Lokale initiatieven in de energietransitie 2023

Paragraaf 2: LEI gericht op collectieve zon-op-dakproject

Activiteiten:

• De voorbereidingsfase van een collectief zon-op-dak project
• De projectbegeleiding van de realisatiefase van een collectief zon-op-dak project

Vereisten:

• Het project is gericht op de realisatie van één enkel zonnedak van ten minste 15 kWp;
• De eigenaar van het dak heeft de intentie om diens dak beschikbaar te stellen;
• Er is aandacht voor inclusiviteit;
• De (financiële) haalbaarheid wordt aangetoond of de SCE-regeling is verleend of bevestigd.

De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €10.000. Let op: je mag maximaal vier projecten per aanvrager op deze paragraaf indienen per kalenderjaar.

Paragraaf 3: De start van een LEI voor een warmte- of energiebesparingsinitiatief

Activiteiten:

• Het opstellen van een startdocument voor een LEI dat gericht is op energiebesparing of het opzetten van een warmte initiatief.
  Vereisten:

• Er is draagvlak in de buurt voor het initiatief;

• Er is aandacht voor inclusiviteit;

• In het projectplan is beschreven op welke wijze de gemeentelijke en regionale warmte- of energiebesparingsontwikkelingen worden meegenomen;

• De betreffende gemeente is ingelicht over het initiatief.

  De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €5.000,--.

Paragraaf 4: Initiatiefase van een LEI voor het opzetten van een lokaal warmte initiatief

Activiteiten:

• Activiteiten moeten gericht zijn op de initiatiefase van een warmte initiatief. Denk aan de voorbereiding, samenwerking, visievorming en planvorming;

• De activiteiten dragen bij aan het opwekken, gebruik of besparen van duurzame warmte.

  Vereisten:

• Er is draagvlak in de desbetreffende buurt, wijk of gemeente voor het initiatief;

• Naast te aanvrager participeren ten minste de betreffende gemeente en één andere privaatrechtelijke partij, waarbij een beschrijving is gegeven van de wijze waarop eigen tijd en middelen is verdeeld;

• Er is aandacht voor inclusiviteit;

• Voor het project is een startdocument gemaakt.

  De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €35.000,--.

Paragraaf 5: Initiatiefase- en realisatiefase van een LEI voor energiebesparing

Activiteiten:

• Activiteiten die gericht zijn op het helpen van bewoners bij het besparen van energie via gebouwgebonden maatregelen of gedragsmaatregelen.

• Vereisten:

• Er is draagvlak in de buurt voor het initiatief;

• Er is contact gezocht met een lokaal bewonersinitiatief om samenwerkingsmogelijkheden te verkennen;

• Er wordt gewerkt met lokale bewoners en structuren;

• Er is aandacht voor inclusiviteit;

• De betreffende gemeente is ingelicht over het besparingsinitiatief;

• De minimisverklaring is ondertekend, mits het gaat om toepassing van gebouwgebonden maatregelen.

De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum €15.000,--. Indien de wijk of buurt waar het initiatief zich op richt een score heeft van minimaal 8% op de indicator ‘lage inkomens en een woning met een lage energetische kwaliteit’, zoals opgenomen op de kaart in de bijlage bij deze regeling, bedraagt het maximum € 35.000,-- in plaats van €15.000,--.

Paragraaf 6: LEI gericht op het tot stand brengen van een lokaal energiesysteem

Activiteiten:

• Activiteiten die gericht zijn op het voorbereiden van het opzetten van een lokaal energie systeem. Denk hierbij aan het opzetten van een samenwerking tussen meerdere lokale bewonersinitiatieven of energiecoöperaties die leiden tot een lokaal energiesysteem;
• Activiteiten die gericht zijn op het voorbereiden van het opzetten van een lokaal energie systeem die verband houden met de voorbereidingsfase van het project;
• Activiteiten die gericht zijn op de projectbegeleiding tijdens de realisatiefase van het project.

Vereisten:

• Het project is erop gericht om bewoners te betrekken;
• Er is draagvlak om samen te werken onder de betrokken initiatieven en energiecoöperaties;
• Naast de aanvrager participeren ten minste 2 andere privaatrechtelijke partijen in het project;
• In het geval van opslag- of flexibiliteitsoplossingen is er sprake van TRL-niveau 9, wat betekent dat de gebruikte oplossingen bewezen implementeerbaar zijn. Voor meer informatie kijk op webpagina RVO;
• Er is aandacht voor inclusiviteit in het project;
• De gemeente is ingelicht over het project;
• In het projectplan wordt beschreven op welke wijze de inzet van eigen tijd en middelen van de aanvrager en de andere privaatrechtelijke partners is verdeeld.

De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €40.000,--.