Besluiten

Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording van de Statenvragen 4304 PVV - Stand van zaken damherten in de Hoeksche Waard vastgesteld. PVV heeft Statenvragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de stand van zaken m.b.t. de verwilderde damherten in de Hoeksche Waard. Gedeputeerde Staten geeft in haar beantwoording aan dat de provincie een besluit heeft genomen, dat hiertegen een beroepsprocedure is gestart waarin nog geen uitspraak is en dat de voorzieningenrechter tijdelijk beheer van een deel van de populatie heeft toegestaan.

Op 2 december 2025 hebben GS de antwoorden vastgesteld op de vragen van de fractie van de VVD in Zuid-Holland over de 'Survey Zuid-Holland 2025 - Strategische inzichten uit Zuid-Hollandse bedrijven'. De Survey geeft een beeld van de uitdagingen die Zuid-Hollandse ondernemers zien en hoe zij denken over hun groei en ontwikkelkansen. De vragen van de VVD gaan met name over de Rotterdamse haven en de daaraan gerelateerde industrie.

Gedeputeerde Staten (GS) geven toelichting aan Provinciale Staten (PS) over de kamerbrief ‘Voortgang op de wetswijziging alternatief voor de KDW en de rekenkundige ondergrens’. De minister van LVVN geeft in haar brief van 17 oktober jl. aan dat het kabinet heeft besloten om de rekenkundige ondergrens (RKO) definitief in te voeren en geeft de uitvoeringsstappen aan die daarvoor nodig zijn. Daarnaast heeft het kabinet besloten dat de wetswijziging ‘vervanging van de huidige KDW-omgevingswaarden’ met spoed zal worden voorgelegd ter advies. In deze toelichting wordt het proces geduid en worden mogelijke risico’s en voordelen benoemd.

Op 15 oktober 2025 hebben Provinciale Staten besloten het Reglement van bestuur voor het Waterschap Hollandse Delta te wijzigen. In de reglementswijziging is de methode voor de kostentoedeling van de wegenheffing aangepast. De kostentoedeling vindt niet langer plaats op basis van de onderlinge economische waardeverhoudingen van de heffingsplichtige categorieën ongebouwd, natuur en gebouwd, maar op basis van de gebiedskenmerken van het taakgebied waarbinnen het wegenbeheer door het waterschap wordt uitgevoerd. Op grond van artikel 4, derde lid, van de Waterschapswet informeren Gedeputeerde Staten de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de reglementswijziging.

Elk jaar wordt voor de provincie Zuid-Holland een “Normenkader Rechtmatigheid” vastgesteld. In dit Normenkader wordt een overzicht gegeven van de financiële wet- en regelgeving waarmee de provincie in de uitoefening van haar taken te maken heeft. De rechtmatigheid van de uitgaven wordt door Gedeputeerde Staten getoetst aan de hand van het Normenkader. De accountant beoordeelt of het college daaruit de juiste conclusies heeft getrokken. Provinciale Staten kunnen vervolgens de uitkomsten van dit proces bij haar controlerende taak betrekken.

Aan de rand van het de gebiedsontwikkeling Overgoo-Fleetpark in Leidschendam-Voorburg liggen twee percelen grond die binnen de Haagse gemeentegrens vallen. De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft de gemeente Den Haag verzocht een herindelingsprocedure te starten voor deze twee percelen. Daarmee komt de gehele verdere gebiedsontwikkeling Overgoo-Fleetpark in de gemeente Leidschendam-Voorburg te liggen. Ook het beheer van de nieuwe wijk komt daarmee in één hand. De gemeente Den Haag heeft ingestemd met het starten van een herindelingsprocedure hiervoor. Inmiddels heeft de besluitvorming bij de gemeenten plaatsgevonden en verzoeken ze Gedeputeerde Straten om de herindeling vast te stellen.

Volgens de Provinciewet is de provincie verplicht om door middel van een verordening invulling te geven aan regels voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Provinciale Staten hebben, door het vaststellen van de Controleverordening Provincie Zuid-Holland, invulling gegeven aan deze vereiste. Onderdeel van deze Controleverordening is de opdracht tot accountantscontrole en het inregelen van de accountantscontrole, waarbij, onder andere, uitgangspunten worden opgenomen met betrekking tot de looptijd van de overeenkomst met de accountant en de goedkeuringstolerantie die de accountant moet gebruiken bij de uitvoering van zijn controle. Als gevolg van een wetswijziging en voortschrijdend inzicht zijn deze onderwerpen aangepast in de Controleverordening provincie Zuid-Holland.

Gedeputeerde Staten informeren via een brief Provinciale Staten over de doorontwikkeling van de planning & control cyclus (P&C-cyclus). In de brief zijn daarvoor een aantal concrete voorstellen opgenomen. Ook geeft deze brief meer informatie over Investeringen in Zicht, Reserves in Zicht, periodiek afsluiten van de financiële administratie, en budgetoverhevelingen. Deze onderwerpen zijn nauw verwant aan (de doorontwikkeling van) planning & control en zijn eerder aan Provinciale Staten toegezegd. De voorstellen worden eerst met Provinciale Staten gedeeld, zodat er gelegenheid is om daarop te reageren. Na bespreking in de Commissie voor Onderzoek van de Rekening worden eventuele gewenste aanpassingen verwerkt.

Gedeputeerde Staten stellen in de vergadering van 25 november de kaderbrieven 2027 aan de gemeenschappelijke regelingen vast. Conform de Wet gemeenschappelijke regelingen bieden de gemeenschappelijke regelingen de ontwerpbegrotingen (t+1) voor zienswijzen aan de gemeenten, respectievelijk Provinciale Staten aan. Voorafgaande aan het opstellen van de ontwerpbegroting 2027 kunnen de deelnemende colleges financiële en beleidsinhoudelijke kaders meegeven. De provinciale inbreng is opgenomen in de betreffende Kaderbrieven 2027 aan de gemeenschappelijke regelingen, om rekening mee te houden bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2027.

Gedeputeerde Staten hebben de inhoudelijke reactie op de boardletter 2025 ten behoeve van Provinciale Staten vastgesteld. Hierin geven zij aan op welke wijze zij omgaan met de aanbevelingen die Deloitte heeft gemaakt naar aanleiding van de uitgevoerde interim-controle. Deze interim-controle is een voorbereiding op de controle van de provinciale jaarrekening 2025. Belangrijkste conclusie van deze interim-controle is dat door de accountant geen significante leemtes zijn geconstateerd in de beheersing van de organisatie. Alle bestuurlijk relevante onderwerpen, inclusief bijbehorende aanbevelingen, worden door de accountant, door middel van de boardletter 2025, gerapporteerd aan Provinciale Staten. Deze wordt, samen met de inhoudelijke reactie van Gedeputeerde Staten, in aanwezigheid van de accountant, besproken in de vergadering van de Commissie voor Onderzoek van de Rekening van 15 december 2025.