
Met onder andere het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de komst van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) komt er momenteel veel op de agrarische sector af. Dit roept vragen op onder boeren. Als provincie hebben wij ook geen antwoord op alle vragen, maar we vinden het belangrijk om de beschikbare informatie te delen en een bereikbare overheid te zijn. Zo willen wij samen duurzame landbouw in onze provincie vormgeven, die ook bijdraagt aan natuur- en milieudoelen. De boeren zijn daarbij als agrarische ondernemers en beheerder van het landschap een belangrijke partij.
Via onderstaande vragen kun je meer informatie vinden over onder andere de koers van de provincie en ontwikkelingen rondom het NPLG en GLB. Ook kun je via de contactknop direct met de provincie in contact komen.
Nationaal Programma Landelijk Gebied
Wat is het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)?
In het NPLG worden 4 doelen in samenhang opgepakt. Het gaat om doelen op gebied van natuur, water, klimaat en stikstof. De Rijksoverheid stelt de doelen vast en de provincie werkt ze met gebiedspartners uit in gebiedsplannen. De landbouwsector is een belangrijke partner hierin. Deze gebiedsplannen moeten in juli 2023 gereed zijn.
De startnotitie van het Rijk over het NPLG benoemt de doelen op hoofdlijnen. Een concrete uitwerking volgt naar verwachting in oktober. De Rijksoverheid heeft tot 2030 €25 miljard vrijgemaakt om invulling te geven aan deze doelstellingen. Op dit moment wordt er in de provincie hard gewerkt aan een startnotitie voor Zuid-Holland. Het NPLG is dus nog volop in ontwikkeling, we vullen deze informatie aan zodra deze beschikbaar is.
Liggen de stikstofreductiepercentages uit de kaart van minister Van der Wal vast?
Wij realiseren ons dat deze kaart tot onzekerheid en frustratie heeft geleid. De percentages in deze kaart zijn richtinggevend, maar niet leidend. We pakken de ruimte die de Rijksoverheid ons laat om per gebied tot passende en toekomstbestendige oplossingen te komen.
Wat is de reactie van de provincie op het rapport Remkes?
Johan Remkes presenteerde 5 oktober zijn rapport aan het kabinet voor het stikstofprobleem. In zijn boodschap stond hij stil bij de noodzaak om op zeer korte termijn minder stikstof uit te stoten, om natuurherstel mogelijk te maken. En bij de emotie die er leeft bij boeren. Of zoals Remkes dit treffend verwoorde: ‘de oprechte wanhoop in de ogen van redelijke mensen’. In zijn advies heeft Remkes met name aandacht voor de natuurdoelen, kritische depositie waarde (KDW), PAS-melders, het ‘stikstofkaartje’ en innovatie.
Lees de volledige reactie.
Wat worden de doelen in mijn gebied?
In het NPLG worden de landelijke doelen op het gebied van stikstof, klimaat, water en biodiversiteit vertaald naar doelstellingen voor de provincie. Tot nu toe zijn alleen de stikstofdoelen bekend. Naar verwachting volgen de doelen voor natuur, water en klimaat in oktober. Naast het NPLG, zijn er in het klimaatakkoord al doelen opgenomen voor de reductie van de uitstoot van CO2 en methaan door bodemdaling en veeteelt. De provincie gaat in samenwerking met de gebieden aan de slag om te zien hoe we de doelen per gebied kunnen realiseren. Deze gebiedsprogramma’s moeten in juli 2023 ingeleverd worden bij de Rijksoverheid.
Wat doen andere sectoren, zoals de industrie, haven en luchtvaart om de stikstofuitstoot te verminderen?
De andere sectoren worden niet ontzien. Minister Van der Wal heeft laten weten dat de reducties in stikstofuitstoot voor alle sectoren gelden. Zo snel mogelijk, maar uiterlijk in het voorjaar van 2023, worden de richtinggevende reductiedoelen voor de industrie, transport en andere sectoren bekend gemaakt.
PAS-melders
Wat zijn PAS-meldingen?
Een te grote hoeveelheid aan stikstofuitstoot speelt al tientallen jaren. Op 1 juli 2015 startte daarvoor het Programma Aanpak Stikstof (PAS-beleid) om de Nederlandse natuur te beschermen. Onder dit programma mochten activiteiten met weinig stikstofuitstoot plaatsvinden zonder een vergunning aan te vragen. Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State geoordeeld dat dit beleid in strijd is met Europese natuurwetgeving (Europese Habitatrichtlijn). De Raad van State oordeelde dat het verplicht is om een vergunning aan te vragen voor activiteiten die stikstofneerslag veroorzaken. Het PAS werd ongeldig verklaard. Hierdoor zijn de activiteiten die in de tijd van het PAS geen vergunning hebben aangevraagd, per 29 mei 2019 in een illegale situatie terecht gekomen. Deze groep (agrarische) ondernemers worden aangeduid als PAS-melders of PAS-meldingen.
