Toespraak door Wouter Kolff tijdens de Statenvergadering op 14 mei 2025 ter herdenking van het bombardement in Rotterdam dat precies 85 jaar geleden plaatsvond.
Geachte leden van Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en andere geïnteresseerden,
Vandaag buigen wij ons hier opnieuw en vooral over bepaalde zaken. Samen. Tegelijkertijd kunnen we niks van wat we doen, los zien van onze geschiedenis. Het zou naïef zijn te denken dat onze geschiedenis er niet toe doet, dat wat we nu kennen vanzelfsprekend is. Dat democratie en vrijheid vanzelfsprekend is. En dat deze vrijheid gratis is. Dat die vrijheid ons overkomt.
Vandaag op 14 mei 1940, om precies 13.27 uur, werd het hart van Rotterdam geraakt door een verwoestend bombardement. In slechts een kwartier veranderde de stad voorgoed. Honderden mensen verloren het leven, tienduizenden raakten dakloos en de historische binnenstad werd vrijwel volledig weggevaagd. Wat er toen gebeurde, had een diepe en blijvende impact. Niet alleen op de inwoners van Rotterdam, maar op heel Zuid-Holland, op Nederland.
Die aanval dwong ons Nederland op onze knieën en markeerde het begin van vijf lange jaren van bezetting, onzekerheid en verzet. Rotterdam werd het symbool van die plotselinge omslag; van vrede naar oorlog, van bloei naar verwoesting. Maar Rotterdam werd ook het symbool van iets anders. Van weerbaarheid, doorzettingskracht en wederopbouw.
Waar de puinhopen lagen, ontstond ruimte voor iets nieuws. En juist in dat nieuwe liet Zuid-Holland zien waar zij toe in staat was. Want de wederopbouw van Rotterdam was niet alleen een lokale opgave. Het was een enorme onderneming van provinciaal, zelfs nationaal belang. De provincie hielp mee met bouwen aan het herstel van de infrastructuur, aan de bereikbaarheid, aan de huisvesting van al die bewoners en aan een economische doorstart.
En laten we niet vergeten, de Rotterdamse haven (het kloppend hart van onze economie) werd ondanks alles weer opgestart. Niet vanuit nostalgie, maar vanuit de overtuiging dat vooruitgang mogelijk was, zelfs nadat veel verloren was.
Vandaag, 85 jaar later, herdenken we niet alleen het onnoemelijke verdriet van toen. We eren ook de enorme kracht van al die mensen die opstonden uit dezelfde puinhopen. Mensen die niet opgaven, maar de handen uit de mouwen staken. En daarmee de basis legden voor het Zuid-Holland die we vandaag de dag zo goed kennen. Van krachtig zijn. Van verbonden zijn. En vooral op de toekomst gericht.
De littekens blijven zichtbaar. Niet alleen in het stratenplan van een stad, of in de contouren van de skyline. Maar ook in de verhalen van de verschillende families. Generaties lang worden deze verhalen door gegeven. Verhalen die ons waarschuwen; vrijheid is kwetsbaar. Vrede is nooit vanzelfsprekend. Het heeft continue aandacht nodig. Vrijheid is een werkwoord.
Laten we daarom vandaag stilstaan. In respect. En tegelijk: met de belofte om de waarden van vrijheid, rechtvaardigheid en saamhorigheid levend te houden. Rotterdam is de stad die na 14 mei niet ophield te bestaan, maar opnieuw begon. En daarmee is het een blijvend baken van hoop voor ons allemaal. Want een toekomst in veiligheid is het enige wat wij ons allemaal wensen. Voor onszelf, voor onze kinderen, voor elkaar. De vrijheid die wij nu kennen, duurt alweer 80 jaar. Maar die vrijheid heeft meer dan genoeg gekost.
Ik wil u allen verzoeken te gaan staan voor een moment van stilte ter nagedachtenis aan deze historische gebeurtenis in Rotterdam en voor iedere te betreuren slachtoffer. Dank u wel