bewoners) te bevorderen.

Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording vastgesteld van Statenvragen 4231 van de SGP over de additionaliteitstoets in relatie tot de natuurvergunning van Schiphol. De vragen zijn vervolgvragen naar aanleiding van eerdere technische beantwoording over hetzelfde onderwerp. In de beantwoording geven GS onder meer aan dat het Rijk bij de vergunningverlening voor Schiphol van mening was dat de additionaliteit kon worden onderbouwd, maar dat er geen sprake is van formele goedkeuring. Verder benadrukken GS dat zij, als niet-bevoegd gezag in dit dossier, geen formele rol hebben in de toetsing of beoordeling van de vergunning voor Schiphol. Zij wijzen op het complexe juridische kader en de lopende procedures, en onderstrepen dat het hun intentie is om Provinciale Staten zo volledig en feitelijk mogelijk te informeren.

De Partij voor de Dieren heeft Statenvragen gesteld over normoverschrijdingen van vier gewasbeschermingsmiddelen in Delfland en de mogelijke risico's voor een nabijgelegen weidevogelgebied. In de beantwoording verwijst het College van Gedeputeerde Staten naar het beleid om dit soort normoverschrijdingen tegen te gaan.

De Gedeputeerde Staten stellen de Lange Termijn Agenda Omgevingsbeleid (LTA) Lente 2025 vast en sturen het ter informatie toe aan Provinciale Staten. De LTA bevat de meest actuele informatie van trajecten die op het gebied van het Omgevingsbeleid gaande zijn. De LTA geeft Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, de ambtelijke organisatie en de externe partners van de provincie Zuid-Holland een overzicht van de trajecten die provincie Zuid-Holland oppakt of steunt. Aan de hand van de LTA is bij de uitvoering duidelijk waar de onderlinge raakvlakken liggen van de verschillende trajecten. Trajecten kunnen dan meer in samenhang (integraal) worden uitgevoerd.