Besluiten

Met de op 12 november 2025 door de VVD ingediende motie 1820 roepen PS het college van Gedeputeerde Staten (GS) op om, samen met het Rijk en betrokken gemeenten, het initiatief te nemen tot het sluiten van een integrale PFAS-deal met Chemours en hierbij in te zetten op zowel een transformatie van het gebruik van PFAS in essentiële ketens als een substantiële bijdrage van Chemours aan de sanering van de omgeving. Met de op 12 november 2025 door D66 ingediende motie 1857 roepen PS het college van GS op om bij een eventueel met Chemours af te sluiten bestuurlijke overeenkomst nadrukkelijk vast te leggen dat geen publieke middelen worden ingezet voor maatregelen of investeringen binnen Chemours. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft eerder aangekondigd een verkenning te starten naar een mogelijk met Chemours overeen te komen intentieovereenkomst. In het behandelvoorstel wordt aan de hand van dit initiatief uiteengezet hoe GS uitvoering geven aan beide moties.

Op woensdag 12 november 2025 hebben Provinciale Staten de moties met titels ‘Voorkomen problemen ondernemers bij stijgende precariobelasting’ (motie 1811) en ‘Evenwichtig herstel precariobeleid pompstationhouders’ (motie 1821) aangenomen. Gedeputeerde Staten hebben een behandelvoorstel voor deze moties uitgewerkt en vastgesteld.

De beantwoording van de schriftelijke statenvragen die zijn gesteld door Forum van Democratie naar aanleiding van de vaststelling van de verordening precariobelasting 2026, zijn uitgebreid behandeld en beantwoord door Gedeputeerde Staten.

Wildopvangcentra vervullen een functie in de maatschappelijke behoefte aan een adres om zorgbehoevende wilde dieren op te vangen. Gedeputeerde Staten hebben daarom de Subsidieregeling wildopvangcentra Zuid-Holland 2026 vastgesteld. Met deze subsidieregeling wordt eenmalig € 1.000.000,- beschikbaar gesteld, zodat wildopvangcentra kunnen professionaliseren en vernieuwen. De subsidie kan worden aangevraagd van 2 maart 2026 tot en met 31 maart 2026.

Met deze brief nemen Gedeputeerde Staten het besluit tot aanwijzing op grond van artikel 99 lid 3 van de wet gemeenschappelijke regeling dat Ridderkerk moet stoppen met het eigen woonruimteverdeelsysteem en weer deel moet worden van het regionale woonruimteverdeelsysteem. Een uitgewerkt voorstel voor een regionale woonruimteverdeelsysteem wordt binnen twee maanden verwacht. Ridderkerk is een gemeente waar GS blij mee is, met veel sociale huurwoningen en veel nieuwbouw. De gemeente wil nu een eigen systeem bouwen om die woningen te verdelen. Dat is geen goed idee, zeggen de regiogemeenten, het ministerie van VRO en Gedeputeerde Staten. Het wordt dan moeilijker in plaats van makkelijker een goede sociale huurwoning te vinden. Verschillende gesprekken met Ridderkerk, de regiogemeenten en de inzet van een bemiddelaar hebben niet tot een oplossing geleid. Daarom neemt Gedeputeerde Staten nu dit besluit. Tegen het besluit van het college van Gedeputeerde Staten kan bezwaar worden gemaakt bij de provinciale bezwaarschriftencommissie.

Gedeputeerde Staten hebben op 9 december 2025 enkele besluiten vastgesteld met betrekking tot de subsidiëring van de inrichting en ontwikkeling van natuurgebieden. Het betreft het wijzigen van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013 (SKNL) en de reguliere openstellingen van de SKNL voor 2026. Daarnaast betreft het de openstelling van zowel de SKNL als de vast- en openstelling van de Subsidieregeling Natuurmaatregelen Zuid-Holland 2026 (SNZH) voor de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Natuur. Met de subsidies SKNL en SNZH stimuleert de provincie de realisatie van nieuwe natuur en kwaliteitsimpulsen binnen bestaande natuur. Met de wijzing kunnen nu onder meer ook gemeenten en waterschappen gebruik maken van de subsidie en zijn alle kosten voor realisatie van een natuur- of landschapstype subsidiabel. De natuurmaatregelen uit het Uitvoeringsprogramma Natuur hebben betrekking op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden en op de aanplant van bos ter compensatie van gekapt bos bij maatregelen in Natura 2000-gebieden.

Hierbij ligt een Statenvoorstel met daarin een plan van aanpak voor. Het plan van aanpak beschrijft hoe de provincie Zuid-Holland samen met de Regionale EnergieStrategie Regio's (en andere betrokkenen) gaat onderzoeken hoe ook na 2030 op een duurzame en rechtvaardige manier energie kan worden opgewekt. Het plan van aanpak bestaat uit 3 onderdelen: 1) Analyse, evaluatie en van de huidige RES-structuur, en andere programma’s zoals het PMiek en Warmte; 2) Ontwikkeling van scenario's en een voorkeursrichting voor energieopwekking; 3) Uitwerking van de bestuurlijke governance en juridische inrichting.  Het Statenvoorstel geeft invulling aan de motie 1609.

Gedeputeerde Staten hebben de Beleidsevaluatie Wonen vastgesteld. Deze evaluatie is op verzoek van Provinciale Staten uitgevoerd. In de evaluatie is samen met betrokken partijen teruggekeken op de vraag: werkt het huidige provinciale woonbeleid, en wat is nodig om de woningbouwopgave goed te blijven uitvoeren?      Uit de evaluatie komt naar voren dat de provincie de afgelopen jaren merkbaar scherper is gaan sturen. Ook geven partners aan dat de samenwerking met de provincie is verbeterd. Daarnaast is er brede waardering voor de inzet op kennisontwikkeling en innovatie. Ook de inzet van subsidies en ondersteuningsinstrumenten wordt als effectief en doelmatig ervaren.   De evaluatie laat ook zien waar verdere verbetering mogelijk is: o.a. extra versnelling is nodig om de afspraken uit de Woondeals te halen en kennis rond flexwoningen verder vergroten. Sommige gemeenten vragen om meer flexibiliteit en maatwerk van de provincie. Tegelijk heeft de provincie een eigen verantwoordelijkheid voor het behalen van provinciale doelen. Gedeputeerde Staten herkennen zich in de conclusies van de evaluatie. De uitkomsten vormen een stevige basis om de onderdelen van het woonbeleid die goed werken voort te zetten, én om gericht te blijven werken aan verdere versnelling en verfijning van de ondersteuning. De rapportage wordt aangeboden aan Provinciale Staten.

Door de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid zijn Statenvragen gesteld over hoe Gedeputeerde Staten aankijken tegen de oprichting van een provinciaal vervoerbedrijf. Gedeputeerde Staten heeft de beantwoording vastgesteld, waarbij is geantwoord dat het college op voorhand geen voordelen hierin ziet. Dit komt omdat dit de realisatie van provinciale bereikbaarheidsdoelen niet dichterbij brengt en veel tijd en moeite kost. Er wordt gewacht op de uitkomsten van onderzoek naar dit onderwerp dat door de decentrale overheden gemeenschappelijk wordt gedaan.

JA21 heeft Statenvragen gesteld over provinciale gronden en de huisvesting van statushouders. Dit naar aanleiding van een technische sessie over het provinciaal grondbeleid en eerdere Statenvragen hierover. Met dit besluit worden deze vragen door Gedeputeerde Staten beantwoord.