Hoe worden PAS-meldingen vergund?
Activiteiten die zorgen voor stikstofuitstoot mogen niet leiden tot overbelasting van de natuur. Omdat veel natuur in Nederland overbelast is, mag er geen extra stikstofuitstoot plaatsvinden. Er moet daarom ergens anders stikstofruimte worden vrijgemaakt voor de PAS-meldingen. Op 28 februari 2022 heeft de Rijksoverheid het legalisatieprogramma PAS-meldingen vastgesteld. In dit programma staat welke maatregelen er genomen worden om stikstofruimte voor PAS-meldingen vrij te maken. De verantwoordelijkheid voor de legalisatie van de PAS-meldingen ligt bij de minister voor Natuur en Stikstof. Het is van belang dat de PAS-melders zich melden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en dat hun dossiers compleet zijn. Nog niet alle PAS-melders hebben hun dossiers bij RVO ingeleverd. Zij hebben hiervoor nog tot 1 december 2022 de tijd. Dien je melding in (website RVO).
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
Wat is het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB)?
Het GLB is het gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid. Dit beleid wordt telkens voor een periode van zeven 7jaar vastgesteld. In januari start een nieuwe periode. In het GLB zijn onder andere inkomenstoeslagen en het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) geregeld. Iedere lidstaat kan zelf invulling geven aan het beleid. Het GLB wordt in Nederland uitgevoerd met een Nationaal Strategisch Plan GLB (NSP). Het NSP is gericht op toekomstbestendig boeren en daarin staan de doelen rondom klimaat, biodiversiteit en bodem, water en lucht centraal. Daarbij speelt het belonen van boeren die naast het produceren van voedsel ook zorgen voor natuur, klimaat en milieu een belangrijke rol. Om aan de doelen bij te dragen gaat het NSP uit van een gebiedsgerichte aanpak voor beheer, samenwerking, investeringen, kennis en innovatie.
Wat verandert er met de komst van het nieuwe GLB dat ingaat op 1 januari 2023?
Het doel van het nieuwe GLB is de verdere verduurzaming van de agrarische sector door toekomstbestendig boeren beter te belonen. Anders dan hoe het GLB tot nu toe heeft gewerkt, komt de nadruk te liggen op het betalen voor prestaties van agrarische ondernemers (bijvoorbeeld het hebben van bufferstroken en gewasrotatie). Minister Schouten van LNV voert de regelingen voor de basisinkomenssteun en de eco-regeling voor heel Nederland uit. Als provincie voeren we de regelingen uit voor Agrarisch natuur- en landschapsbeheer, investeringen, samenwerking en kennis en innovatie.
Meer informatie over het nieuwe GLB (website RVO) en Toekomst GLB.
Koers provincie Zuid-Holland
Wat is het standpunt van de provincie?
We zijn trots op onze boeren die zich met veel toewijding inzetten voor de productie van ons voedsel en beheer van de karakteristieke landschappen van onze provincie. Het is van groot belang dat deze sector economisch en ecologisch vitaal is en dat in de toekomst ook blijft. Daarom willen we ons samen met de boeren en andere gebiedspartners inzetten voor een landbouw die in balans is met het ecologische systeem en waar ook een goede boterham mee verdiend kan worden.
Wat is de aanpak van de provincie met betrekking tot het NPLG?
De aanpak van de provincie is gebiedsgericht. Dit houdt in dat we komende maanden per gebied samen met gebiedspartners aan de slag gaan om een gebiedsplan te maken. In Zuid-Holland hebben we het landelijk gebied onderverdeeld in 3 regio’s: de duinen, het veenweidegebied en de zuidwestelijke delta.
Sommige gebieden zijn al begonnen en andere gebieden starten de komende maanden. Onderdeel van dit plan zijn in ieder geval toekomstperspectief voor het gebied op hoofdlijnen, een beschrijving van de noodzakelijke maatregelen om de doelen te realiseren en een vraag naar de Rijksoverheid met wat daarvoor nodig is. De gebiedsplannen moeten in juli 2023 bij de Rijksoverheid ingeleverd worden.
Verder zetten we als provincie in op:
- Het bieden van ruimte en perspectief voor de ondernemer binnen heldere randvoorwaarden. Onderdeel hiervan is het vertalen van doelen in meetbare indicatoren (KPI’s ).
- Het in kaart brengen van korte en lange termijn maatregelen. De korte termijn ‘no-regret’ maatregelen willen we snel benutten.
- Werken in lijn met de lange termijn visie op het gebied van landbouw.
- Juridisch houdbare en goed geborgde afspraken.
- Het ondersteunen van lerende netwerken over bijvoorbeeld de werking van maatregelen in de praktijk en alternatieve verdienmodellen.
