Goed nieuws voor inwoners en organisaties met ideeën voor de gebiedsontwikkeling van het Zuid-Hollandse platteland. Vanaf nu kunnen zij een aanvraag doen voor de LEADER-subsidie. Kern van het LEADER-programma: de lokale gemeenschap pakt zelf een rol in de sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland. De gebieden waar het om gaat zijn de Alblasserwaard, Krimpenerwaard, Zuid-Hollandse Eilanden en Hollandse Plassen.
Zuid-Hollandse LEADER-gebieden
In Zuid-Holland stelt de provincie de LEADER-subsidie beschikbaar voor initiatieven in de Alblasserwaard, Krimpenerwaard, Zuid-Hollandse Eilanden en Hollandse Plassen.
Ideeën voor een subsidieaanvraag worden door de LEADER-groepen getoetst aan de Lokale Ontwikkelingsstrategieën 2023-2027 van de 4 LEADER-gebieden.
In de Lokale Ontwikkelingsstrategieën - goedgekeurd door Gedeputeerde Staten - zijn pijlers geformuleerd voor de ontwikkeling van het betreffende gebied. Zulke pijlers zijn bijvoorbeeld het ontwikkelen van een duurzaam en biodivers landschap, en het uitbreiden en vernieuwen van toeristisch-recreatieve voorzieningen.
De integraliteit van het LEADER-programma maakt dat de projecten die LEADER-subsidie ontvangen qua aanpak en inhoud passen binnen de uitgangspunten van het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied en daarmee bijdragen aan de gebiedsprocessen.
Van streekproduct tot routestructuur
Alblasserwaard, Hollandse Plassen, Krimpenerwaard en Zuid-Hollandse Eilanden zijn inmiddels gestart met het verzamelen van projecten. Bijzonder is dat betrokkenen uit de lokale gemeenschap zelf, de LEADER-groepen, de subsidieaanvragen beoordelen en de meest kansrijke ideeën kiezen. Gedeputeerde Staten nemen dat oordeel over.
Er is een subsidiepot beschikbaar van €2,2 miljoen per gebied. De subsidie staat open voor experimenten, pilots en investeringsprojecten. De mogelijkheden zijn legio, mits een initiatief past binnen de spelregels van de Lokale Ontwikkelingsstrategieën. Om een idee te geven: het kan gaan om het ontwikkelen van nieuwe streekproducten, tot vormen van natuurinclusieve recreatie, tot het verbeteren van routestructuren voor de verbinding stad-platteland. Iedereen met zo’n plan voor plattelandsontwikkeling kan een aanvraag doen: van agrariërs, tot recreatieondernemers, tot stichtingen, tot gemeenten.
Nu nog aantrekkelijker
Doordat er een paar veranderingen zijn aangebracht, is het nog aantrekkelijker dan voorheen - het LEADER-programma bestaat al ruim 20 jaar - om een subsidieaanvraag te doen. Ten opzichte van het vorige programma (Plattelandsontwikkelingsprogramma 3) is het nu mogelijk om een voorschot te krijgen waardoor voorfinanciering niet meer nodig is. Ook zijn de administratieve lasten vereenvoudigd voor wat betreft de verantwoording van de kosten die voor het initiatief gemaakt moeten worden. En ten slotte zijn de voorbereidingskosten nu ook subsidiabel.
Aanvragen
Vanaf 2 april 2024 is het subsidieloket open. De subsidie kan doorlopend worden aangevraagd in de periode van 2024 tot en met 2027 via het portaal van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO). In de Zuid-Hollandse Eilanden kan dit in 2024 via het portaal van de provincie en vanaf 2025 via RvO. De LEADER-groepen beoordelen de aanvragen op basis van de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde Lokale Ontwikkelingsstrategieën.
Wat is LEADER?
LEADER, kort voor Liaison Entre Actions de Développement de l’Économie Rurale, is onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie. Het is opgenomen in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), het uitvoeringsplan dat is ingediend bij de Europese Commissie. Hierin staat omschreven hoe Nederland in de periode van 2023 tot en met 2027 gaat bijdragen aan de doelen van het GLB. Die doelen zijn gericht op een slimme veerkrachtige landbouw, bodem, water, lucht, biodiversiteit en klimaat en dierenwelzijn en brede plattelandsontwikkeling. LEADER past daar perfect in omdat het zich richt op het stimuleren van duurzame ontwikkeling in plattelandsgebieden. Kenmerkend voor LEADER is de bottom-up benadering: de lokale gemeenschap wordt uitgenodigd om zelf bij te dragen aan de sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland met lokale acties en initiatieven.