Op dit moment werken we aan een verdere uitwerking hiervan. Zodra er meer duidelijk is, vind je dat hier terug.
Hoe kijkt de provincie aan tegen innovatie als middel om de stikstofreductiedoelen te behalen?
De provincie staat in beginsel positief tegenover innovatie, waarbij de provincie breder kijkt dan alleen technische innovaties. Ook innovaties in de bedrijfsvoering, het landgebruik en de keten hebben de aandacht van de provincie. Innovaties en met name de hiermee verwachte bijdragen aan bijvoorbeeld stikstof- en CO2-reductie moeten echter wel juridisch houdbaar zijn. Daarnaast vinden we het belangrijk om bij elke innovatie te kijken naar wat de invloed van de innovatie is op het geheel van water, klimaat, biodiversiteit en op stikstofreductie. De provincie wil deze opgaven namelijk gezamenlijk en in samenhang aanpakken. We willen voorkomen dat een ondernemer een grote investering doet en in de toekomst voor nieuwe uitdagingen komt te staan die hiermee niet zijn opgelost.
Mijn persoonlijke situatie
Ik heb al veel stappen gezet op het gebied van verduurzaming. Wordt meegenomen wat ik al heb gedaan?
De afgelopen jaren hebben al veel boeren stappen gezet om hun bedrijf te verduurzamen, daar zijn we als provincie blij mee. We vinden het belangrijk dat deze gezette stappen erkend en meegenomen worden. Daarom willen we ons de komende periode inzetten om de NPLG-doelstellingen te vertalen naar meetbare indicatoren (KPI’s) op bedrijfsniveau. Daarmee kan de ondernemer zelf bezien in hoeverre die al voldoet aan de doelstellingen en op basis daarvan welke prestaties nog nodig zijn. In de praktijk betekent dit dat ‘koplopers’ minder hoeven te doen dan boeren die nog geen stappen hebben gezet.
Ik wil graag aan de slag om mijn bedrijf te verduurzamen. Wat kan ik nu al doen?
Er lopen tal van initiatieven bij boeren in de provincie en daarbuiten om op een duurzamere manier te werken met het bodem en watersysteem. Veel boeren zijn al langere tijd zelf aan de slag om op een duurzamere manier te werken. Hieronder noemen we een paar voorbeelden van relatief makkelijk te zetten stappen waarmee je aan de slag kunt zonder de exacte kaders te weten van waar een gebied straks aan moet voldoen:
- Kruidenrijk grasland
Om kruidenrijk grasland te stimuleren, draagt de provincie bij aan de campagne ‘1001 hectare kruidenrijk grasland’ van LTO en Urgenda. Hierdoor kunnen melkveehouders een kruidenrijk grasmengsel aanschaffen met €150 korting per hectare voor maximaal 3 hectare. Zo kun je op een laagdrempelige manier kennis maken met kruidenrijk grasland. - Bodem in goede conditie
Met het project ‘Bodem als Basis’ worden boeren in de praktijk ondersteund in het ontdekken van de mogelijkheden om hun landbouwbodems optimaal en natuurlijk te onderhouden. In Bodem als Basis wordt praktische en concrete hulp geboden. - vermindering en optimalisatie van de bemesting
- Voer- en managementmaatregelen om ammoniak en methaanuitstoot te reduceren, zoals meer weidegang, het spoelen van roosters en het verlagen van ruw eiwit.
Ik kijk naar de toekomst van mijn bedrijf en vraag mij af wat provincie hierin kan betekenen?
Ten eerste is het goed om te weten welke provinciale opgave jouw bedrijf raakt. Het kan gaan om infrastructuur, (nieuwe) natuur, bodemdaling, waterkwaliteit of vermindering stikstofuitstoot. Veel opgaven komen samen in het Zuid-Hollands Programma Landelijk gebied als onderdeel van het Nationaal Programma Landelijk Gebied en vandaaruit werkt de provincie met waterschappen, gemeenten, maatschappelijke partners, grondeigenaren en grondgebruikers. Met deze gebiedsgerichte manier van samenwerken hopen we tot zoveel mogelijke integrale oplossingen te komen. Ben je benieuwd hoe jouw toekomstplannen daarin passen? Laat een bericht achter op landbouwloket@pzh.nl dan praten we verder.
Ook de verdeling van grond is bij dit proces een belangrijk onderwerp. De provincie bekijkt dat zorgvuldig en in gezamenlijkheid. Als het gaat om bijvoorbeeld natuurdoelen (Natuurnetwerk Zuid-Holland) is grondruil, verpachting of aankoop bespreekbaar. En als je zelf het idee hebt om natuur te maken op jouw (landbouw-)grond zijn er compensatieregelingen. Meer informatie over hoe je subsidie aanvraagt.
Contact
Heb je andere vragen of wil je meer informatie? Mail naar landbouw@pzh.nl.